Bijlage VIII
Eindverslag der commissie tot onderzoek naar het boerenhuis in Nederland
Ten vervolge op de verslagen over de jaren 1920-1926 (achtereenvolgens opgenomen in de Handelingen 1920-1921, 1921-1922, 1923-1924 en 1925-1926) en tevens ten besluite harer werkzaamheden deelt de Commissie tot onderzoek naar het boerenhuis in Nederland het volgende mede:
Tot in 1932 schoot het werk, zij het langzamer dan oorspronkelijk was verwacht, geregeld op en leefde de commissie in de verwachting, dat het tot een goed einde zou worden gebracht. Deze verwachting was versterkt doordat met de Stichting ‘Fonds Landbouw Export Bureau 1916-1918’ te Wageningen zeer bevredigende afspraken voor het bekostigen van een waardige uitgave waren getroffen. In den loop van 1932 en van 1933 evenwel werd aan deze verwachting een ontijdig einde bereid, doordat den heer Uilkema uit voor de commissie nimmer geheel duidelijk geworden oorzaken de geneigdheid begaf om, althans in samenwerking met onze commissie, het werk voort te zetten.
De commissie heeft het Bestuur der Maatschappij omtrent een en ander zoo volledig mogelijk ingelicht, onder overdracht van haar archief aan de Maatschappij en met mededeeling, dat zij, die in 1918 zich spontaan had gevormd en door de Maatschappij was erkend, thans, bij gebleken onmogelijkheid om haar taak te volbrengen, zichzelve voor ontbonden mocht verklaren. Zij bestond laatstelijk uit de leden der Maatschappij van Eysinga, voorzitter, de Blécourt, Tj. de Boer, H. van der Kloot Meyburg, Meyers, J.W. Muller en van Blom, secretaris-penningmeester.
Met groot leedwezen is de commissie tot haar besluit van ontbinding gekomen.
Belangrijke bedragen zijn haar toevertrouwd: tot en met 31 December 1933 genoot zij aan rijkssubsidie ƒ 6986,86, aan bijdragen van anderen ƒ 8925,50, aan gekweekte rente ƒ 387,43, samen ƒ 16299,79; aan kleine onkosten werd hiervan ƒ 81,92 besteed, aan salarieering van den heer Uilkema ƒ 7845,-, aan vergoeding van diens reis- en werkkosten ƒ 8135,35. Uit het resteerend bedrag (ƒ 237,52 + ƒ 0,17 rente = ƒ 237,69) zijn de liquidatie-kosten voldaan ten bedrage van ƒ 13,10; wat overbleef (ƒ 224,59) is aan de Maatschappij overgedragen.