Bijlage VI. Verslag van de Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde.
De Commissie leed een gevoelig verlies door het overlijden van prof. mr. S.J. Fockema Andreae. Ofschoon de heer Andreae in de laatste jaren om gezondheidsredenen de vergaderingen niet meer bezocht, zullen de leden, die het voorrecht gehad hebben hem in de Historische Commissie te ontmoeten, een dankbare herinnering aan zijn omgang met de leden bewaren en niet licht vergeten hoe dikwijls hij de vaak verrassende resultaten van zijn studie daar heeft meegedeeld.
Den 3den Maart 1921 had de Commissie de eer prof. van Antal uit Hongarije in haar midden te zien, bij welke gelegenheid hij op boeiende wijze vele wetenswaardigheden uit verleden en heden van zijn Vaderland vertelde.
In het afgeloopen jaar vergaderde men wederom bij de leden aan huis en werd besloten dit voortaan te blijven doen.
Aan stof tot bespreking ontbrak het ook nu niet; op elke samenkomst waren er gemeenlijk vier of meer leden, die kleine bijdragen leverden. Voorzoover over het ter tafel gebrachte de inleider reeds nu een boek- of tijdschriftartikel in het licht heeft gezonden of dit eerlang mocht doen, is een opsomming van onderwerpen, die behandeld zijn, hier overbodig, ja noodelooze uitgaaf van drukkosten te achten. En voorzoover het onderwerp niet tot een boek- of tijdschriftartikel aanleiding is geweest, droeg het ter sprake brengen ter vergadering er van meer 't karakter van een gemeenlijk wèl geslaagde poging tot gezellig historisch verkeer onder de aanwezigen, en is hier een enumeratie dier onderwerpen naar het oordeel van den ondergeteekende niet verantwoord om even gemelde reden.
De wet van de Maatschappij bepaalt in art. 57, dat elke Commissie jaarlijks vóór de bestuursvergadering, voorafgaande aan de jaarlijksche vergadering, schriftelijk verslag van haar werkzaamheden uitbrengt aan het bestuur, hetwelk beslist op welke wijze dit ter kennis der leden zal worden gebracht. Aan dit voorschrift hiermee gevolg gegeven hebbende, wenscht ondergeteekende te besluiten met de mededeeling, dat in het afgeloopen jaar prof. Knappert president en de ondergeteekende secretaris was en dat er thans acht leden in de Commissie zijn en daarnevens