vast te stellen. Die eerste reeks van 24 deelen zal in vier jaar verschijnen, iedere twee maanden dus een deel, waarvan het eerste in Januari van 1939 gereed moet zijn. Voor dit jaar 1939 staan op het programma: 1. Middeleeuwsche geestelijke epische gedichten; 2. Coornhert, De Doolinghe van Ulyssus; 3. Protestantsche lyriek der 17de eeuw; 4. Drost, Hermingard van de Eikenterpen; 5. Poëzie van Van Langendonck; 6. Proza van Van Deyssel.
Wil dit waarlijk grootsche plan slagen, dan zal op velerlei wijze onder het publiek propaganda gemaakt moeten worden. Te zeer beschouwt de gemiddelde Nederlander zijn eigen en dan vooral de oudere letterkunde als lectuur voor de schoolgaande jeugd; deze geringschatting zal plaats moeten maken voor de welverdiende waardeering voor dit schoone bezit onzer Nederlandsche beschaving. Die propaganda zal gevoerd moeten worden door ieder in eigen kring, daarnaast door onze persorganen, zij zal steun mogen verwachten van de Regeering en andere officieele instanties op het gebied van kunst en onderwijs. Om het publiek wakker te schudden zal bovendien een affiche worden gemaakt, waarin op pakkende wijze doel en beteekenis dezer uitgave aangetoond worden. Daartoe zal een prijsvraag uitgeschreven worden waaraan Nederlandsche en Vlaamsche kunstenaars kunnen deelnemen; het bekroonde onderwerp zal als aanplakbiljet worden gedrukt. De Commissie van beoordeeling bestaat uit vijf leden; door de Maatschappij zijn uitgenoodigd de heeren prof. Roland Holst, dr De Gelder en de uitgever Klautz, terwijl voor Vlaanderen daarin zitting hebben genomen Gustaaf Van de Woestijne en Maurits De Meyer.
Hiermede is het voornaamste medegedeeld van wat tot op dit oogenblik bereikt is. Wij ontveinzen ons niet, dat nog velerlei moeilijkheden moeten worden overwonnen, maar aan den anderen kant ontvingen wij reeds zooveel blijken van sympathie en medewerking, dat de uitvoering verzekerd geacht mag worden.
Op vragen van den heer Stapel over den prijs der deelen en van den heer Last over de spelling, antwoordt de heer De Vries, dat de prijs bij inteekening uniform, voor de leden der Maatschappij nog bovendien verlaagd, bij verkoop van afzonderlijke deelen niet steeds gelijk en soms aanmerkelijk hooger dan de inteekeningsprijs zal zijn. De spelling wordt zoo veel mogelijk genormaliseerd, met uitzondering misschien van eenige gevallen, waarin het beter is de oude spelling te behouden.