Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1923

[p. 50]

Bijlage V.

Rekening en Verantwoording van den Penningmeester, over het jaar 1922.
A. Algemeene rekening.

	Ontvangsten.
I.	Saldo der rekening over 1921	ƒ 2124,17^5
II.	Ontvangsten behoorende tot vorige dienstjaren (contributies)	ƒ 54,66
III.	Opbrengst van bezittingen, ten deele voortgekomen uit de legaten Buma, Verbrugge, Van Vollenhoven, Hamelberg, Suringar, Fruin, De Fremery, Netscher en Verdam	ƒ 519,90
IV.	Verkoop Handelingen en Levensberichten	ƒ 3,50
V.	Bijdragen in de kosten van den maaltijd	ƒ 95,80
VI.	Contributiën 1922/23	ƒ 5730,03^5
VII.	Legaat van iemand die onbekend wenschte te blijven	ƒ 300,-
	Legaat van mevrrouw de wed. Dr. W.N. du Rieu	ƒ 2000,-
VIII.	Afgeloste obligatie	ƒ 100,-
		_________
	Totaal der ontvangsten	ƒ 10928,07

[p. 51]

	Uitgaven.
I.	Uitgave behoorende tot het vorige dienstjaar	ƒ 37,55
II.	Kosten van bestuur	ƒ 1530,11
III.	Kosten der algemeene en maandelijksche vergaderingen	ƒ 342,55
IV.	Kosten der vaste Commissiën	ƒ 62,-
V.	Kosten van geschriften, door de Maatschappij uitgegeven	ƒ 2388,70
VI.	Kosten der Bibliotheek	ƒ 1749,34^5
VII.	Bijdragen: aan het Vondel-Museum ƒ 5.-; aan de Boekencommissie v.h.A.N.V. ƒ 10.-; aan het Openlucht-Museum ƒ 5.-; met kosten	ƒ 20,15
VIII.	Belegging van gelden	ƒ 2913,-
		_________
	Totaal der uitgaven	ƒ 9043,40^5
	Recapitulatie.
	Totaal der ontvangsten	ƒ 10928,07
	Totaal der uitgaven	ƒ 9043,40^5
		_________
	Batig saldo van het dienstjaar	ƒ 1884,66^5

Aldus opgemaakt door den Penningmeester:

(w.g.) J. Heinsius.

Leiden, 15 April 1923.

Gezien en goedgekeurd door het Bestuur:

(w.g.) H.T. Colenbrander.

(w.g.) Ph.S. v. Ronkel.

Leiden, 20 April 1923.

Gezien en goedgekeurd door de gecommitt.

Leden:

(w.g.) S. Hofker.

(w.g.) C. de Boer..

Leiden, 24 April 1923.

[p. 52]

Rekening en Verantwoording van den Penningmeester, over het jaar 1922.

B. Rekening van het Vaste Fonds.

	Ontvangsten.	Kapitalisatie.	Vlottend.
I.	Saldo der rekening over 1921	ƒ 2,31	ƒ 554,71
II.	Rente van het Fonds: 1/2 jaar rente van ƒ 20100 Inschr. Grootb. Nat. Schuld 2 1/2%	ƒ 63,95^5	ƒ 191,85^5
	1/2 jaar rente van ƒ 20300 Inschr. Grootb. Nat. Schuld 2 1/2%	ƒ 64,26	ƒ 192,79
III.	Rente van op de Leidsche Spaarbank belegde kasgelden		ƒ 21,20
		______	______
	Totaal der ontvangsten	ƒ 130,52^5	ƒ 960,55^5

[p. 53]

	Uitgaven.	Kapitalisatie.	Vlottend.
I.	Belegging van gelden	ƒ 100,91
II.	Subsidies: Aan de Comm. v.d. Geschiedk. Atlas, het tiende 1/10 gedeelte van het toegestaan subsidie		ƒ 50,10
	aan de Comm. v. Geschied- en Oudheidk., derde termijn v.h. honor. v.d. samenst. v. een suppl. op 't Repert. Vad. Gesch. 1911-'20		ƒ 75,-
	aan de Comm. v.h. Boerenhuis in Nederl., derde 1/3 gedeelte van het toegestaan subsidie		ƒ 40,-
	aan de firma E.J. Brill, tweede van vijf subsidies voor de uitgave van het Tijdschr. v. Ned. Taal- en Letterkunde		ƒ 37,50
	aan de Comm. v.d. Oudfriesche handschriften		ƒ 100,-
		______	______
	Totaal der uitgaven	ƒ 100,91	ƒ 302,60
	Recapitulatie.
	Totaal der ontvangsten	ƒ 130,52^5	ƒ 960,55^5
	Totaal der uitgaven	ƒ 100,91	ƒ 302,60
		______	______
	Batig saldo van het dienstjaar	ƒ 29,61^5	ƒ 657,95^5

Aldus opgemaakt door den Penningmeester:

(w.g.) J. Heinsius.

Leiden, 15 April 1923.

Gezien en goedgekeurd door het Bestuur:

(w.g.) H.T. Colenbrander.

(w.g.) Ph.S. v. Ronkel.

Leiden 20 April 1923.

Gezien en goedgekeurd door de gecommitt

Leden:

(w.g.) S. Hofker.

(w.g.) C. de Boer.

Leiden, 24 April 1923.