Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1875
(1875)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
Verslag over den Staat van de Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het jaar 1874-1875.M.M.H.H.
Het zou mij leed doen, indien ik als Bibliothecaris weder met treurige berichten tot U moest komen, terwijl wij nog vervuld zijn van het feest, dat Neerlands oudste academiestad heeft mogen vieren. Doch stelt U gerust; ik heb U enkel goede dingen te melden. Laat ik beginnen met den Catalogus, waarnaar gij zeker verlangend uitziet. Deze ligt grootendeels voor de pers gereed. Het verheugt mij U reeds een proefblad te kunnen toonen, waaruit U blijken kan, hoe de nieuwe Catalogus zal worden uitgegeven. In October hopen wij met het drukken te beginnen, en dan kan het werk geregeld worden voortgezet. Het eerste deel zal weder de taal- en letterkundige, het tweede de geschied- en oudheidkundige titels bevatten. In een derde en vierde deel zullen de Tooneel-litteratuur en de Handschriften een plaats vinden. Reeds voor eenige maanden, toen ik de titels voor het tweede deel had geschikt, dachten wij met het drukken een aanvang te kun- | |
[pagina 23]
| |
nen maken, maar spoedig bleek, dat bij de letterkundige afdeeling nog gedurig titels voorkwamen, die beter elders geplaatst zouden zijn. Wanneer ik U herinner, dat de tegenwoordige indeeling van den Catalogus in vele opzichten van de oude afwijkt, dan zal het U niet moeielijk vallen te begrijpen, hoe er telkens kleine veranderingen moeten worden gemaakt. Het is daarom wenschelijk de kopij niet in handen van den zetter te geven, voordat de laatste revisie heeft plaats gehad. Grooten dank ben ik schuldig aan ons medelid De Stoppelaar, die mij bij het taal- en letterkundig gedeelte krachtig heeft ter zijde gestaan, en aan onzen bibliotheekraad Tiele. Ik ben maar een dilettant in het vak; zonder de voorlichting en terechtwijzing van den laatsten zou ik het niet wagen mijn werk het licht te doen zien. Wanneer de leden zich eerlang mogen verblijden in het bezit van een niet alleen vermeerderden maar ook verbeterden Catalogus, zullen zij dit vooral aan mijne medehelpers zijn verplicht. Wat onze boekerij betreft, zij is in het afgeloopen jaar door vele schenkingen belangrijk toegenomen. Wederom mag ik er op wijzen, hoe een onzer voornaamste uitgevers, de firma Wolters te Groningen, uit zijn fonds ons alles heeft afgestaan, wat wij verlangden. Mocht dit voorbeeld nog meer navolging vinden! Indien de uitgevers willen medewerken, dan zal een volgend geslacht niet behoeven te klagen, dat vele werken van onzen tijd in eene bibliotheek worden gemist, waar men ze later zeker zoeken zal. Ook door aankoop is onze boekenschat verrijkt; de penningmeester was gelukkig in staat een som beschikbaar te stellen, groot genoeg om mij oudere en nieuwere boeken te doen aanschaffen, die als onmisbaar kunnen worden beschouwd. De lijst der bijgekomen boeken zal U dienaangaande verder inlichten. | |
[pagina 24]
| |
Verder kan ik U melden, dat ook de brochures en overdrukken, die tusschen de boeken waren misplaatst, in portefeuilles behoorlijk geordend zijn. Voor het opknappen van onze boeken, die grootendeels in onvoldoenden staat verkeeren, konden wij niet meer doen dan het noodigste. Maar hierin zal wel verbetering komen, als straks onze boekenschat naar een beter gebouw wordt overgebracht. Onze andere verzamelingen, behalve die der handschriften, zijn niet vermeerderd. Wat de zegels betreft, betreur ik dit niet. Zij behooren bij ons niet te huis. Wanneer gij, M.M.H.H. er ook zoo over denkt, gelijk ik hoop, zult gij zeker het verzoek van den Rijksarchivaris met algemeene stemmen inwilligen. De belangstelling in onze bibliotheek neemt voortdurend toe. Er werden in het afgeloopen jaar 993 boeken uitgeleend, tegen 712 in het vorige jaar. Dit cijfer spreekt duidelijk genoeg. Vooral werden onze oude tooneelstukken en genootschapswerken gevraagd. Aan meer dan honderd personen, leden en niet leden, binnen en buiten de stad, werden boeken ten gebruike afgestaan. Uit deze opgaven zal U tevens blijken, dat ik meer hulp verlangen mag, dan ik van een enkelen bediende vergen kan. Voor het behoorlijk catalogiseeren der ingekomen boeken, vervolgen genootschapswerken, rest mij in de gewone zittingsuren bijna geen tijd. Het bearbeiden van den nieuwen catalogus moest op andere dagen geschieden. Doch in dit opzicht gaan wij beter tijden te gemoet. Als onze boekerij met die van de hoogeschool in verband is gebracht, zullen alle werkzaamheden geheel anders geregeld moeten worden. Ik hoop U over een jaar te kunnen melden, dat deze belangrijke zaak haar beslag heeft gekregen. Reeds nu kan ik U de blijde tijding brengen, | |
[pagina 25]
| |
dat de plannen tot uitbreiding van de Akademische bibliotheek door de verschillende collegiën zijn goedgekeurd. Onze bibliotheek, na langer dan een eeuw te hebben rondgezworven, en vijf en twintig jaren in dit gebouw gehuisvest te zijn, zal dus eindelijk een vast en harer waardig verblijf ontvangen.
De verzameling van handschriften is vermeerderd met Acten van de particuliere Hollandsche synoden in 1574 tot 1587. 4o. | |
Lijst der bijgekomen boeken.Aanplakbiljetten van den Leidschen Schouwburg, van 28 Nov. 1814 tot 18 Jan. 1819. Aanspraaken, gedaan bij gelegenheid van de overgifte der vaandels aan de gewapende burgermagt van Leijden op den 3 van Wijnm. 1795. Het 1e jaar der Bataafsche Vrijheid. (Leiden). D'Ablaing van Giessenburg, De Tijdgeest. Utr. 1874. Abrégé de la grammaire Suédoise. Göteborg 1811. A. Admiraal, Een schoofje distels. Arnhem 1874. Album studiosorum Academiae Lugduno Batavae MDLXXV-MDCCCLXXV. Hagae-Comitum 1875. 4o. H.J. Allard, Pater Adrianus Cosijns. S.J. Een historisch-letterkundige schets; met genealogische tabellen. Amst. 1873. E. de Amicis, Olanda. Firenze, 1874. P.J. Andriessen, Langs Doornen en distelen. Een Verhaal. Dev. 1874. P.J. Andriessen, Voor oud en jong. Leiden in 1573 en 1574. Uit het dagboek van Martha Jansd. Brouwer. Amst. (1874). P.J. Andriessen, Een Gentsche vrijheidszoon. Een episode uit de geschiedenis van Vlaanderen. 1335-1345. Leiden 1874. P.J. Andriessen, Tusschen mal en dwaas, of wat een meisje te ge- | |
[pagina 26]
| |
nieten en te lijden heeft, eer zij de wereld in is. Amst. (1874). Archief voor de Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht. Bijdragen, Dl. I, Afl. 1-3. Utr. 1874. H. Barge, ‘Wij gaan vooruit.’ Een woord van bemoediging - toegesproken den 8 Jan. 1874. Amst. 1874. N. Beets, Gesprek over letterdieverij, navolging en oorspronkelijkheid en andere opstellen. Haarlem 1873. F.W.B. van Bell, De wetenschap van het zedelijke leven. Gron. 1873. N.P. van den Berg, De Muntquestie met betrekking tot Indië. Batavia 1874. J.L. Bernhardi, De Zeeuwsche vrijbuiter bij het beleg van Leiden, of nauwkeurig verhaal van Leidens beleg en ontzet in 1574. Gouda 1874. Beschrijving van de enkele en dubbele Vroedschapsof Stadhuispenningen der stad 's Hertogenbosch van 1704 tot 1793. (Niet in den handel.) 's Hertogenb. 1874. Bibels Tresoor, ofte der zielen lusthof, uytgebeelt in figuren, door verscheijden meesters ende gesneden door Christoffel van Sichem. Amst. 1646, 4o. Bibliotheca-Opten-Noorthiana, continens libros collectos a G. Opten-Noorth. Amstelodami 1742. S. Blaupot ten Cate, De Wet op het lager onderwijs (13 Augt. 1867. Staatsblad No. 103), na haar tienjarig bestaan toegelicht. S. Blaupot ten Cate, Handleiding tot de kennis der Wet op 't lager onderwijs, met eene geschiedk. schets der Wetgeving op 't lager onderwijs in Nederland. - Gron. 1871. S. Blaupot ten Cate, De Wet op het lager onderwijs, met aanteekeningen. Tweede druk. Gron. 1875. R. Koopmans van Boekeren, Op het Loo. Toespraak bij gelegenheid van het Zilveren Kroningsfeest. Leiden 1874. J. Bos, Val en opstanding van Europa. Eene voorlezing. Rott. 1874. J. Bosscha, Willem de Clercq herdacht. (Niet in den handel). 's Gravenh. 1874. H. Böttger, Diöcesan- und Gau-Grenzen Nord-deutsch- | |
[pagina 27]
| |
lands zwisschen Oder, Main, jenseit des Rheins, der Nord- und Ostsee von Ort zu Ort schreitend festgestellt, nebst einer Gau- und einer dieselbe begründenden Diöcesankarte. Hannover 1874. H. Bouman, Opvoeding en onderwijs, gegrond op des menschen lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Afl 1. Gron. 1873 en 74. J. van Braambeek, De Nutscatheder kan en mag dienstbaar gemaakt worden tot het aankweeken van liefde tot het vaderland. Amst. 1874. C. Brandt, Himne oft' Lofsanck van Hollandt, in Duijtsch ende Franchoijs. Leiden, 1595. 4o. H.J. Broers, Bijdragen tot de geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen. Uitgegevene en onuitg. stukken. Utr. 1869. P. Brooshooft, Academische dissolving-views. Leiden, 1875. J.D.B. Brouwer, Opwekking tot Godverheerlijking. Predikatie op het derde eeuwfeest van Leidens ontzet. Leiden 1874. C.T. van der Brugghen van Lauwenrecht, Ode au Roi lors de la fête du 12 Mai 1874. Amst. 1874. Verscheijden Bruijlofs-dichten ende liedekens, ghedicht ende ghecomponeert bij verscheijden gheesten, enz. Leiden 1611. 4o. obl. D. Buddingh, Mijn laatste woord over Dietscher Jacob van Maerlant en zijne zoogenoemde Vlamingschap. Utr. 1874. Catalogue de la Bibliothèque de feu E.M. Beima. Leide et Amsterd. 1874. Catalogue de la Bibliothèque de feu M. Benzon. Paris. 1875. Catalogues des diverses collections de livres, d'archives, d'antiquités, de monnaies etc. délaissées par C.G.H. Guillon. Roermond 1874. Catalogus van de Tentoonstelling van Zaanlandsche oudheden en merkwaardigheden, in het gemeentehuis te Zaandam. Westzaan 1874. Catalogus der Boekwerken uitmakende de Bibliotheek van het Leesmuseum te Amsterdam. Supplement met Alph. re- | |
[pagina 28]
| |
gister der schrijvers en der anonijmen van den geheelen catalogus. Amst. 1874. Catalogus der boekwerken, uitmakende de Bibliotheek van het Leesmuseum te Amsterdam. Amst. 1867. Catalogus Vereeniging van leeraren aan inrichtingen voor middelbaar onderwijs. Tentoonstelling van hulpmiddelen bij het middelbaar onderwijs. Utrecht. (1872). Catalogus van het archief der Illustre lieve Vrouwe Broederschap te 's Hertogenbosch, opgemaakt door Jhr. P.J. van der Does de Bije. 1874 (Niet in den handel). Waarbij: Leden van de Illustre lieve Vrouwe Broederschap. 1874. ('s Hertogenbosch). Catalogus van de openbare boekerij te Gouda. Gouda, 1874. Catalogus eener verzameling van Boeken, nagelaten door wijlen M.R.E. Baron van Heeckeren van Walien. Fransch en Hollandsch. Zutphen 1834. Met wit papier doorschoten, waarop de namen der koopers. Catalogus van eene verzameling van duizende Prentverbeeldingen enz. Prentwerken en Handschriften, Atlassen enz. van wijlen Jan Scholten. Amsterdam 1852. Met wit papier doorschoten waarop namen der koopers. Z. Conrad von Uffenbach, Merkwürdige Reisen durch Niedersachsen, Holland und Engelland. Ulm und Memmingen, 1753-1754. 3 Th. F. de Cort, Zingzang. Brussel 1866. 4o. J. Craandijk en P.A. Schipperus, Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Afl. 1-6. Haarlem 1874. J.H. van Dale, Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal. 's Gravenh., Leiden, Arnhem 1872. J. van Dans, Dorodilaee ofte kus-hemel van Ledee. Arnh. 1637. 16o. Deductie van de Vroedschap der stad Leijden. (Leiden 1795) fo. J.M.E. Dercksen, Gedenkboek van het derde eeuwfeest van Leidens ontzet. Leiden 1874. J.M.E. Dercksen, Korte beschrijving van Leijden. Wegwijzer voor vreemdeling en stadgenoot. Met platte grond. Leiden 1874. J.M.E. Dercksen, Febr. en Juni 1875. Gedenkboek der | |
[pagina 29]
| |
feestvieringen ter gelegenheid van het 300jarig bestaan der Hoogeschool te Leiden. Met platen. Leiden 1875. Afl. 1. J.M.E. Dercksen, 1849-1874. Een lied voor den Koning. Rott. (1874). J.J. Diest Lorgion, Letterkundige nalatenschap. Gron 1871. F.M. Dikema, Gedichten. Gron. 1873. J.I. Doedes, De aanval van een materialist (L. Büchner) op het geloof aan God besproken. Utr. 1874. J.I. Doedes, De toepassing van de ontwikkelingstheorie niet aan te bevelen voor de geschiedenis der godsdiensten. Redevoering. Utr. 1874. J. Douwes, De wijsgeer J.F.L. Schröder. Gron. 1870. J. Dyserinck, De Apocriefe Boeken des Ouden Verbonds, uit het Grieksch opnieuw vertaald, met opschriften en aant. Met inleiding van A. Kuenen. Haarl. 1874. J. van Egmond Jz., Nieuw-jaars-gifte aan de jonge jeugt, ofte 36 ambachten verbeeld in 36 figuren met veersjens. Amst. (1750). J.H. Eichman, Het beleg en ontzet der stad Leiden in 1574, met portret en fac-similé van P.A. van der Werff. Leiden 1874. W.J. van Eys, Le verbe auxiliaire Basque. Paris, 1874. C. Ekama, Catalogus van boeken, pamfletten enz. over de geschiedenis van Haarlem, van de omstreken, van eenige voorname inwoners en van het huis van Brederode bijeengebracht, st. 1 1188-1800, st. 2 1801-1874. Haarl. 1874. 4o. A.H.A. Ekker, Voorbereidend hooger onderwijs en het ontwerp Geertsema. Zwolle 1874. A.J. Enschedé, Bijdrage tot de geschiedenis van den Grafelijkheids-tol te Sparendam. Haarlem 1874. A.J. Enschedé, Index op de keur- en gebodregisters van de stad Haarlem, van 1490 tot 1694, aangevuld tot 1755. 's Gravenh. 1875. | |
[pagina 30]
| |
Feestbundel, bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van den Utrechtschen Studenten-Almanak bijeengebracht door eenige oud-redacteuren. Utr. (1871). Officiëele Feestwijzer voor het 3e eeuwfeest van Leidens ontzet, 2-7 October 1874. Leiden, 1874. Hierbij eenige liederen in die dagen gezongen. C. Fogteloo, Leidens nood en ontzet in 1574. Histor. novelle. Leiden 1874. C.M. Francken, Prometheus en Pandora. Bijdrage tot de kritiek van Hesiodus. Groningen 1864. C.M. Francken, Studie van taal- en letterk. als propaedeusis. Gron. 1873. C.M. Francken, Eenige opmerkingen omtrent het aanhangige Wetsontwerp op het Hooger onderwijs. Gron. 1874. C.M. Francken, Oratio de civitate Atheniensi poetices patrona. Groningae (1874). Frisius, Nederlandsche stellingen. 's Gravenh. z. jr. R. Fruin, Het beleg en ontzet der stad Leiden in 1574. 's Gravenh. 1874. R. Fruin, J.E.H. Hooft van Iddekinge en W.J.C. Rammelman Elsevier, De oude verhalen van het beleg en ontzet van Leiden. Bij gelegenheid van het derde eeuwgetijde in hun oorspronkelijken vorm herdrukt. 's Gravenh. 1874. 4o. H. Gerlings, De aloude Rhetorijkkamer, de Wijngaartranken, onder het blazoen ‘Liefde Boven Al.’ te Haarlem. J.J.A. Gouverneur, Nieuwe fabelen en versjes. 6e druk. (Tafel- en Versjesboek 1e Gedeelte). Gron. 1872. 12o. J.J.A. Gouverneur, Prettige deuntjes en liedjes. 4e druk. (Tafel- en Versjesboek 2e ged.). Gron. 1873, 12o. J.J.A. Gouverneur, Wat oom Jan nog in zijn zak vond. 2e druk. (Tafelen Versjesboek 3 ged.). Gron. 1872. 12o. J.J.A. Gouverneur, Mijn laatste Sint Nicolaas. 4e druk (Tafel- en Versjesboek 4e ged.). Gron. 1873. 12o. J.J.A. Gouverneur, Gezamenlijke gedichten en rijmen. Gron. 1873. | |
[pagina 31]
| |
J.J.A. Goeverneur, Gezamenlijke gedichten en rijmen. Gron. 1874. J. Gram, Gedenkschriften van de feesten in Mei 1874. Met platen. Arnh. 1874. 4o. W. Grimm, Zur Literatur der Runen, nebst Mittheilung runischer Alphabete und gothischer Fragmente aus Handschriften. Wien 1828. Groen van Prinsterer, Maurice et Barnevelt. Etude historique. Utrecht 1875. J. Groneman, Bladen uit het dagboek van een Indisch geneesheer. Met voorr. van P.J. Veth. Gron. 1874. D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens, Nederlandsche Letterkunde. De voornaamste schrijvers der vier laatste eeuwen. Gron. 1874. J.H. Gunning Jr. D. Chantepie de la Saussaye over de theologische faculteit aan de Hoogeschool. Amst. 1874. G.F.H....... Kurze aber vollständige leichtfassliche Schwedische Sprachlehre, nebst einem kleinen Wörterbuche und Gesprächen. Hamb. u. Altona. o.J. J. van der Have, Filips van Marnix van St. Aldegonde. Haarlem 1874. J.P. Heije, Innigst leven eens dichters. Poëzie des Huizes. Eerste Bundel 1848-1853. (Niet in den Handel). Haarlem 1873. P. Heijting, De leerplicht. Eenige beschouwingen naar aanleiding van het wetsontwerp van S. van Houten. Amst. 1873. H.J. van der Heim, Het archief van den Raadpensionaris Ant. Heinsius. 2 Dln. 's Gravenh. 1867 en 1874. N. Heinsii Poematum nova editio. Acc. J. Rutgersii Postuma et adoptivorum carminum libri II ad C. Sancta-Maaraeum. Amst. 1666. N. Henckel, Eeuwige laurier-bladeren, geplukt voor de scherpzinnigen van der Noot, ter gelegenheid van zijne blijde en verrukkende inkomste binnen Gend. Gedicht z. pl. en jr. In plano. Een schoone Historie van den Ridder Malegijs, van nieuws gecorrigeerd en verbeeterd na de Françoische taal. Amst. (1606). 4o. | |
[pagina 32]
| |
H.A. des Amorie van der Hoeven, Onze lieve vrouw van Lourdes. Toespraak. Amst. 1873. W.J. Hofdijk, Leijdens wee en zegepraal. Leiden. 1874. K. Hofkamp, Klokjes. Nieuwe vertellingen van den torenwachter. 3e druk. Gron. 1873. K. Hofkamp, Vertellingen van den torenwachter. Een leesboek. 5e druk. Gron. 1874. J.J. den Hollander, Handleiding bij de beoefening der Land- en Volkenkunde van Nederl. Oost-Indië. Breda. 1874. Dl. I, 3e uitg. J.H.H. Hülsmann, De directeur der Hoogere burgerschool. Toespraak. Breda 1873. Op het Huwelijk van Henricus Hasebroek, dienaer aan de Oude Wetering, met Elisabeth Blauw. 's Graavenh. den 11 van Slagtmaand. 1777. Huwelijkszangen voor den Heer Maximiliaan van 's Gravesande en Jonkvrouwe Anna van der Aar de Sterke, d'esselicker woude, Woubrugge 16e van Oogstmaand 1725. J.G. Jäger, Voorwaardelijk kosteloos onderwijs op de openbare school. Met eene inleiding. Amst. 1873. Jansen van der Goes, Verzameling van huwelijks en lijkdichten. Amst. 1679-96. 4o. A. de Jong, Den Aarts-vader Jacob en het Regentschap van Joseph in Egipten, in rijm gebracht. Utr. 1823. J.J.F. de Jong van Beek en Donk, De Val der July-monarchie. Utr. 1874. De Jonge van Ellemeet, Albano von Jacobi, Generaal en Agaveën-monograaf. Levensberigt. z. pl. en jr. J. Jongeneel, De Grondwet van 1848. Feestrede Deventer 1873. T. Jorissen, Charlotte de Corday. Eene historische studie. Gron. 1864. T. Jorissen, Gijsbert Karel van Hogendorp en Leopold van Limburg-Stirum in de dagen van 17-21 November 1813. Wederlegging van R.F. Fruin. Gron. 1869. Kalender der Leidsche Academie en naamlijst harer professoren. 1575-1875. Met ‘Vox Studiosorum’ van 3 Febr. 1875 No. 4, Leiden 1875. | |
[pagina 33]
| |
Martin Kalff, Machteld van Velzen. Toneeldicht. Amst. 1873. Martin Kalff, Het Amsterdamsch Stadhuis thans Koninklijk Paleis. Amst. 1874. C.M. Kan, Ontdekkingsreizen van den nieuweren tijd. Dl. I. Africa. Utr. 1871. C.M. Kan en N.W. Posthumus, Atlas der natuurk. aardrijkskunde, in 27 in kleuren gedrukte kaarten. Arnh. (1874). J.C. Kindermann, Lodewijk van Nassau beschouwd naar zijn leven en karakter. Utr. 1874. J.C. Kindermann, (Chonia), Een geharnaste bijbellezing naar aanleiding van Matth. XXIII, voor ultramontanen en niet-ultramontanen. Utr. 1874. G. Kinkel, Peter Paul Rubens. Vortrag gehalten im Rathhaussaale zu Zürich. Basel 1874. (Batavus) Klagte van eenen Zoon, over den toestand van zijn's Vaders huis. Gedicht. Z. pl. en jr. J. Kneppelhout, Een beroemde knaap. Ter herinnering aan Jan de Graan. 's Gravh. 1875. W.J. Knoop, Krijgs- en geschiedkundige geschriften. Dl. I-IV, VII en VIII. Schiedam 1862-1867. Henry W. Kooy, Het Grondwets-Jubilaeum op 3 November j.l. en de Amsterdamsche pers. Kampen. 1874. A.J. Kronenberg, Hoe men Nederlandsch schrijft. Officieele en niet-officieele cacographiën. Devent. 1875. Friedrich Kruse, Budorgis oder etwas über das alte Schlesien vor Einführung der Christlichen Religion, besonders zu den Zeiten der Römer. Nach gefundenen Alterthümern und den Angaben der Alten. Leipzig. 1819. A. Kuijper, Het Calvinisme, oorsprong en waarborg onzer constitutioneele vrijheden. Een Nederlandsche gedachte. Amst. 1874. G.H. Lamers, De wetenschap van den godsdienst en de christelijke theologie. Redevoering. Gron. 1874. E. Laurillard, Gedichten, ernstig en los. Amst. 1874. D.J. van Lennep, Poematum fasciculus. Amst. 1850. | |
[pagina 34]
| |
L. Leopold, Uit Zuid-Nederland. Vlaamsche verzen en versjes. Gron. 1868. L. Leopold, Blaren van allerlei boomen. Verzen en versjes, 2e druk. Gron. 1874. L. Leopold, Leesboek voor de Volkschool. 7 Dln. 3e druk. Gron. 1874. M. Leopold, De opvoeding in huis en school. Korte stellingen, wenken en meeningen. 3e druk. Gron. (1870). 12o. M. Leopold, Natuurgenot. Groepen en beelden uit het natuurleven, tot een leesboek verzameld. 4e druk. Gron. 1874. M. Leopold, De Tolk. Bloemlezing ter vertaling. Gron. 1874. M. en L. Leopold, Een sleutel. Rij van oorspronkelijke prozastukken. Gron. 1874. J. van Liefland, Utrecht's oudheid in afbeeldingen en beschrijving. Z. pl. en jr. 4o. J.L. van der Linden, Den eerelijcken pluck-voghel, gepluckt in diversche pluijmkens van minne-liedekens, ende andere vrolyckheden uijtgebroeijt. Antw. (1670). 16o. obl. (A. Rutgers van der Loeff), Inwijdings-woord gesproken door den Voorzitter der Commissie, naar aanleiding van de uitbreiding der lokalen van de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden, 15 Nov. 1873. Leiden 1873. H.J. van Lummel, Leidens beleg in 1574. Amst. 1874. E. Lynn Linton, Meliora Latent. Naar het Engelsch door Héloise. 's Gravenh. 1875. Letterlievend Maandschrift, 1824-1849. Nieuwe Serie, 1850. P. Louis Maimbourg, Histoire de la décadence de l'empire après Charlesmagne et des différends des Empereurs avec les Papes au sujet des investitures et de l'indépendance. Paris 1681. Marmontel, Belisaire. Paris. 1767. Hierachter: Pièces relatives à Bélisaire. Marmontel, Belisaire. Liege 1777. J.C. Matthes, Uit onze beste schrijvers. Een leesboek. Gron. 1873. G. Mees Az., George Philip Frederik Groshans. (Rott. 1874.) Niet in den handel. | |
[pagina 35]
| |
H.U. Meijboom, Magnetisme en tafeldans. Een nutsvoorlezing. Veendam 1874. Minne-Kund, ofte philosophie der liefden. Uyt het Frans vertaalt door J. H(eemskerck). Mitsgaders S.A. de Braijs, Minne-Zughjes. Amst. 1627-1628. 8o. obl. Missive, geschreven van een lief-hebber der waarheyd, aan een zijner vrienden tot Rotterdam, wegens den bewusten slapenden Stolwijksen boer. Rotterdam 1707. Plano. Waarbij verschillende andere stukken op rijm, betreffende dit geval. W. Modderman, De receptie van het Romeinsche regt. Gron. 1874. W. Moll, De idee der universiteit in hare historische ontwikkeling. Rede. Amst. 1874. H.E. Moltzer, Shakspere's invloed of het Nederl. Tooneel der 17e Eeuw. Gron. 1874. H.E. Moltzer, Bilderdijk en het Nederlandsche volk. Aan wien de schuld der verwijdering? Gron. 1873. G. de Mortillet et A. de Caix de Saint-Aymour, Indicateur de l'Archeologue. Bulletin mensuel illustré. Tome I et II. S. Muller Fz., Mare Clausum. Academisch proefschrift. Amst. 1872. La Muse maçonne ou recueil de poèsies diverses, odes, cantates et discours en vers et en prose, concernant la Maçonnerie. La Haye 1773. Nieuw-jaer-wensch, Vereerd uyt vol erkentenis, met allergrootste plichtgewis. Aan de H.H. koopers en stokhouders dezer stadt Gent, door de Arbeyders der Venditiën. Gedicht. Z.p. en jr. Plano. A.H. Nijland, De slag op de Zuiderzee. Hoorn, 1873. A. Nuiver en O.J. Reinders, Oudheid en Middeleeuwen. Verhalen en schetsen. Gron. 1873. A. Nuiver en O.J. Reinders, Nieuwe Geschiedenis. Verhalen en schetsen. 3e druk. Gron. 1874. A. Nuiver en O.J. Reinders, Vaderlandsche Geschiedenis. Schetsen en tafereelen. 3e druk. Gron. 1874. W.J.F. Nuyens, Geschiedenis van het beleg en ontzet van Leiden in 1574. Met kaart. Leiden 1874. | |
[pagina 36]
| |
Richei van Ommeren, Carmina et Oratio, acc. carmina S. van Ommeren. Ed. M. Siegenbeek, Lugd. Bat. 1827. Waarachtig onderzoek wegens verzuim in het waarnemen der oude handvesten van Leiden, als ook middelen ter verbetering der finantiën en voorkoming van Hollands dreigende val. Onder de sinspreuk ‘Veritas odium parit’ (Leiden 1748). Les origines du texte masoréthique de l'ancien testament. Paris 1875. Oud-jagers van de Leidsche Hoogeschool. Verslag van de bijeenkomsten der oud-jagers van de Leidsche hoogeschool in Aug. 1856 en 1861. Amst. A.H. de St. George, Seconde lettre d'un des chasseurs-volontaires de Leyden a ses anciens frères d'armes. 1851. J.A. van Hamel, Toespraak, gehouden op de 7de bijeenkomst der oud-jagers. 1875. Verslag van de zevende bijeenkomst op 8 Febr. 1875. Gaston Paris, Le petit poucet et la grande ourse. Paris, 1875. 12o. De Pace reipublicae et unione servanda. Paraenesis ad Belgas. Traj. ad Rhenum (1757). E. Philadelphum, Der Francoysen ende haerder naghebueren Morghen-Wecker. Overgheset door Jan Fruytiers. Dordr. 1608. O. Pitsch, Landbouw-onderwijs in Nederland. Gron. 1871. De pligten, wetten of algemeene reglementen der vrije metzelaaren, in eene nieuwe order geschikt en goed gekeurt bij de groote loge der Zeven Vereen. Nederlanden. Les devoirs, statuts etc. 's Gravenhage 1773. M.E.C. Plemp, De practische timmerman. Handboek voor architecten enz. naar J. Promnitz. Leiden 1873. M.E.C. Plemp, Bouwkundig Album. Verzameling van kleine ontwerpen. Serie 2. Afl. 1-5. Gron. 1875. Les anciens Poètes de la France, publiés sous les auspices de S. Exc. le Ministre de l'instruction et des cultes, et sous la direction de M.F. Guessard. 10 Tomes. Paris 1859-1866. E.J. Potgieter, Verspreide en nagelaten werken. | |
[pagina 37]
| |
Proza, Poëzy, Kritische Studiën. Uitg. onder toezigt van Joh. C. Zimmerman. Haarlem 1875. Afl. 1-10. Gualdo Priorato, Teatro del Belgio, o sia descrittione delle 17 Provincie del medesimo; con le piante della citta, e fortezze principali etc. Aggiontovi un succinto racconto di quanto è occorse della mossa d'armi del Ré Christianissimo contro gli Stati Generali delle Provincie Unite, sin' al fine del 1672. Avec. pl. Francofort 1683. fo. Proeve van een Wetsontwerp tot regeling van het Hooger Onderwijs. Uitgegeven door H. Sanders Ezn. onder medewerking van W.N. Gunning, A.A.G. Guye, B.J. Stokvis e.a. Amst. 1874. S.J.E. Rau, Orfeus, Lyrisch treurspel in vijf bedrijven. Leiden, 1873. L.W.E. Rauwenhof, De zaak van het Hervormde weeshuis. Een woord aan de Leidsche burgers. Leiden 1874. Reglement voor de Burger Societeit ter bevordering van eendragt, opgericht binnen Leijden 1 October 1786. (Leiden). J.K. de Regt, Magdalena Moons, tijdens het beleg van Leiden in 1574. Hist. Tooneelspel. Leiden, 1874. Tony, twee reisnovellen van den Rijn. Noord-Nederl. uitgave onder toezicht van Van Vloten. Haarlem. Z. jr. Rélation de l'inquisition de Goa. Pasir 1688. R.R. Rijkens, De Reiziger. Aardrijkskundige beschrijvingen en schilderingen. Leesboek. 3e druk. Gron. 1873. T. Roorda, Over dichtmaat, versmaat en versbouw. Inzonderheid in de Holl. Duitsche, Fransche, Grieksche en Romeinsche, Arabische en Oud-Indische poëzie. 's Gravenh. 1863. J. Rutgers, Het ontwerp-Geertsema tot regeling van het Hooger onderwijs, met de memorie van toelichting. Uitgegeven met aanteekeningen. 's Gravenh. 1874. W-s, Schultze und Müller in Holland. Leipzig (1873). M. de Saint-Marc, Oeuvres de Boileau Despréaux, Avec des éclaircissements historiques donnés par lui même, et rédiges par M. Brossette; augmentées de plusieurs pièces, tant de l'auteur, qu'ayant rapport à ses | |
[pagina 38]
| |
ouvrages. Avec des remarques et des dissertations critiques. Nouvelle Edition. 5 Tomes. Amst. 1772. W. Scheffer, Het wijsgeerig pessimisme van den jongsten tijd. Leiden 1875. Joan. Schildius, De Caucis, nobilissimo veteris Germaniae populo libri duo. Lugd. Bat. 1649. De Schoolbode, Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding. 1873 Jan.-October 1874. Gron. G.D.J. Schotel, Zeden en gebruiken aan de Zaanstreek. Uitgegeven naar aanleiding van de tentoonstelling van Zaanlandsche Oudheden en merkwaardigheden. Afl. 1-3. Haarlem, 1874. G.D.J. Schotel, Het leven van Pieter Adriaansz. van der Werff. Leiden 1874. G.D.J. Schotel, Het edele driemanschap: Van der Werf, Dousa, Van Hout. Bij gelegenheid van het driehonderdjarig herdenken van Leiden's ontzet in October 1874. Haarlem 1874. A.J. Servaas van Rooijen, De magt der liefde. Oorspronkelijke novellen. 2e druk. Utr. 1875. M.A. Snoeck, Beschrijving van de enkele en dubbele vroedschap- of stadhuispenningen der stad 's Hertogenbosch, 1704-1793. 's Hertog. 1874. M.A. Snoeck, De 's Hertogenbosche Block- en Bedelpenningen, met afbeeldingen en platen. 's Bosch. 1874. (Niet in den handel.) M.A. Snoeck, De 's Hertogenbosche Hondenpenningen. 's Bosch 1875. (Niet in den handel.) S.C. Snellen van Vollenhoven, Pinacographia. Afbeeldingen van meer dan 1000 soorten van Noordwest-Europeesche sluipwespen. 's Hage, 1875. 4o. Soera Rana (J. Esser Jr.), Gedichten. Utr. (1868.) Soera Rana (J. Esser Jr.), Nieuwe gedichten. Utr. (1869.) De Nederlandsche Spectator, Arnh. en 's Gravenh. 1866-1869. A. Spinniker, Vervolg der leerzame zinnebeelden, spiegel der boetvaardigheid en genade en eenige stichtelijke gezangen. Haarl. 1758 4o. | |
[pagina 39]
| |
L. Splitgerber, Beschrijving van den Atlas van Amsterdam. (Amst.) 1874. Statuts et reglemens de la tres-respectable Grand-Loge de France .... Avec un supplement arrété le 17 Dec. 1771. Suivant la Copie de Paris 1771. H. Steinthal, Grammatik, Logik und Psychologie, ihre Principen und ihr Verhältniss zu einander. Berlin 1855. J.J. Struve, Drie aanmerkelijke en seer rampspoedige reijsen door Italien, Griekenlandt, Lijflandt, Moscovien, Tartarijen, Meden, Oost-Indien, Japan en verscheijden andere gewesten. Waar in vertoont werden enz. Amst. 1676. M. Cohen Stuart, Gedenkboek der zesde Algemeene vergadering van de Evangel. alliantie in Amerika. Amst. 1874. 4o. A.B. Cohen Stuart, Multatuli en Jocrisse. Leiden 1874. Studenten zangen. Leyden (1622). Studenten zangen. Hetz. Leyden en Utrecht. Latere uitgave. V. de Stuers, Da Capo. Een woord over regeering, kunst en oude monumenten. 's Gravenh. 1875. J.R. Thorbecke, Oratio de Simonis Slingelandtii rempublicam emendandi studio. Lugd. Bat. 1842. C.P. Tiele, Feestrede op het derde eeuwfeest van Leiden's ontzet, den 3e Oct. 1874 in de Pieterskerk gehouden. Leiden 1874. Tijdschrift voor decoratieve Kunst en Volksvlijt. Afl. 1. Amst. 1874. Uilenspiegel, Vijfde jaargang. Een Vaderlander, 300 jaar herwaarts of Strijd en Zegepraal. Eene bladzijde ter nagedachtenis aan Leidens beleg en ontzet in 1574. Rott. 1874. J.M.J. Valeton, M. Valerius Messalla Corvinus. Gron. 1874. Een waarachtig Verhaal van schermutsinghe by die van Leyden opten XXIX Julij 1574, jeghen den viandt ghehouden. Ghedr. tot Delft. Z.j. Historisch Verhaal van het gepasseerde te Leijden met de propositie van geheimhouding. Ontworpen | |
[pagina 40]
| |
bij een Vroedschaps rapport van 12 October en 3 December 1785, en op den laatstgemelden dag bij eene resolutie gedeclineerd. Leijden 1784. A. Ver Huell, Jacobus Houbraken et son oeuvre. Arnh. 1875. De Vertot, Origine de la grandeur de la cour de Rome et de la nomination aux eveches et aux abbaïes de France. La Haye 1737. Vie privée du marechal de Richelieu. Contenant ses amours et intrigues, et tout ce qui a rapport aux divers rôles qu'a joués cet homme célèbre pendant plus de quatre vingt ans. Paris 1791. 3 Tomes. G. Vigfusson, An Icelandic-Englisch dictionary, based on the ms. collections of the late Richard Cleasby. Oxford, 1874. S. Vissering, Onze Grondwet. Feestrede gehouden op den 3e November 1873. Amst. 1873. J. van Vloten, Middelburgs beleg en overgang (1572-1574); naar de oorspronkelijke bescheiden. Middelb. 1874. J. van Vloten, De geuzenleus der 19e eeuw. Vaderlandsche opwekkingsrede, uitgesproken 5 Nov. 1873. Haarl. 1873. J. van Vloten, Een en ander omtrent het jongste Wetsontwerp op het hooger onderwijs. Haarl. 1874. J. van Vloten, Beknopte geschiedenis der nieuwere letterkunde, Afl. 1, 2. Amst. 1874. J. van Vloten, Beknopt staatsburgerlijk handboekjen voor ieder Nederlander, die zich van zijn plichten en rechten als mensch en staatsburger vergewissen wil. Haarlem. Z. jr. C. Vosmaer, Londinias. 's Gravenh. 1873. C. Vosmaer, Een zaaier. Studiën over Multatuli's werken. Amst. 1874. Vox studiosorum. Studenten weekblad. Leiden 1875. 4o. G.W. Vreede, Laurens Pieter van de Spieghel en zijne tijdgenooten (1738-1800). Dl. I. Zeelands toestand en Verhouding tot de Unie (1766-1786). Uit de nagelaten staatkundige geschriften enz. van den Raadpensionaris toegelicht. Middelb. 1874. L.J.J. van der Vynckt, Nederlandsche beroerten onder Filips II. Met aanteekeningen der beide Brusselsche uitgaven alsmede van den Nederduitschen vertaler. Amst. 1823-1826. | |
[pagina 41]
| |
J. van Walré, Heksluiting. 's Gravenh. 1828. J.J.F. Wap, Bilderdijk, eene bijdrage tot zijn leven en werken. Leiden 1874. J. Wegeler, Philosophia Patrum. Die Philosophie der Alten in lateinischen Versen und ihren Uebersetzungen. 3e Ed. Coblenz 1874. W.J. Wendel, Schets van de Geschiedenis der Nederl. letteren. Gron. 1871. R. Westerhoff, Twee hoofdstukken uit de geschiedenis van ons dijkwezen; met oudheidkundige aanteekeningen, inzonderheid betrekkelijk de provincien Groningen en Friesland. Gron. 1865. Wetten voor het genootschap van wapenhandel voor Vrijheid en Vaderland, opgericht binnen Leyden den 16 Maart 1785. (Leiden). J. de Witte van Citters, Contracten van Correspondentie en andere bijdragen tot de geschiedenis van het ambstbejag in de Republiek der Vereen. Nederlanden. Met inleiding. 's Gravenh. 1873. J. de Witte van Citters, Aanteekeningen en Bijvoegselen. 's Gravenh. 1875. W.P. Wolters, Het laatste oordeel van Lucas van Leiden. Leiden 1874. W.P. Wolters, Beatrice. Leiden 1873. B.H.C.K. van der Wijck, Mr. Joh. Kinker. Gron. 1864. B.H.C.K. van der Wijck, Zielkunde. Dl. I. Gron. 1872. J.A. Wijnne, De fide et auctoritate Appiani in bellis Romanorum civilibus enarrandis, exploratis fontibus, quibus usus esse videtur. Gron. 1855. J.A. Wijnne, Geschiedenis der Oudheid. De Oostersche volken en Griekenland in hoofdtrekken. Gron. 1863. J.A. Wijnne, Beknopt leerboek der Algemeene Geschiedenis. 3 Dln. Gron. 1871. J.A. Wijnne, Geschiedenis. Gron. 1872. J.A. Wijnne, De moeielijkheid van 't opsporen der historische waarheid. Een inwijdingsrede. Gron. 1873. J.A. Wijnne, Geschiedenis der Nederlanden. Dl. I. Gron. 1873. J.A. Wijnne, Geschiedenis van het Vaderland. 4e druk. Gron. 1874. | |
[pagina 42]
| |
W.J. van Zeggelen, Tartuuf. Blijspel van Molière. Haarl. 1875. W.J. van Zeggelen, Gedichten met platen. Leiden z. jr. Zeitschrift für deutsche Kulturgeschichte. Neue Folge, III Jhrg. Heft 1, Hanover, 1874. P. Zwierman, Op het uitzeilen van der Nederlanderen vloote op den 7 van Hooimaand 1782. Leeuw. 1782. Plano.
Wij ontvingen geschenken van: Aart Admiraal, J.A. Alberdingk Thym, D.J. den Beer Poortugael, N.P. van den Berg, W. van der Bergh, J.T. Bergman, F.J.E. van Zinnicq Bergmann, Mevr. A.L.G. Bosboom-Toussaint, H. Böttger, J.D.B. Brouwer, J.F.W. Conrad, J. Craandijk, R. Chalon, Am. de Caix de Saint-Aymour, J.M.E. Dercksen, L. Diefenbach, F.M. Dikema, J. Dirks, J.I. Doedes, P.K. Drossaart, C. Ekama, W.A. Elberts, A.J. Enschedé, W.J. van Eys, J. Fortuyn Droogleever, J.G. Frederiks, A. de Fremery, R. Fruin, J.A. Fruin, C.A.J. Geesink, A.J.A. Gerlach, H. Gerlings, J.J.A. Goeverneur, J.A. Grothe, M. Henriquez Pimentel, J.P. Heye, W.J. Hofdijk, J.J. de Hollander, E.B. ter Horst, W.J.A. Huberts, F.L.A. de Jagher, J.J. van Kerkwijk, F. der Kinderen, J. Kneppelhout, A. Kuyper, E. Laurillard, J.H. van Lennep, A.C. Loffelt, G. Mees Az., S. Muller, D. Muller Bosgoed, J. Nolet de Brauwere van Steeland, W.J.F. Nuyens, M. Nijhoff, L. Oldenhuis Gratama, M.E.C. Plemp, J.J. Prins, A.C. Quant, J.B. Rietstap, H.C. Rogge, J.H. Rössing, W.P. Sautijn Kluit, G.D.J. Schotel, A.J. Servaas van Rooijen, S.C. Snellen van Vollenhoven, M.A. Snoeck, V. de Stuers, W.H.D. Suringar, A.W. Sijthoff, E. Ed. Taurel, J. Telting, P.A. Tiele, J. van Vloten, G.W. Vreede, A. | |
[pagina 43]
| |
D. de Vries Az., J. Wap, J. Wegeler, A.W. Wijbrands, J.A. Wijnne, W.J. van Zeggelen.
Wij ontvingen ten vervolge en tot aanvulling: Annales Academici, 1870/71. - Bato, 1874, 1875, Nos 1-5. - Bibliographische adversaria, Dl. II, Nos 2-7. - Bibliotheek van Middelnederl. letterkunde, Afl. 13, 14. - J. de Bosch Kemper, Geschiedenis van Nederland na 1830, Dl. III. - Beiträge zur vergleichenden Sprachforschung, Bd. VIII, H. 1-3. - Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem, Dl. II, Afl. 3. Dl. III, Afl. 1, 2. - Bijdragen voor Vaderl. geschiedenis en Oudheidkunde, N.R. Dl. VIII, st. 3. - A. Bosboom-Toussaint, Romantische werken, Afl. 61-74. - H. Conscience, Werken, Afl. 112-114. - Leidsche Courant, 1874. - Leidsch Dagblad, 1874. - A.J.A. Gerlach, Nederl. Oost-Indie, St. 2. - De Gids, 1874, 1875, Nos 1-5. - De Oude Tijd, 1874. - Guldens editie, Nos 99, 100. - P.C. Hooft, Gedichten, uitgeg. d.P. Leendertz Wz. Afl. 11. 12. - Jaarboekje van de Koninkl. Militaire Akademie 1851. - De Katholiek, Algem. register, 1842-1873. - F. der Kinderen, De Nederlandsche Republiek en Munster gedurende de jaren 1666-'79. Leiden. 1874. - J. Kneppelhout, Geschriften, Dl. XII. - F.H.W. Kuypers, Geschiedenis der Nederl. artillerie, Dl. IV. - Los en Vast, 1874. - J. van Maerlant, Spiegel historiael, Afl. 4. - De Navorscher, 1874, 1875, Nos 1-4. - W.J.F. Nuyens, Algem. geschiedenis des Nederl. volks, Dl. VI. - A.C. Oudemans, Bijdrage tot een Middel- en Oud-Nederl. woordenboek, Dl. V. - F. de Potter en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten in O. Vlaanderen, Dl. XVIII. - J.B. Rietstap, Heraldieke Bibliotheek, 1874, Afl. 1-3. - Schlegel, Museum d'histoire | |
[pagina 44]
| |
naturelle des Pays-Bas, Livr. 11. - C. Sepp, Het godgeleerd onderwijs in Nederland gedurende de 16de en 17de eeuw, Dl. II. - Sterrewacht te Leiden. Verslag 1872/73, 1873/74. - De Taal- en Letterbode, Jaarg. 5 en 6, Afl. 1, 2. - De Toekomst, 1874, 1875, Afl. 1-5. - Vaderl. Letteroefeningen, 1874. - Verslag van den toestand der Gemeente Leiden, 1874. - Verslag van het Gymnasium te Leiden, 1874. - Volksalmanak voor Nederl. Katholieken, 1875. - De Wachter, 1875, Afl. 1-5. - Onze Wachter, 1874, 1875, Afl. 1-5. - P. Wackernagel, Das deutsche Kirchenlied, Bd. V, Lief. 1. - De Dietsche Waranda, Dl. X. - Wetenschappelijke bladen, 1874, 1875, Afl. 1-5. - Woordenboek der Nederl. taal, 1ste R. Afl. 11, 2de R. Afl. 7, 3de R. Afl. 3. - Biographisch Woordenboek der N. en Z. Nederl. letterkunde, Afl. 3-6. - Deutsches Wörterbuch von J.u.W. Grimm, Bd. IV, Abth. 1, Lief. 7, Abth. 2, Lief. 8. - Hoch- und Nieder-Deutsches Wörterbuch v. Diefenbach u. Wülcker, Lief. 2. - Zeitschrift für deutsches Alterthum, N.F. Bd. VI, H. 1-3.
Van Binnen- en Buitenlandsche Genootschappen hebben wij het volgende ontvangen: | |
Nederland.Konink. Academie van Wetenschappen te Amsterdam. Verslagen en Meded. Afd. Letterkunde, 2de R. IV. 3. - Afd. Natuurkunde, VIII. 2. 3. Koninkl. Oudheidkundig Genootschap. Verslag, 1873. Maatschappij tot bevordering van Toonkunst te Amsterdam. Wet en Reglementen 1873, gewijzigd 1874. Holl. Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen. Verslag, 1873. - E. Laurillard, Bijbel en Volkstaal. Amst. 1875. | |
[pagina 45]
| |
Prov. Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in N. Brabant. Hand. 1873. - Verzameling v. oorkonden betrekkelijk het beleg van 's Hertogenbosch. St. IV. Friesch Genootschap v. Oudheid- Taal en Geschiedkunde. Verslag. 46. - F. van Vervou, Eenige aanteekeningen. - Briefe des Aggaeus de Albarda an Remb. Ackema 1579-1584. Hrsg. v.E. Friedländer. Prov. Utrechtsch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. Verslag. 1874. - Aanteek. van de sectie-vergaderingen. 1873. Historisch Genootschap te Utrecht. Kronijk, 1873. - Werken, Nos 20. - A. de Wicquefort, Histoire des Prov. Unies. T. IV. Vereen. tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. Overijss. Stad-, Dijk- en Markeregten. III, 2-4. - Verzameling v. stukken, die betrekking hebben tot Overijss. Regt en Geschiedenis. II. 9. - Verzameling van stukken betrekkelijk het klooster Albergen. Bataviaasch Gen. voor Kunsten en Wetenschappen. Tijdschrift. XXI, 3, 4. XXII, 1-3. - Notulen XII, 1-3. Teylers Genootschap te Haarlem. Archives, III. 4. Kon. Instituut v.d. Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederl. Indie. Bijdragen, IX, 1-4. - J.J. Meinsma, Babad Tanah Djawi. I. - G. Schlegel, Uranographie Chinoise. 2 tom. et Atlas. Vereen. tot daarstelling van eene algemeene openbare bibliotheek te Rotterdam. Verslag, 16. Rijks-archief. Verslag, 1873. Koninkl. Bibliotheek. Verslag, 1873. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Verslag, 1874. - Punten ter beschrijving, 1874. - Wet, 1874. - Hand. 1874. - Volksalmanak 1873. Instituut voor Doofstommen te Groningen. Verslag 1874. Museum van Oudheden in Drenthe. Verslag, 1873. Vereeniging tot bevordering van Fabriek en Handwerksnijverheid. Verslag, 1874. - Hand. en Meded. 1875, 1. - Tijdschrift, 3de R. XVI, 1, 2. - Punten van beschrijving. Maatschappij Felix Meritis. Verslag 1872/73. 1873/74. Nederlandsch Bijbelgenootschap. B.F. Matthes, Kort | |
[pagina 46]
| |
verslag aangaande alle mij in Europa bekende Makassaarsche en Boeginesche handschriften. Indisch Genootschap. Catalogus, Supplement. - Naamlijst der leden, 1874. - Verslagen, 1874, 18 April, 29 Mei, 4 Nov. 15 Dec. 1875, 19 Jan. - W.K. van Dedem, De verhouding van de zoogenaamde goevernements koffieplantsoenen tot de schatkist. - Deportatie naar O. of W. Indië. Aardrijkskundig Genootschap. Verslag, 3. - Tijdschrift, No. 1-5. - Proeve eener Bibliographie van Nederl. boeken, enz. over Afrika. Nederlandsch Tooneelverbond. Het Nederl. tooneel. Jaarg. 4, Nos 1-12. | |
Belgie.Academie d'Archéologie de Belgique. M.C.J. Hansen, Nederl. krijgs- en partijnamen door wijlen L. Torfs nagezien en vermeerderd. Academie Royale de Belgique. Bulletin. 35, 36, 37. - Annuaire 1874. Institut Archéologique Liègois. Annales XII. 1. Soc. Archéologique de Namur. Annales XII. 4. Willemsfonds. Uitgave. 78. - Volksalmanak 1875. - Jaarboek 1875. - J. van der Have, Filips van Marnix. Soc. des sciences, des arts et des lettres de Hainaut. Mémoires et publications. S. III. T. 9. Soc. d'émulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre. Annales, 3me S. VIII, 3, 4. Institut Royal Grand-Ducal de Luxembourg. Sect. Hist. Publications XXVIII (VI). Société de l'histoire de Belgique. C. Paillard, Histoire des troubles réligieux de Valenciennes, 1560-'67. T. I, et II. - A.L.P. de Robaulx de Soumy, Considérations sur le gouvernement des Pays-Bas. La Flandre. Revue des monuments d'histoire, etc. 2de S. III 11, 12. IV, 1, 2. - Assemblée generale 23 Dec. 1867. | |
Zwitserland.Gesellschaft f. vaterländ. Alterthümer, thans: Historische und antiquarische Gesells. in Basel. W. Vischer, Das Urner | |
[pagina 47]
| |
Spiel von Wilhelm Tell. - M. Heyne, Ueber die mittelalterliche Sammlung zu Basel. Histor. Verein der fünf Orte: Uri, Schwijz, Unterwalden uud Zug. Geschichtsfreund. XXIX. | |
Duitschland.Geschichts- und Alterthumsforschende Gesellschaft des Osterlandes zu Altenburg. Mittheil. VII, 4. Histor. Verein im Regierungsbezirke von Schwaben und Neuburg zu Augsburg. Zeitschr. I, 1-3. Altpreussische Monatsschrift. Jahrg. 1874, 4-8. 1875, 1, 2. Histor. Verein für Westfalen. Blätter. XII, 1-4. Verein für Geschichte und Alterthumskunde von Oberfranken zu Bayreuth. Archiv. 1874. XII. 3. Schlesische Gesellschaft f. Vaterl. Kultur zu Breslau. Jahresber. 1873. - Abhandl. Phil. hist. Abth. 1873/74. Kais. Kön. Mährisch-Schlesische Gesellschaft zur Beförderung des Ackerbaues, d. Natur- und Landeskunde zu Brünn. Mittheil. 1874. Bergischer Geschichtsverein zu Elberfeld. Zeitschrift IX. Verein f. Geschichte und Alterthumskunde zu Frankfurt a/M. Die Deutsch-Commende Frankfurt a/Main. - Mittheil. V. 1. Oberlausitzische Gesellschaft der Wissenschaften zu Görlitz. Neues Magasin. L, 2. LI. Histor. Verein f. Steiermark zu Grätz. Beiträge, 11. - Mittheil. 22. Abtheil. der Gesellschaft f. Pommersche Geschichte und Alterthumskunde zu Greifswald. Pommersche Geschichts-Denkmäler, IV, V. Verein f. Hamburgische Geschichte zu Hamburg. Zeitschr. N.F. III. 2. Histor. Verein f. Niedersachsen zu Hannover. Nachricht, 36. - Zeitschr. 1871. Ferdinandeum f. Tirol und Vorarlberg zu Innsbrück. Zeitschr. 3e T. 18. Gesellschaft f. die Gesch. der Herzogthümer Schleswig-Holstein u. Lauenburg. Zeitschr. IV, V. 1. - Quellen | |
[pagina 48]
| |
samml. IV. 1. - Urkundensamml. IV. 1. - Vorgeschichtliche Steindenkmäler in Schleswig-Holstein, 3. Hist. Verein f. Niederbaijern zu Landshut. Verhandl. XVII 1-4. XVIII, 1, 2. Museum Francisco-Carolinum zu Linz. Bericht, 32. - Beiträge zur Landesk. von Oesterreich ob. der Ens, 27. Histor. Verein von u. für Oberbaijern zu Munchen. Archiv XXXII, 2. 3. XXXIII, 1. Königl. Böhm. Gesellschaft der Wissenschaften zu Prag. Sitzungsber. 1872, 1873. - Abhandl. 6e F. VI. Histor. Verein d. Oberpfaltz u. Regensburg zu Regensburg. Verhandl. 30. - Verzeichniss über die Verhandl. 1-30. Gesellschaft f. Pommersche Gesch. und Alterthumskunde zu Stettin. G. Haag, Otto von Bamberg. - Baltische Studien, XXV, 1. Gesellschaft f. nützliche Forschungen zu Trier. Jahresber. 1872, 1873. Kais. Königl. Akademie d. Wissenschaften zu Wien. Sitzungsber. LXXV-LXXVIII, 1. - Register. Kais. Königl. Geogr. Gesellschaft zu Wien. Mittheil. N.F. VI. Gesammtverein der Deutschen Geschichts- und Alterthumsvereine zu Altenberg. Correspondenzblatt, 1874, No. 4-12. 1875, Nos 1. 2. Gesellschaft f. Beforderung d. Geschichts-, Alterthums- und Volkskunde zu Freiburg. Zeitschr. III, 1-3. Anthropologische Gesellschaft in Wien. Mittheil. IV, 1-10. Verein für das Groszherzogthum Hessen zu Darmstadt. Archiv. XIII. | |
Frankrijk.Soc. des Antiquaires de la Picardie à Amiens. Mémoires S. III. T. 3. - Bulletin, 11. Comité Flamand de France à Lille. Bulletin, VI, 9, 11. - Annales, XII. Soc. des Antiquaires de la Morinie à St. Omer. Bulletin, 89, 90. - Mémoires, XIV. | |
[pagina 49]
| |
Engeland.Litterary and philosophical Society at Manchester. Memoirs, S. III. Vol. IV. - Proceedings, VIII-XII. | |
Denemarken.Konglig Nordiske Oldskrift Selskab. Kjöbenhafn. Aarböger, 1873, 1-3. | |
Zweden.Det Kong. Norske Universitet, Christiania. Min Haerramek ja Baestamek Jezus Kristus odda Testamenta. - J. Lieblein, Die Aegyptischen Denkmäler in St. Petersburg, Helsingfors, Upsala u. Copenhagen. - W. Dons, Om Boströmianismen. - Om Norske Kongers Hylding og Kroning in oeldre tid. - S.A. Sexe, Jaettegryder og gamle strandlinier i fast klippe. | |
Rusland.Gesellschaft f. Geschichts- u. Alterthumskunde der Ostsee-provinzen Russlands zu Riga. Sitzungsber. 1873. - Verhandl. VIII. 1. | |
Amerika.Smithsonian Institution at Washington. Annual report of the board of regents, 1872. |
|