Bijlage V Verslag der commissie voor geschied- en oudheidkunde
De Commissie vergaderde zeven maal onder voorzitterschap van den heer Meijers. Secretaris was de heer de Gelder.
De Commissie verloor haar medelid den heer Kleijntjens door diens vestiging te Rome. In zijn plaats benoemde zij dr. B. Kruijtwagen, die echter eerst in September aan de vergaderingen kan deelnemen.
De volgende leden bespraken de achter hun naam vermelde onderwerpen:
de heer Barge: een zeldzaam tijdschriftje uit de jaren 1686 en '87;
de heer De Blécourt: het plan tot overbrenging van de kerk te Franssum naar het Arnhemsche Openluchtmuseum; de afstamming van de echtgenoote van Johan van Oldenbarnevelt; het recht van opstrek in het Oldambt; de dissertatie van P. Lemercier over Les justices seigneuriales de la région parisienne de 1580 à 1789;
de heer Van Blom: het monument van Tjerk Heddes te Hartingen; een bericht van E. de Laveleye over de uitgifte der Zuiderzeegronden; over ‘meenscharn’ en ‘hemrikken;
de heer Bijleveld: een portret van de familie Tritema te Edinburg; beroepsaanduidingen in de 16de en 17de eeuw;
de heer Byvanck: de architectuur bij de Noord- en Zuidnederlandsche schilders vóór de hervorming; de publicatie der opschriften van de Utrechtsche steenen door Vollgraff; een genealogie van den heiligen Servatius; de nieuwe opstelling in het Kunstgewerbemuseum te Keulen; de inscriptie op de Monstersche mijlpaal in het Leidsche Museum van Oudheden; de beeldhouwerswerkplaats van de Simpelveldsche sarcofaag in het Leidsche Museum van Oudheden;
de heer Colenbrander: een plaats in de oeuvres inédites van André Chénier; het verschil in opvatting van Thorbecke (vóór 1830) en Groen van Prinsterer over openbaar en bijzonder onderwijs; de Gentsche bijdragen tot de Kunstgeschiedenis;
de heer Fockema Andreae: de asylverleening door heeren en vrouwen van Warmond aan Leidsche burgers; de wapens met den Duitschen adelaar en de Rijkssteden in Nederland;