Bijlage V. Verslag der commissie voor taal- en letterkunde.
De Commissie heeft in het afgeloopen genootschapsjaar achtmaal vergaderd. Voorzitter was de heer Van der Meulen, secretaris de heer Kern.
In verband met de gewijzigde tijd en wijze van benoeming der leden zou er in de samenstelling van de Commissie dit jaar geen verandering zijn gekomen, indien niet, geheel op het laatst, de heer Te Winkel, sedert lange jaren lid, haar was ontvallen.
Van het door de Commissie geredigeerde Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde kwam het 45ste deel klaar en verschenen van het 46ste deel twee afleveringen.
De Commissie bracht aan het Bestuur verslag uit over enkele aanvragen om steun uit de middelen der Maatschappij.
De wetenschappelijke mededeelingen betroffen de volgende onderwerpen:
Oude en nieuwe voornamen, in 't bijzonder verkorte namen, door den heer Boekenoogen.
De plaatsnamen op -drecht; de namen Oestgeest, Rijnsburg en Noordwijk; iets over teruggevonden fragmenten van Loyhier ende Malaert, door den heer Muller.
Scheeps- en zeemanstermen uit Van der Gon's Het Scheepsleven (1714 1 en 1731 2), door den heer Beets.
De vorm jou in O jou deugniet! en dergelijke uitdrukkingen; een plaats uit den Ferguut; verwanten van mnl. verweent, door den heer Kern.
Enkele gegevens voor de literaire cultuur in de zeventiende eeuw, ontleend aan Const-thonende Juweel (1607) en Vlaerdinghs Rederijckbergh (1617), door den heer Knuttel.
De afkomst van het woord verrel; de compositie van Huygens' Zede-Printen, door den heer Heinsius.
Enkele plaatsen uit Breero's Spaansche Brabander; een oude scheepsrekening uit het jaar 1470, berustende op het archief te Middelburg; het woord passagieren, door den heer Van der Meulen.