dat haar taak, bij de aanvankelijk aangenomen bepalingen, zeer netelig worden zou. De romankunst beleeft in alle landen van Europa een crisis, de oude wegen worden verlaten en nieuwe zijn nog niet gevonden. Zoo ook in Nederland. - Het bleek dadelijk reeds te vreezen te zijn, dat de Commissie, bij den vastgestelden leeftijdsgrens van 35 jaar, er niet ieder jaar in zou kunnen slagen, een boek ter bekroning voor te dragen, dat hare volle waardeering zou hebben, terwijl het haar anderzijds, voor het aanzien onzer litteratuur, betreurenswaardig zou lijken, een boek van slechts matige kwaliteiten door een prijs zoozeer onder de aandacht van het publiek te brengen.
Tengevolge van deze overwegingen hadden, in opdracht van het Bestuur, de Voorzitter en de Secretaris van de Commissie ten tweeden male een onderhoud met de Directie der Haagsche Post, hetwelk leidde tot een belangrijke wijziging der gestelde bepalingen. - De leeftijdsgrens, aanvankelijk vastgesteld op 35 jaar, werd opgeschoven tot 40 jaar, terwijl thans ook de Vlaamsche en Zuid-Afrikaansche jongere romanschrijvers voor den prijs in aanmerking kunnen komen.
In het najaar zal de tweede beslissing van het Bestuur en de Commissie worden bekend gemaakt.
Een der vraagstukken, waaraan de Commissie verder dit jaar hare bijzondere aandacht heeft gewijd, is: hoe te komen tot een verrijking van de Bibliotheek der Maatschappij, speciaal van de afdeeling moderne litteratuur. De Commissie heeft het van begin af aan zeer wenschelijk geacht, dat alle leden-bellettristen der Maatschappij een exemplaar van hun te verschijnen werken aan de Bibliotheek zouden afstaan. Om dit te bevorderen, meende de Commissie niet beter te kunnen doen, dan, in een circulaire, de aandacht der bellettristen te vestigen op het feit, dat zij door zulke inzendingen het belang van hun werk zeer wezenlijk dienen. Deze circulaire is aan alle bellettristen-leden der Maatschappij verzonden - terwille van de overige leden der Maatschappij vatten wij den inhoud van dit rondschrijven puntsgewijs samen: a. De Commissie der Maatschappij spreekt de hoop uit, dat de leden-bellettristen de Bibliotheek voortaan zullen beschouwen als het aangewezen historische depot voor hun werk; wanneer alle schrijvers geregeld een ex. van hun werken ter Bibliotheek deponeeren, zal de latere litteratuur-historicus daardoor in staat zijn, zich van de huidige periode onzer letterkunde een volledig overzicht te verschaffen; b. de ondeugdelijkheid van het huidige papier maakt het snel verlorengaan van vele werken waarschijnlijk. De Commissie adviseert de leden-bellettristen, het voor de Bibliotheek bestemde exemplaar van hun werk op Oud-Hollandsch papier te laten drukken. Bij genomen informatie bleek dit geen noemenswaardige extramoeite of kosten mede te brengen; c. de Com-