Serjanszoon’, aan Buysse, Vermeersch, Sabbe en tal van anderen.
Van Buysse heeft Van Dishoeck in totaal 19 boeken uitgegeven, terwijl hij er 13 van andere uitgevers overnam; van Sabbe gaf hij 10 boeken uit, van Teirlinck 6, van Van de Woestijne 8, van De Meyere 4.
Hoe ruim vatte hij zijn taak op. Hoe weinig lette hij op geld bij de verzorging van het uiterlijk der boeken. Hoe kloek en fraai zagen reeds de eerste Vlaamsche werken eruit tegenover de kleine uiterst bescheiden eerste drukken van Perks ‘Gedichten’ (in Friesland uitgekomen) en Streuvels ‘Lenteleven’.
Hierboven werd reeds iets gezegd over de vriendschap, die er tusschen Van Dishoeck en zijne schrijvers bestond. Zijn eerste groote vriend in Vlaanderen was Teirlinck, ‘Herman’; zeer na stond hem ook Van de Woestijne; Sabbe was hem een kameraad, en in den oorlog lang zijn gast; een groote sympathie verbond hem met Vermeylen, ‘op wien men altijd aan kan’.
Wat Holland betreft: na of tijdens zijne relatie met Ed. Thorn Prikker, en met den jeugdigen Carel Scharten, die in ‘De Arbeid’ schrijft, maakt Van Dishoeck kennis met Marie Marx-Koning (de latere Morie Metz-Koning), die het ‘letterkundig bijblad’ van ‘Cosmos’ redigeeren zal, en van wie hij 12 boeken zal gaan uitgeven. Doch weldra meldt Johan de Meester zich bij hem aan, die sinds ‘Een Huwelijk’ niets meer geschreven heeft buiten de krant. Hij wil met Van Dishoeck contracteeren over een meisjesboek, maar het wordt een reeks van uitgaven, twaalf deelen en een paar brochures, waaronder het onvergetelijke ‘Geertje’ en de prachtige kleine vertellingen. De Meester wordt met Van Dishoeck bevriend, De Meester brengt zijne letterkundige vrienden bij Van Dishoeck. Men ontmoet elkaar, men ontmoet elkaar zomers buiten; men is aan zee, men gaat gezamenlijk de zee in. Men juicht.
Doch ook zelfstandig komt men tot den uitgever te Bussum. Annie Salomons is een der eersten, met hare Verzen, later haar ‘Meisjes-studentje’. Van Dishoeck geeft werk uit van Van Hulzen, het opmerkelijke ‘Bikoerim’ van M.H. van Campen, ‘Uit het leven van een Hypochonder’ van J. Everts Jr, hij maakt kennis met Geerten Gossaert (Prof. C. Gerretson), wiens ‘Experimenten’ bij hem verschijnen zullen. Adriaan van Oordt brengt hem zijn ‘Warhold’; daarna koopt hij Van Oordt's ‘Irmenlo’ en ‘Floris V’ uit het fonds van Versluys aan. Na eenigen tijd komt ook Herman Heijermans tot hem.
Hij wordt gezocht. Men stelt er een eer in door hem te worden uitgegeven.
In een volgend tijdperk brengt hij o.a. werk van A. Roland Holst, M. Nijhoff, P.H. Ritter Jr, P.N. van Eyck, Aart van der Leeuw, J. Slauerhoff. Doch vooral: hij wordt een der uitgevers van P.C. Boutens; ‘Beatrys’ verschijnt bij hem, de ‘Vergeten liedjes’, de ‘Rubayat’ en de ‘Oud Perzische Kwatrynen’, de