Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1926 (1926)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.90 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1926

(1926)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 53]
[p. 53]

Bijlage VI. Verslag der Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde.

Dit jaar kwam deze commissie wederom zeven maal bijeen en wel op 24 Sept., 29 Oct., 26 Nov., 28 Jan., 25 Febr., 25 Maart en 29 April.

In de eerste vergadering werd de heer Colenbrander tot voorzitter benoemd; in Februari werd hij vervangen door den heer de Blécourt. Het buitengewoon lid, de heer Meyers volgde op in de vacature Pijper.

De leden hebben de onderstaande onderwerpen behandeld:

De heer Blok: de oudste scheepsjournalen van de Ruyter, een brief van Prins Willem I over een moordplan op Alva, zeldzame pamfletten aangekocht voor de Thysiana, o.a. de antiapologie van Prins Willem I, de Documentos uit het archief der Hertogen van Alva, uitgegeven in 1891, het pamflet: Rotterdamsch zeepraatje en vervolg daarop.

De heer Knappert: honderdjarig bestaan der Ver. protestantsche gemeente op Curaçao en de Labadisten in Suriname, oude afbeeldingen van het Academiegebouw en de oudste promotiebullen, de afdeeling: kerken der geref. gem. in het buitenland, voor den historischen atlas.

De heer Overvoorde: huurcontracten der Egmonder abdij van 1381, de quaestie der Noorderdoorvaart in de 17e en de 18e eeuw, plagiaat van illustraties in pamfletten over O.-I. reizen en de logementen der kamers van de O.-I. Cie.

De heer Molhuysen: het portret van Flament, eersten directeur der Kon. Bibliotheek.

De heer Huizinga: het verblijf van Koning Eduard IV van Engeland h.t.l. in 1470 en familienamen, ontleend aan schepen, huizen en uithangteekens.

De heer de Blécourt: de beteekenis van het woord verleenen in een charter van 1276, de oudste memorialen van het Hof van Holland en het stellen van ‘anima sua’ tot erfgenaam.

De heer Eekhof: het leven van Prof. Jodocus Heringa en de Jongh's predikantenlijst.

De heer Meyers: het begrip ‘mark’ in den histor. atlas.

De heer van Blom: eene in 1789 uitgegevene monographie over Texel en Laurens Brandligt's werken over vaartverbetering en andaanwinning in 1780.

[pagina 54]
[p. 54]

De heer Bijleveld: de archieven en portretten van den tak van Wassenaer van Warmond, de voorgenomene stichting van beurzen door het genootschap Noorthey, de indentificeering van het Leidsche gebouw op Jan Steen's tuinfeest, een pseudo burggraaf van Leiden te Parijs in 1720, en de portretgroep door Willem Buytenwech, aanwinst Rijksmuseum 1926.

Aanhangsel.

Op 8 Juni 1926 des avonds te 8 ure had de gebruikelijke bijeenkomst der Commissie en toegankelijk voor alle leden, plaats. Buiten de niet voltallige commissie zelf, waren bijna twintig leden opgekomen.

De gep. kap. t. zee F.E. baron Mulert, die als eenig spreker optrad, had als onderwerp aangekondigd: ‘onze oudste betrekkingen tot den Sultan van Marokko’. Op des sprekers wensch had de secretaris, na vele vruchtelooze pogingen, om eene behoorlijke kaart van dat land te vinden, eindelijk bij Dr. A.G. Kröller in firma W. Müller eene voor het doel uitnemend geschikte schoolkaart aangetroffen, die door den eigenaar op de meest hoffelijke wijze ter beschikking der Commissie is gesteld; een woord van dank voor deze vriendelijke hulp blijve hier niet achterwege.

De spreker, die blijkbaar vervuld is van geestdrift voor dit veelbesproken land, waar hij den winter doorbracht, vertelt een en ander over zijne ervaringen en wat hij meende daar te hebben opgemerkt. Het land is nog geheel zichzelf gebleven in tegenstelling met Algerië, dat een stuk van Frankrijk geworden is. Zijn naam ontleent het aan de stad Marakech.

Spreker memoreert het bezoek door den schilder-dichter A. Matham, die zich in het gevolg van den Ned. gezant bevond. Reeds in 1578 had Prins Willem I den Koning van Portugal met Duitsche en Hollandsche soldaten gesteund, wien het echter in Marocco slecht vergaan is. Ons eerste tractaat met dat land dagteekent van 1610. Zeerooverij bleef veel voorkomen en was volgens spreker van beide zijden als onoverkomelijk en geoorloofd aanvaard. Hij wijst vooral op den arbeid van kolonel Henri de Castries, die in zijne onuitgegevene Maroccaansche geschiedenisbronnen heel veel merkwaardigs ook over Nederland's optreden in die streek weet mede te deelen, ofschoon hij in ons land zelf maar weinig van zijne gading voor dit werk kon vinden. In het binnenland en vooral in het Zuiden heerschen nog heden feodale toestanden, waaronder de bevolking echter tevreden is. Over de

[pagina 55]
[p. 55]

Franschen als administrateurs weet hij weinig goeds te vertellen en denkt niet, dat zij er voor goed zullen blijven. Hier te lande wist men over dit land drie eeuwen geleden meer, dan thans; spreker wekt zijn gehoor op, om zelfs eens een kijkje te gaan nemen; de reis per boot is geriefelijk en snel.

 

De heer Blok, lid der Commissie, komt op tegen de woorden van den inleider, dat zeeroof van beide zijden als iets gewoons en geoorloofds zou worden beschouwd, ook wijst hij op de 17e eeuwsche geschiedschrijvers h.t.l., die wel wat meer van Marocco weten te melden, dan de heer de Castries denkt. De inleider dupliceert en wordt voor zijne moeite bedankt door den voorzitter.

In verband met het vorenstaande vertelt de heer Blok over de Ruyter's avonturen met Fransche kapers, o.a. met den marquis de la Lande, dien hij arresteert als piraat. Dat voorval heeft ons bijna in oorlog gedreven met Frankrijk, zooals onlangs nog uiteengezet is in een feuilleton in de N.R. Ct. door den heer H. van Malsen. Ook beschrijft hij de blokkade van Fransche roovers in de baai van Spezzia door de Nederlandsche vloot. De heer Mulert verdedigt nogmaals zijn standpunt i.z. de zeerooverij. Te 9.30 sluit de voorzitter de bijeenkomst.

Het is te hopen, dat de spreker van dezen avond er toe over zal willen gaan, zijne indrukken en ervaringen op schrift te brengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken