Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1873
(1873)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 28]
| |
Verslag over den staat van de Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het jaar 1872-1873.MM. HH.
Het jaarverslag van een bibliothecaris lijdt uit den aard van de zaak aan zekere eentoonigheid. Het loopt altijd over dezelfde onderwerpen en zegt ongeveer van jaar tot jaar hetzelfde. Het belangrijkste is zeker de lijst der ingekomen boeken, want daar is wat nieuws in te vinden. Gij zult die titels echter, zoo ik vertrouw, liever gedrukt voor U zien, al is het eerst over een paar maanden, dan ze mij nu hooren voordragen. Verwacht dus niet dat mijne korte mededeelingen bijzonder onderhoudend zullen zijn. Want zelfs van dit gebouw, waarin onze boekerij gehuistvest is, weet ik niets meer te zeggen, wat niet al bij herhaling gezegd is: brandgevaar, de beginselen van doorzakking der zwaar belaste zoldering, volslagen gebrek aan ruimte, de stofwolken uit de zandwoestijn hierover, alles heeft reeds gediend. Toch zou 't mij spijten, MM. HH., als ge niet een oogenblik naar mij wildet luisteren, omdat ik een paar punten zal aanroeren, die zeer uwe | |
[pagina 29]
| |
aandacht verdienen. Hierin vergis ik mij toch zeker niet, dat uwe belangstelling in onze boekerij, waarmede onze Maatschappij staat of valt, minstens even groot is als de mijne. Ik stel mij voor dat uwe belangstelling zich uit in eenige vragen, die ik achtereenvolgens beantwoorden wil. Is onze boekerij in het afgeloopen jaar belangrijk verrijkt? Zeker MM. HH., er is veel meer gecatalogiseerd dan in andere jaren. De boekenlijst zal van de aanwijsten getuigen, en daarop komen niet eens voor ongeveer 300 tooneelstukken, die sedert jaren in een hoek geschoven lagen. Er is eene algemeene opruiming gehouden, waarbij nog veel voor den dag kwam. Vergeet bovendien niet, dat het werk in het vorig jaar, door mijne ziekte, maanden had stil gestaan. De veelheid van titels sluit dus niet in, dat er dit jaar meer dan vroeger is ingekomen. De kas liet gelukkig toe van tijd tot tijd een en ander aan te koopen. In den boekenschat van wijlen ons medelid Van Dam van Noordeloos waren vele nummers, die wij voor onze verzameling begeerden. Hier schoten echter onze finantieële krachten te kort. Welk bieder kan stand houden tegen onze Belgische broeders, die zulke fabelachtige prijzen geven. Ons viel maar zeer weinig ten deel, waaronder een paar zeldzame liedeboekjes. Voorts heeft het aan kleinere en grootere boekgeschenken niet ontbroken; in 't bijzonder vermeld ik hier eene verzameling werken van en over Bilderdijk uit de bibliotheek van wijlen Mr. L.C. Luzac, die wij aan Dr. Du Rieu te danken hebben. Is er veel gebruik gemaakt van onze boekerij? Zeker MM. HH. Ik wil eens cijfers laten spreken. Er zijn tot 1o Mei - want dan sluit ik mijn bibliotheeksjaar - | |
[pagina 30]
| |
uitgegeven 634 boekwerken, waaronder 101 tooneelstukken, en 18 verschillende genootschapswerken. De meeste boeken behoorden tot de taal- en letterkundige vakken. Er zijn boeken afgegeven aan 54 personen binnen deze stad en 44 elders. Gij ziet dus dat men nog prijs stelt op onze verzameling. Ik kan er bijvoegen, dat ik aan meer dan 25 aanvragen niet heb kunnen voldoen, omdat we de boeken niet bezaten, hoewel ze bij ons behoorden te zijn. Zulke leemten tracht ik wel aan te vullen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. De uitgifte van boeken tegen teekening van bewijzen, sedert het vorig jaar ingevoerd, is een maatregel die uitmuntend werkt. Hier kan ik tevens vermelden, dat aan het voorschrift van de wet, die eene bijzondere instructie voor den bibliothecaris vordert, is voldaan. Het stuk, in overleg met de bibliotheeksraden ontworpen, is door het Bestuur goedgekeurd. Hoe staat het met den nieuwen catalogus? Ik wenschte wel dat ik zeggen kon: MM. HH., die ligt voor de pers gereed. Want de voorraad is op, alleen van het 3de deel zijn er nog enkele exemplaren over. Als het vorig jaar voor mij niet zoo goed als verloren was geweest, zou ik een heel eind verder zijn. Toch vertrouw ik dat het taal- en letterkundig gedeelte voor ulto. Dec. klaar zal komen. Altijd als ik genoegzame werkkrachten kan vinden. Mijne vele bezigheden veroorlooven mij niet, mij geheel aan dezen arbeid te wijden. Ik moet hulp hebben, en geschikte personen, aan wie ik een deel, van dit werk kan toevertrouwen, heeft men hier niet voor 't grijpen. Geld is er, om de noodige onkosten te bestrijden; daar heeft onze vooruitziende penningmeester voor gezorgd. En zoo heb ik dan bijna den geheelen standcatalogus van de sedert 1862 ingekomen boeken reeds kunnen laten afschrijven. Die cata- | |
[pagina 31]
| |
logus wordt met ulto. Dec. door mij gesloten, en een nieuwe supplements-catalogus begonnen. Ik vestig daarom nog eens de aandacht op mijn verzoek in den brief van beschrijving. Mocht dit toch ter elfder ure ingang vinden bij enkele leden, die ons tot hiertoe hunne letterkundige werken onthielden! Nog een enkel woord over dien catalogus, in de hoop dat ik U niet verveel. Maar gij moet weten waarom dit werk niet zoo spoedig vordert, als gij en ik wel zouden wenschen. Ik stuit telkens op nieuwe bezwaren, die den voortgang vertragen. De ondervinding heeft geleerd hoe noodig het is, niet alleen te onderzoeken of alle boeken wel aanwezig zijn, die op den catalogus voorkomen, maar ook vele titels met de boeken te vergelijken. Daar waar men achterelkaar catalogiseerde, wat toevallig in één bandje werd gebonden, moet meestal alles opnieuw gedaan worden, omdat men toch op den catalogus een gedicht van Feith bijv. niet zoeken zal tusschen de werken van Bilderdijk. Al verder dient onderzocht te worden, of de vervolgen wel aanwezig zijn van werken, waarvan wij de eerste deelen ontvingen of aankochten. En wat het meeste zegt: de geheele inrichting van den catalogus dient gewijzigd te worden. De bibliographie heeft in de laatste tien jaren niet stil gestaan. Als ik U herinner, dat onze bibliotheeksraden, de HH. Fruin en Tiele, mij ter zijde staan, zult ge wel willen vertrouwen, dat alle veranderingen in den nieuwen catalogus werkelijk verbeteringen zullen zijn. En waar zullen nu onze boeken eerlang geborgen worden? Deze uwe laatste vraag MM. HH. is zeker niet de minst belangrijke. Maar het is juist de vraag waarop ik U geen voldoend antwoord kan geven. In 1875 is de huur van de tegenwoordige lokalen uit, wat dan? Dit | |
[pagina 32]
| |
is al sedert twee jaren bij ons een open vraagstuk. Allerlei plannen zijn er ter tafel geweest, maar ook weder verworpen, omdat ze bij nader onderzoek bleken onuitvoerbaar te zijn. In de verbeelding hebben we onze boekerij al gedragen naar de Lakenhal, en van daar naar 't oude ziekenhuis, en van daar weer naar een paar perceelen, die geveild werden, doch we kwamen telkens weer op de Ruïne terug. Arme moeder, die geen eigen huis heeft en haar eenige dochter nergens onder dak kan brengen! 't Langst en 't ernstigst hebben we gedacht over de oprichting van een eigen gebouw. Daar waren er onder ons, die meenden dat het geld wel door middel van een leening gevonden kon worden. Ook de plaats zou niet lang te zoeken zijn. Maar allen waren we 't eens, dat de Maatschappij, door zulk eene leening, zich voor jaren lang onder de zwaarste verplichtingen zou stellen, waaraan zij óf niet óf zeer bezwaarlijk zou kunnen voldoen. We waren dus ten einde raad; daarom hebben we de Commissie van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, die met het beheer van dit gebouw belast is, verzocht de huur nog met drie jaren te willen verlengen. Dat is ons toegestaan. Kon er tegelijk maar wat elasticiteit gegeven worden aan de beschikbare ruimte! Mogelijk baart de tijd rozen, althans in de laatste weken is er weder eenig uitzicht geopend op eene betere plaatsing voor onze boeken. Het slot van mijn Verslag is niet bemoedigend. Ik kan 't niet helpen, MM. HH. Ik zeg ook niet dat gij er schuld aan hebt. Vele leden hebben bij verschillende gelegenheden hun goeden wil getoond. Maar toch moet ik het uitspreken: het is erg, dat in het rijke Nederland, hetwelk millioenen steekt in vreemde spoorwegleeningen, eene Maatschappij, die zich de bevordering van Nederland- | |
[pagina 33]
| |
taal, leterkunde en geschiedenis ten doel stelt, haar eigen boeken niet bergen kan, omdat zij geen geld heeft. Hier volgt thans de alphabetische lijst der gecatalogiseerde boeken. | |
Lijst der bijgekomene boeken.P.N.A. Bedelbrief aan de ingezetenen van 's Gravenh. z. pl. 1842. C.v.d. Aa, Beknopt verslag van de oproerige bewegingen binnen Amst. op 15 en 16 Nov. 1815. Amst. 1813. C.v.d. Aa, Echt verslag van de gebeurtenissen binnen Amst. van 24 Nov. tot 3 Dec. 1813. Amst. 1813. - G. Bodel. C.P.E. Robidé v.D. Aa, Dichtregelen. Leyden (1826). G.A. Abbing, H. Grotii et F. Stradae latinitas P.I. Romae 1843. - G. Pan. J. van Abkoude. Naamregister of verzaameling van Nederduitsche boeken, 1e deel. Leiden, 1743 4o *W.J. Brn. d'Ablaing van Giessenburg. Wapenboek der ridders van de Duitsche orde, balye van Utrecht 's Gravenh. 1871. 4o. Adres van eenige onderwijzers in het 1e schooldistrict in Zuid-holland aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nopens art. 183 van het ontwerp van Grondwet 's Gravenh. 1848. Bibliographische adversaria no 1-4. 's Gravenh. 1873. Afscheid van J.G.v. Oldenbarneveld gen. Witte Tullingh van zijne wapenbroeders ('s Gravenhage 1814). - G. Bodel. *Agatha (R. de Goeje). De dochter van den Kozak. Leiden z.j. *Agatha (R. de Goeje). De jeugd van beroemde mannen. Leiden z.j. *Agatha (R. de Goeje). De pages van den Baron de Montigny. Leiden z.j. *Agatha (R. de Goeje). De vrijwilliger. Leiden z.j. *Agatha (R. de Goeje). Beroemde Nederlandsche vrouwen. Leiden z.j. | |
[pagina 34]
| |
P. Alma. Het ontwerp van wet op het lager onderwijs toegelicht. Tiel 1856. Almanak (De liefde sticht) 1872. Amst. Almanak tot gezellig onderhoud. jaarg- 1-3. Dev. 1838-40. Almanak voor het schoone en goede 1823, '25, '26, '28, '32, '33, '35, '36, '38. Amst. Almanak voor het schoone en goede. Amst. 1854. - G. Sloet. Almanak aan bevalligheid en deugd gewijd 1818 Amst. - G. Sloet. Groningsche Studenten Almanak 1854-1861 Gron. G. Sloet. Belgische Muzen Almanak 1829, 30. Gent G. Sloet. S. Ampsinck. Rijm- catechismus. Leyden 1624. S. Ampsinck. Orden der canonycke boecken des O. ende N. test. Leyden 1624. S. Ampsinck. Oratie, nopende de gewichtigheyd ende swaerheyd van het schoolampt. Haerlem 1628. S. Ampsinck. Naszousche lauren-kranze voor Frederick-Heynrick, In Ned. rijm gevlochten. Haerlem 1629. S. Ampsinck. De klaeg-lieden van Ieremias enz. Haerlem 1629. S. Ampsinck. Eer-verdediginge zijns persoons, tegens onbekende Amsterdamsche pasquil-dichters, enz. Haerlem 1629. S. Ampsinck. Het hooglied van Salomon, met verklaringe: in Ned. rijm Haerlem 1629. S. Ampsinck. Een bondelken sin-dichten van wegen de veroveringe van Olinda, enz. Haerlem 1630. S. Ampsinck. Suppressie van de vermeynde vergaderinge der Jesuitessen door Paus Urbanus VIII. Haerlem 1632. P.J. Andriessen. Land of water? Deventer. 1872. P.J. Andriessen. Insulinde. Amst. 1872. P.J. Andriessen. 1870. Amst. 1871. P.J. Andriessen. Vorst en dichter. Amst. 1872. P.J. Andriessen. De kinderen van den hugenoot. Amst. 1872. P.J. Andriessen. De republiek in woeling en strijd. Amst. 1872. | |
[pagina 35]
| |
P.J. Andriessen. Twee groote vorsten uit vroeger tijd. Amst. z.j. N. Anslijn. Keur van Nederl. dichtstukken. Leyden 1828. Anthologie uit den Utrechtschen Studenten-Almanak 1823-1847. Utrecht 1853 - G. Sloet. Gedenkt Antwerpen! Een gedicht, uitgegeven ten behoeve van den noodlijdenden door den brand. Leyden 1862. Apollo of ghesangh der Musen. Amst. 1615. Apollo 's marsdrager 2e dl. 39ste druk. Op Parnas 1725. J.P. Arend Kritische aanmerk. op de Bezwaren tegen den geest der eeuw. Amst. 1823. - G. Bodel. J.P. Arend Voorlezing over het aanbevelingswaardige van de beoefening der Engelsche taal- en letterkunde. Dev. 1825. J.P. Arend Richard Savage. Delft 1852. Armana provençau pèr lou bel an de Diéu 1867. Avignon (1867). R. Arrenberg, Naamregister van de bekendste en meest in gebruik zijnde Nederduitsche boeken. Rott. 1773. H. Asschenbergh. Aan de Nederl. vrijheid. Amst. 1784. H. Asschenbergh. Aan H. Hooft, Dz. Amst. 1784. H. Asschenbergh. Op de verkiezing van D. Hooft, tot schepen van Amsterdam. Amst. 1786. Aur. Augustinus. Een gulden tractaet: de alleenspraeck d. siele tot Godt. Overgh. d.C. Staphorstium. Amst. 1632. Aurora. Jaarboekje 1841-'46, '48-'60, '62-'66, Haerlem. - G. Sloet. L.v.B. De reysende Mercurius. Amst. 1674. 2 Dln. - G. Du Rieu. P.J. Baale. De mijnwerkersweduwe. Zutphen 1862. J. Bake. Oratio de principum tragicorum meritis (1815) 4o. G. Bierens de Haan. J.E. Bank. Zeepbellen, Lyrische dichtproeven. Amst. z.j. J.E. Bank. De Brielsche waternimf en de aesthetiek. 's Grav. 1872. V.d. Bank. Het bruidje voor den hemel. Zutphen 1818. P.J. Baudet. A la ville de Deventer, à l'occasion de la seconde fête séculaire. Dev. 1830. | |
[pagina 36]
| |
A. Bello. 1572, 1672, 1772. Gedicht. Leyden 1848. A. Bello. Neêrlands kunstroem. Uitgespr. op 10 Jan- 1822. z. pl. D.J. den Beer Poortugael. De ziekte en de herstelling des prinsen van Oranje. Leyden (1835). N. Beets. Spreken. Haarl. 1833. N. Beets. De bruid van den erfprins. Haarl. 1839. N. Beets. Een vaderlandsch lied op het veld bij Heiligerlee. Utr. 1868. L.R. Beynen. Het Bonapartisme. Haag 1861. L. Beins. Jan de Witt en zijn buitenl. politiek tijdens den vrede v. Westminster en de Noordsche kwestie. Groningen 1871. E. Bekker, wed. A. Wolff. Winter-buitenleven. Amst. en 's Gravenh. 1778. E. Bekker, Jacoba van Beieren aan Frank van Borsselen. Hoorn 1723. E. Bekker, De waare godsdienstvriend (van no. 1-16). Haag 1802. *F.W.B. van Bell het karakter der onafhankelijke theologie. Gron. 1872. (J. Bellamy) Proeven voor het verstand, den smaak en het hart. Dordr. 1790. J. Bellamy Twee nagelaten leerredenen. Vliss. 1780. (J. Bellamy) Zelandus. Vaderlandsche gezangen. Amst. 1785. J. Bellamy Gezangen. Amst. 1785. J. Bellamy Gezangen mijner jeugd en naagelaaten gedichten. Tweede druk. Haarlem. 1790. P.A.v.D. Bergh. Herderszangen en minnedichtjes. 's Gravenh. 1841. L. Ph. C. van den Bergh. De Nederlandsche wateren vóór de twaalfde eeuw. Arnh. 1850. S.J. van den Bergh. Het standbeeld van Willem II. 's Gravenh. 1854. S.J. van den Bergh. Uitheemsche bloemen. Utr. 1831. Bijdragen tot de geschiedenis en ondheidkunde, inzonderheid voor Groningen. Dl. I. afl. 1-3. Gron. 1863. | |
[pagina 37]
| |
G. Bilderdijk Specimen acad. exhibens theses aliquot selectas ex diversis juris capitibus depromtas. L.B. 1782. - G. Du Rieu, evenals de volgende. K.W. Bilderdijk Losse gedichten. K.W. Bilderdijk Losse Gedichten voor kinderen 3e druk. Haarl. 1824. K.W. Bilderdijk Losse Gedichten. Rott. 1827. K.W. Bilderdijk Losse Nagelaten gedichten. Leeuw. 1833. K.W. Bilderdijk Losse Nieuwe Gedichten. Brussel. 1829. W. en K.W. Bilderdijk, Nieuwe Dichtschakeering, 2 dln. Rott. 1819. W. en K.W. Bilderdijk, Wit en Rood, 2 dln. Rott. 1818. W. en K.W. Bilderdijk, Hollands Verlossing, 2 dln. 2e dr. Haarlem 1814. W. en K.W. Bilderdijk, en S.J.Z. Wizelius, Nieuw liedenboekje. (Nov. 1813) 3e dr. Amst. 1821. K.W. Bilderdijk, Verscheiden gedichten. K.W. Bilderdijk, De overstrooming. Amst. 1809. K.W. Bilderdijk, Poëzy. Rotterdam 1820. W. en K.W. Bilderdijk. Ter nagedachtenis van J.W. Bilderdijk. Leyden 1819. W. en K.W. Bilderdijk. Vaderlandsche uitboezemingen. Leyden 1815. W. Bilderdijk Avondschemering. Brussel 1828. W. Bilderdijk Vermaking. Rott. 1828. W. Bilderdijk Nieuwe vermaking. Rott. 1829. W. Bilderdijk Schemerschijn. Gent. 1829. W. Bilderdijk Proeve eener navolging van Ovidius gedaanteverwisselingen. Amst. 1829. W. Bilderdijk Winterbloemen. Haarl. 1811 2 Dln. W. Bilderdijk Verspreide gedichten. Amst. 1809. 2 dln. W. Bilderdijk Affodillen. Haarl. 1814. 2 dln. W. Bilderdijk Zedelijke gispingen. Rott. 1820. W. Bilderdijk Nieuwe uitspanningen. Rott. 1817. W. Bilderdijk De dieren. Amst. 1817. W. Bilderdijk Prijsvaerzen. z pl. of j. W. Bilderdijk Woordenboek voor de Nederd. spelling. | |
[pagina 38]
| |
W. Bilderdijk, Verhandelingen. Leyden 1821. W. Bilderdijk, De ondergang der eerste wareld, I-V. zang. Amst. 1820. W. Bilderdijk, Vaderlandsche oranjezucht. Leipzig 1805. W. Bilderdijk, Grondregelen der perspectief. Dordr. 1828. W. Bilderdijk, Oprakeling. Dordr. 1827. W. Bilderdijk, Spreuken. Leyden 1823. W. Bilderdijk, Kort verhaal van eene luchtreis. Uit het Russisch. Gron. 1813. W. Bilderdijk, Bijdrage tot de tooneelpoëzy. Leyden 1820. W. Bilderdijk, Nasprokkelingen. Brussel 1830. W. Bilderdijk, Het nicotiaansche kruid en uitzicht op mijn dood. Rott. 1883 W. Bilderdijk, Nalezingen. Amst. 1833. W. Bilderdijk, Geologie. Gron. 1813. W. Bilderdijk, Navonkelingen. Leiden 1826. 2 dln. W. Bilderdijk, Mengelingen en fragmenten. Amst. 1834. W. Bilderdijk, De ziekte der geleerden. Amst. 1807. W. Bilderdijk, Rotsgalmen. Leyden 1824. 2 dln. W. Bilderdijk, Vertellingen en romances, 2de uitg. Rott. 1821. W. Bilderdijk, Dichterlijke uitspanning. Nijmegen 1834. W. Bilderdijk, Opstellen van godgeleerden en zedekundigen inhoud. Amst. 1833. 2 dln. W. Bilderdijk, Naklank. Dordr. 1828. W. Bilderdijk, De voet in 't graf. Rotterdam 1827. W. Bilderdijk, Aan Nederland, ter gedachtenis van hopman Kropff. Haag 1793. W. Bilderdijk, Napoleon. Ode. 's Grav. 1807. W. Bilderdijk, Zegefeest. Ode. 's Grav. 1807. W. Bilderdijk, Aan den Koning. 's Grav. 1807. W. Bilderdijk, Nagedachtenis van J. Hinloopen (1808). 4o. W. Bilderdijk, Vreugdezang. 's Grav. 1808. W. Bilderdijk, Nagedachtenis van J. Hinlopen. z. pl. (1809). W. Bilderdijk, 's Konings komst tot den throon. Amst. 1809. | |
[pagina 39]
| |
W. Bilderdijk, Aan mijn vriend J. de Vries ter geboorte van zijn vierde kind. (Amst. 1809). W. Bilderdijk, Losse gedichten. W. Bilderdijk, Bath hernomen. z. pl. 1809. W. Bilderdijk, Wapenkreet. z. pl. 1809. W. Bilderdijk, Echtviering van keizer Napoleon. Amst. 1810. W. Bilderdijk, Echte stukken betreffende de uitzetting van Mr. W. Bilderdijk, in Maart 1795. z pl. 1821. W. Bilderdijk, Ter uitvaart van N. Schotsman. 2e dr. Leyden 1822. W. Bilderdijk, Krekelzangen, Rotterd. 1822. 3 dln. W. Bilderdijk, Aan de Roomsch-Katholyken dezer dagen. Leyden 1823. W. Bilderdijk, Aan Leyden, op den twaalfden van Loumaand. Leyden 1824. W. Bilderdijk, Over een oud Amsterdamsch volksdeuntje. Leyden 1824. W. Bilderdijk, De ware liefde tot het vaderland. 's Grav. 1828. W. Bilderdijk, Afscheid aan Leyden. Leyden 1827. W. Bilderdijk, Aan den hr. Le Sage ten Broek. Amst. 1829. W. Bilderdijk, Uitzicht op mijn dood. Rott. 1829. W. Bilderdijk, en J.J.F. Wap, Briefwisseling over godgeleerde onderwerpen. Breda 1823. W. Bilderdijk, Brief aan prof. M. Siegenbeek. Amst. 1837. W. Bilderdijk, Galante dichtluimen. Amst. (1859). Den Binckhorst. Amst. 1618. 4o. F.G.B. van Bleeck van Rijsewijk, De stichting van het Nassau-Veluwsch gymnasium te Harderwijk herdacht. Harderw. 1872. H. Bloemaert, Den getrouwen herder. Uytrecht 1650. A. Blussé, Iets dichtmaatigs. Dordr. 1650. *L.L. de Bo, Westvlaamsche Idioticon. Brugge 1872. 4o. Fr. Bock u.M. Willemsen, Die mittelalterlichen Kunst- und Reliquienschätze zu Maestricht. Köln 1872. - G. Sloet. D. Bodde Szn., Hymne op Peter den Grooten. 's Gravenh. 1845. | |
[pagina 40]
| |
Francijntje de Boer. Nieuwe dichtproeven. Amst. 1821. L.J.W. ten Bokkel, Bemoediging, dichtstukk. Schagerbrug 1851. A. Bonvarlet et J. Thilloy, Journal de Henri Messer. Metz 1870. J.A. Boogaard. Toespraak bij de plechtige onthulling van het standbeeld van Boerhaave, op 26 Junij 1872. Leiden 1872. E.A. Borger, Oon myn groete makker C.F. Tydeman da hy zyn disseretasie fordiffendjerje zoe. z.j. 1 blad 4o. E.A. Borger, De vaderlander. Leyden 1814. E.A. Borger, Iets van mijn kind. Leyden 1815. E.A. Borger, Op de bevalling der prinses van Oranje. Leyden 1817. - G: Du Rieu. Borger's boezemklagt bij de graven zijner geliefde panden. 's Grav. 1842. *J. de Bosch Kemper, Hooger onderwijs. Amsterdam 1870. *J. de Bosch Kemper, De Staatsschool in den constituoneelen staat. Amst. 1871. *J. de Bosch Kemper, Het nationale feest ter herinnering aan de laatste driehonderd jaren. Amst. 1872. Bragiana, Humor en satire. Utr. 1854. J. Brand van Cabauw, Iets over de gevangenissen. z. pl. of j. J. Brand van Cabauw, Wapenkreet. Amst. 1815. J. Brand van Cabauw, Volkslied. z. pl. of j. J. Brand van Cabauw, Zegezang op de overwinning te Algiers. Amst. 1816. J. Brand van Cabauw, Amsterdamsch schutterslied. (1830). J. Brand van Cabauw, Heilgroet aan Willem II. Amst. 1840. J. Nolet de Brauwere van Steeland, Het communismus in zijne vroegere en latere vormen. 's Gravenh. 1871. J. de Breet, Dichterlijke verscheidenheden voor jonge lieden, bijeenverz. Amst. 1828. J.W. Brewer, Vaterländische Chronik der Rhein-Provinzen und der Stadt Köln. Eine Zeitschrr. 2 Jahrg. Köln 1825,'26. | |
[pagina 41]
| |
*W.G. Brill, Over de liefde. Toespraak. Leiden 1872. L. van den Broek. Cypres en lauwerbladeren om het standbeeld van Willem II. z. pl. en j. L. van den Broek. Jezus. Poëzy. Rott. 1831. (P.v.d. Broek), De doorlucticheyt van Brederode. Amst. 1657. 4o. M. de Brauwer, Het otterken. Haerlem 1628. 12o. J.A.M. van der Burgh, Een liefdegift; dichtregelen. 's Gravenh. 1860. C. Bruin, Het leven van den apostel Paulus, in dichtm. Amst. 1743. Het vermaaklijk buitenleven. Haarl. 1716. 4o. S.H. Buytendijk, Watersnood. Kort verhaal der doorbraken van Brakel en Zuilichem. Amst. 1861. J. Burchoorn, Klucht-hoofdige snorre-pypen, quacken enz. z. pl. of j. 4o. J. Burchoorn, Nieuwe werelt vol gecken. 's Gravenh. 1612. 2 dln. 4o. J. Burchoorn, Een staeltjen van d'andere werelt. 's Grav. 1641. 4o. J. Burchoorn, 't Vermaeckelick proces van drie edellieden, zynde gebroeders. 's Gravenh. 1640. 4o. *D. Burger, Redelijk geloof. Zalt-Bommel 1871. *D. Burger, Locke's bewijs voor het bestaan van God. Amersf. 1872. A. Clavareau. La mort du comte d'Egmond. Poëme. Paris 1821. A. Clavareau. Cantate à l'occasion de l'inanguration de la statue de Guillaume II. z. pl. (1854). W. Carr, Remarks of the government of severall parts of Germania, particularly of the United Provinces. Amst. 1788. 12o. Cartouche of de gestrafte booswigt. Uyt het Fransch in Nederd. vaerzen. 2e druk. Amst. 1743. Catalogus bibliothecae publ. Daventriensis. P. I-III. Daventr. 1872. J.B. van Cauwelaert. François de Roye de Bruxelles, martyr de Gorcum. Bruxelles 1867. | |
[pagina 42]
| |
Th. Chalmers. Het bewijs en gezag der christ. openb. Uit het Eng. (door W. Bilderdijk) Haarl. 1820. G. Du Rieu. *E. Chantepie de la Saussaye. De plaats der theologische wetenschap in de encyclopedie der wetenschappen Gron. 1872. N.A. van Charante, Kinderpoëzy. Schoonh, z.j. C. Chryselius. Gedichten, Balladen und Romanzen. Coblenz. 1822. Chrysostomus Redevoeringen. Uit het Grieksch d.W. Bilderdijk. Breda 1832. - G. Du Rieu. J. Clarisse, Gedichten. Utr. 1792. J. Clarisse, Leerrede geh. op den dankdag voor den vrede 29 Juli 1814, Amst. 1814. - G. Bodel. Le Clerc Histoire d. Provinces-Unies Amst. 1723. 2 tom. fol. J. Coens. Confutatie van den Biencorff. Loven 1598. J.J. Coleveldt Lust-hoofien. Amst. 1619. D.V. Coornhert, Van des menschen natuurlycke vleesch, wondersproock. Ghedr. 1581. J. da Costa. Bezwaren tegen den geest der eeuw. Leyden 1823. G. Bodel, evenals de volgende. J. da Costa. Geestelijke wapenkreet. Rott. 1826. J. da Costa. Dichterlijke krijgsmuziek. Amst. 1826. J. da Costa. 1648 en 1848. Dichtstuk. Haarl. 1848. J. da Costa. Bilderdijk herdacht. Redev. Haarlem 1856. Nederlandsche letter-courant Leyden. 1760-1764. 10 dln. Leydsche Courant 1721-'23, '38-'43. V. Cousin. De l'instruction publique en hollande. Brux. 1838. 2 tom. J.J. Cremer, Brief aan alle Nederlandsche werklieden door Jan Stukadoor. Leeuwarden 1871. P. Croon, Almanak voor heden en morghen. d'Antw. 1665. B.D. Willem Hups. Eene anecdote uit de XVIIe eeuw, ongelooflijk zelfs in de onze. Haag 1805. E.W. van Dam van Isselt. Ons leger. 's Gravenh. 1870. E.W. van Dam van Isselt. Nederland 's Gravenh. 1832. | |
[pagina 43]
| |
(E.W. van Dam van Isselt), De ontheiliging van het huis Gods op 16 en 17 Oct. 1834 te 's Gravenh. 's Grav. 1831. E.W. van Dam van Isselt Gedichten. Tiel (1823). E.W. van Dam van Isselt Hassar of de Negers. Dichtst. Tiel 1823. E.W. van Dam van Isselt Een woord aan mijne landgenooten. 's Grav. 1848. E.W. van Dam van Isselt Quelques observations. Leeuw. 1842. (E.W. van Dam van Isselt) G.E. de Mad, Lettre a Monsieur R. La Haye. 1851. (E.W. van Dam van Isselt) Eenige bedenkingen over oorlog of vrede. Utr. 1851. (E.W. van Dam van Isselt) De concessie tot verveening der middelpolders te Amstelveen getoest. 's Gravenh. 1843. (E.W. van Dam van Isselt) Iets over verkiezingen. Tiel 1840. - Gn. Du Rieu. J. de Decker, Oorspronkelijke dichtstukken, 2 dln. Amst. 1827. G.E.W. Dedekind, Proeve over de werking en invloed der geesten. Uit het hoogd. d.W. Bilderdijk. Haarl. 1820. - G. Du Rieu. P. Deketh. Octavia, in vier zangen. Harlingen z.j. P. Deketh. Kerk-gezangen, gezongen in de kerk te Harlingen. Harlingen 1818. P. Deketh. Tjerk Hiddes de Vries. In vier zangen. Harl. 1819. J.M.E. Dercksen. Een woord van dank na hulpbetoon. Dichtregelen, 's Gravenh. 1855. *J.M.E. Dercksen. Een poortersdochter uit de 17e eeuw. 2e druk. Leiden 1872. 2 dln. J.J. Diest Lorgion. Verhandeling over Regnerus Praedinius. Gron. 1862. J.I. Dodt. Pogingen om eene meer grondige beoefening der geschiedenis v. Nederl. voor te bereiden. Utr. 1837. J.I. Doedes. Losse bladen uit de geschiedenis der kerkhervorming in Nederland. Utr. 1853. J.I. Doedes. Ontwerp van reglement op de godgeleerde kweekscholen voor de Ned. Herv. kerk. Utrecht 1868. *J.I. Doedes. Geschiedenis van de eerste uitgaven der schriften des N. Verbonds in de Nederl. taal. (1522, '23). Utrecht. 1872. F.J. Domela Nieuwenhuis. Abr. des Amorie van der Hoeven beschouwd als een voorbeeld van kanselwelsprekendheid. Amst. 1855. | |
[pagina 44]
| |
*G.F. van Dommelen. Over de noodzakelijkheid der uitbreiding van het getal zieken-verplegers. 's Grav. 1871. M. Donckanus, Corte confutatie der Beyencorf. Ghedr. 1578. Ibn Doreid, Treurzang. In nederd. dichtmaat door W. Bilderdijk. 's Gravenh. - G. Du Rieu. P. Dortsma secundus. Brieven van Constantia P. Dortsma. Bonn. 1776. R.P.A. Dozy. Over des gunstigen invloed dien de omwentelingen in Frankrijk, sedert 1789, hebben uitgeoefend op de studie der middeleeuwsche geschied. Leyden 1850. M. Duuren. Van die kinderdoop. 3 boeken. 'Tantwerpen 1569-1591. *J. Dyserinck. Een toepasselijk woord, ter wijding van het Tweede Eeuwfeest van Aardenburg's verdediging. Haarl. 1872. De Eer van Leydens hoogeschool, in Mr. W. Bilderdijk verkeerdelijk aangerand. Leyden 1822. J. van Elslands gezangen. 4e druk. Haarl. 1738. Empiricus. Vervolg op Neerland's roem 1572 en Neerland's feestviering 1872, enz. Utr. 1872. G. Engelberts Gerrits, Fastes de la Marine hollandaise, trad. par J. Douchez. Amst. 1835-'37. 2 vol. G. Du Rieu. (E.C. d'Engelbronner). Zedige bedenkingen over de Bezwaren tegen den geest der eeuw. Leyden 1823. (E.C. d'Engelbronner) Iets aangaande de toelichtingen van W. Bilderdijk. Leyden 1823. - G. Bodel. D. Erasmus. Eenige zamenspraken. Vert. door B.H. Lulofs. Gron. 1840. - G. Du Rieu. Eufrasia. Ooghen-troost. Leyden 1648. E. van Even Mengelingen voor de geschiedenis van Braband. (Leuven) 1871. P.A. Exel. De koning in den Bommelerwaard in January 1861. Amst. 1861. W. Francken Az. Dillenburg, geboorte en tijdelijke verblijfpl. van Prins Willem I. Reisherinnering. Rott. 1872. | |
[pagina 45]
| |
J, le Francq van Berkhey. Lijkgedachtenis van Z.K.H. prins Willem V. Amst. 1806. R. Feith. Poëtisch Mengelwerk. Amst. 1788. *G.A. Fokker. De lomberd en de bank van leening te Middelburg. Midd. 1872. *Froissart. Oeuvres. Publieés par le Brn. Kervyn de Lettenhove. 14 tom. Bruxell. 1870-'72. Kleine gedichten voor de lieve jeugd aan de hoogere scholen, naar van Alphen. Door een student. Amst. 1846. P. van Geer. Frederik Kaiser. Leiden 1872. W. de Geest. Herderz. op het eeuwgetijde. Amst. 1601. 4o. Gelegenheidsgedichten 17e eeuw. Een band 4o. G. Bodel. Soetje Gerrits v. Rotterdam. Een geestelijck liedtboecxken. Hoorn 1632. Vrou Gerrits v. Medenblik. Een nieuw gheestelijck liedtboecxken. Hoorn 1621. 24o. F.P. Gisius Nanning, Zelfpoffering, Delft 1824, F.P. Gisius Nanning, Aan I.L. Nierstrasz Jr. Delft 1825. B. Glasius, Verhandeling over Erasmus als Nederlandsch kerkhervormer. 's Grav. 1850. *J.J.A. Gouverneur en Jan de Rijmer. Een cent in 't zakje. Gron. 1868. *J.J.A. Gouverneur en Jan de Rijmer. Wijs en dwaas. Gron. 1860. *J.J.A. Gouverneur en Jan de Rijmer. Verstrooide rijmen. Haarlem 1854. *J.J.A. Gouverneur en Jan de Rijmer. Gedichten en rijmen. 2e druk. Gron. 1854. *J.J.A. Gouverneur en Jan de Rijmer. De Huisvriend. Groningen 1843- 1863. P.K. Görlitz et A.D.J. Mioulet. Petition présentée á la Seconde Chambre des états-généraux, relativement au projet de loi sur l'instruction publique. Rott. 1830. P.K. Görlitz et A.D.J. Mioulet. Bedenkingen over de zedelijk-godsdienstige opleiding in de openbare scholen. Rott. 1844. P.K. Görlitz et A.D.J. Mioulet. Het nationaal volksonderwijs in Nederland; rede. z. pl. of j. J.G. Th. Gräsze, Der Tannhäuser u. Ewige Jude. 2e Aufl. Dresden 1871. J.H. Grave, De nationale mode en ja en neen, 2de dr. 's Gravenh. 1832. | |
[pagina 46]
| |
J. yan 's Gravenweert, Tasso te Rome, dichtst. Amst. 1826. F.H. Greb, Volkslied bij de onthulling van het standbeeld van Willem II. z. pl. (1854). F.H. Greb, De twee broeders, dichtst. 's Grav. 1846. A. Grisebach, Ueber die Bildung des Torfs in den Emsmooren. Göttingen 1846. *J. Groenewegen, Pontius Pilatus. Amst. 1872. K. von Gutzkow, Ein Hollandgang. Jena 1872. B. ter Haar, Zangen bij het 25jarig bestaan van het Ned. genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen. z. pl. 1849. *B. ter Haar, Abd-el-Kader. Traduit par F.L.A. de Jagher. (1872). *E. en J.H. Halbertsma, De lappekorf van Gabe-snijër. Uit het Friesch door J.J.A. Gouverneur. Dev. 1860 2 dln. *J.N. van Hall, XX kleine liederen. Utr. 1868. M.C. van Hall, Arbeid en gelukzaligheid, zangstuk. Amst. 1812. M.C. van Hall, Gedichten. 2de Verzam. Amst. 1829. M.C. van Hall, Aan de Nederlandsche helden, op de citadel van Antwerpen gesneuveld. Amst. 1833. M.C. van Hall, Bijvoegselen tot den eersten druk van den adm. Jhr. J.H. van Kinsbergen. Amst. 1843. M.C. van Hall, Meer-en-berg. Amst. 1851. M.C. van Hall, Aan den hoogleeraar Abr. des Amorie van der Hoeven. z. pl. 1852. M.C. van Hall, Afscheidsgroet, z. pl. 1856. M.C. van Hall, Gedichten. Amst. 1818. M.C. van Hall, Gedichten, 3de verzam. Amst. 1839. M.C. van Hall, Gemengde schriften. Amst. 1848. - G. Du Rieu. M.C. van Hall, Zangen, ter gelegenheid der viering van het 50jarig bestaan der Maatsch. tot Nut van 't Alg. Amst. z.j. M.C. van Hall, In de laatste vergadering van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, 20 Dec. 1848. Gedicht z. pl. of j. | |
[pagina 47]
| |
*H.G. Hamaker, De middeneeuwsche keurboeken van Leiden. Leiden 1873. Handleiding tot de declamatie en mimiek. Haag 1846. Handleiding tot de kennis der Nederlandsche munten. Amst. 1850. G. van Hasselt, Het oorspronglyke schildery van Karel van Egmond. Haarlem 1804. G. de Haren, Les aventures de Friso. Paris 1785. 2 tom. - G. Bodel. O. Zwier van Haren, Willem I. Treurspel. Met aant. d.J.v. Vloten. Schiedam 1864. O. Zwier van Haren, De Geuzen. Zwolle 1771. O. Zwier van Haren, De Geuzen. Amst. 1772. O. Zwier van Haren, De Geuzen. Zwolle 1776. O. Zwier van Haren, De Geuzen. Amst. 1785. O. Zwier van Haren, Proeve van eene nation.-zeedelijke leer-reeden. Zwolle 1779. O. Zwier van Haren, De koop-handel, Lierzang. z. pl. of j. O. Zwier van Haren, De offerhande van Themistocles. Lierzang van Pindarus. z. pl. of j. O. Zwier van Haren, Proeven van Nederl. tooneel. 2de druk. Zwolle 1779. O. Zwier van Haren, Proeve op de levensbeschr. der Nederl, doorl. mannen. Zwolle 1772. O. Zwier van Haren, Van Japan. Zwolle 1775. O. Zwier van Haren, De herschyning. Lierzang. z. pl. (1776). O. Zwier van Haren, Proeve van overzetting uit het Engelsch. (Wolvega 1776). O. Zwier van Haren, De inenting. Lierzang. Zwolle 1777. O. Zwier van Haren, De landbouw. Lierzang. Zwolle 1777. O. Zwier van Haren, De vrijheid. Lierzang. z. pl. of j. O. Zwier van Haren, Vaarwel! z. pl. of j. O. Zwier van Haren, De koopman. De staatsman. De schimmen. Zwolle 1778. O. Zwier van Haren, De gevoelens van een hollandsch patriot. 3de druk. Uit het Engelsch. z. pl. of j. O. Zwier van Haren, Zeedige aanmerk. over de veengraverijen in Friesland. Leeuw. 1676. - Gn. Bodel. | |
[pagina 48]
| |
D. Harting. Het oproer der wederdoopers te Munster in 1534 en 35. Enkhuizen 1850. R. van Heemskerk, Rsz. Naamlijst van genealogien, meerendeels bestaande uit Ned. geslachten. Utr. 1836. J.P. Heije, Zangen, bij de algemeene verg. der maatsch. tot Nut van 't Alg. 1841. z. pl. D. Heinsii, Lof-sanck van Jezus Christus ende andere poemata. Amst. 1622. J.P. Helmers, Gedichten. I. Amst. 1809. W.A. van Hengel, Bij de aanvankelijke verlossing van mijn vaderland. Amst. (1813). - G. Bodel. (W.A. van Hengel) Gesprekken over de burgerlijke verdraagzaamheid. 's Gravenh. 1816. - G. Bierens de Haan. W. van Heusden, Vruchten van vroegeren en lateren leeftijd. 's Grav. 1852. W. van Heusden, Lauwren en cypressen, gestrengeld om het beeld van Willem II. 's Gravenh. 1849. E.W. Higt, Lentezang, gevolgd naar het latijnsche trochaicum. Leyden 1761. J. Hilman, Oranje in de ure des gevaars. Amst. 1855. Hippokreen-ontzwaveling. Amst. 1838. A. Hirschig, De stad Wolferasimmenfels, de stad bij uitnemendheid. Alkm. 1857. Historien, Eenige vermakelyke, synde het leeven van verscheide pachters enz. Franeker 1677. 12o. - G: Du Rieu. *Hoffmann von Fallersleben. Mein Leben. Hannover 1868. 6 Bdn. P. Hofstede de Groot, Mededeelingen omtrent Matthias Claudius. Gron. 1861. P. Hofstede de Groot, J.W. Ganzevoort op de 9de halve eeuwfeest herdacht. Groningen 1871. Holland, The present state of H. or a description of the United Provinces. Londen 1745. *J.A. Holwerda, Herinneringen van een predikant. Gorinchem 1872. *Honigh, Mijne lente. Arnhem 1871. | |
[pagina 49]
| |
D. van Hoogstraten, Fabelen van Fedrus. Amst. 1769. A. van der Hoop Jrszn. Oud Holland blijft zijn koning trouw. Feestlied, Leyden 1847. A. van der Hoop Jrszn. Geen aalmoes. 2de dr. 's Gravenh. 1852. A. van der Hoop Jrszn. Leve vader Bilderdijk. Leyden 1854. Horatius Flaccus, Lierzangen en dichtkunst, door J.v. Vondel, Amst. 1654. A. Howard, Esq. The beauties of Byron, selected. Amst. 1837. Cd. Busken Huet. Jacques Saurin en Théodore Huet. Haarlem 1855. C. Huygens, Cluyswerck, door W.J.A. Jonckbloet. 's Gravenh. 1841. H.v. Huls, Gedichten. Leiden 1734. H.v. Huls, Gedichten, enz. 2de dr. Leyden 1747. Anth. van Ingen, 't Gespeende Diemer-baersjen. Amst. 1675. 12o. obl. Chr. Irenophilus, Tegengalm op den Geestelijke wapenkreet door Da Costa. 's Gravenh. 1825. - G: Bodel. Jaarboekje aan bevalligheid, deugd en kunst gewijd. Amst. 1826. - G: Sloet. A. de Jager, Nieuwe gelegenheidsversjes. Delft 1857. (P. Jens), De klagende Mavors. ('s Gravenh. 1697) 4o. Jesuiten-kost; of de maaltijd der Jesuiten. Gedrukt 1726. (J. Jones), Natur a chynnedson gweddi etc. Treffynnon 1813 - G: Van den Bergh. *De Jong van Rodenburgh, Schetsen en tooneelen uit den Atlas en den Aörès. Arnhem 1869. J.K.J. de Jonge, De oorsprong van Neerlands bezittingen op de kust van Guinea. 's Gravenhage 1871. J.K.J. de Jonge, Nova Zembla. 's Grav. 1872. J. Jonker, De vrolyke bruidloftsgast. Amst. 1697. (David Joris), Ernstelyke klage aan alle regenten. 1544. 4o. David Joris Een nootwendich vermanen. z.j. 4o. David Joris Christ. waerschouwinghe aen alle regenten. 1554. 4o. David Joris Een dialogus. z.j. 4o. | |
[pagina 50]
| |
(David Joris), Waerschouwinghe voor den dach des Heeren. 1551. 4o. David Joris Van die vreemde tonghen. 1545 4o. David Joris Een godtl. antwoordt unde cort onderwijs. z.j. 4o. David Joris Een suyverlycke bewijsreden. z.j. 4o. David Joris Cort bericht unde schrift. antwoort. 1544. David Joris Antwoort unde onderricht. 1556. 4o. David Joris Seer schoone aenwysingen. 1550. 4o. David Joris Van die aart, enz., deser boose werlt. 1556. 4o. David Joris Een waeracht. fijne reden. z.j. 4o. David Joris Waeracht. aenwysinghe van die wederbrenghinghe des menschen. z.j. 4o. - G: Bodel. T. Jorissen, Historisch leven. Haarl. 1872. Th. Juste, Vie de Marnix de St. Aldegonde. La Haye 1858. - G: Du Rieu. Kallimachus lofzangen, door W. Bilderdijk. Amst. 1808. C.M. Kan, Nederland en de kust van Guinea. Utrecht 1871. J.C. van de Kasteele, Het 's Gravenhaagsche bosch, dichtstuk. 's Gravenh. Amst. 1822. R.P. van de Kasteele, De Herfst. Cantate. 's Gr. 1803. R.P. van de Kasteele, Redevoering tot lof der vaderlandsche schilders. 's Hage 1809. E. Kästner, Abhandlung über die niederd. u. niederl. Dichtkunst im Mittelalter. Lingen 1833. 4o. - G: V.d. Schaaff. J.P. de Keijzer, Neerlandsch letterkunde in de 19de eeuw. Bloemlezing 1e st. Arnhem 1873. J.M. Kemper, O. Zwier van Haren geschetst (Amst. 1811) - G: Bodel. J.M. Kemper, Vredezang op het feest van den 2 Juny 1802 z. pl. J.M. Kemper, Lierzang, z. pl. 1805. H. Kern, Het aandeel van Indië in de geschiedenis der beschaving en de invloed der studie van het Sanskrit op de taalwetenschap. Redevoering. Leiden 1865. | |
[pagina 51]
| |
Keur van Nederl. letteren. Amst. z.j. 28 dln. 12o. P. Kikkert, Proeve van etskundige uitspanningen, met gedichtjes. z. pl. of j. 4o. J. Kinker, Huwlijksgroet aan prins Willem Frederik Karel en prinsesse Louise Augusta Wilhelmina Amelia van Pruissen. z. pl. (1825). N.C. Kist en W. Moll, Kerkhistorisch Archief. 4 Dln. Amst. 1857-1866. B. Klijn Bz., Zangen, ter gelegenheid van de alg. verg. der Maatsch. tot Nut v. 't Alg. op den 12den van Oogstmaand. Amst. (1823). B. Klijn Bz., Zangen, gewijd aan de nagedachtenis van Jhr. Mr. J.M. Kemper. Amst. 1824. B. Klijn Bz., Vergankelijkheid. z. pl. of j. F.H. Klein, Drie gedenkdagen voor Nederland. Amst. 1861. H.H. Klijn, Gedichten aan het vaderland gewijd. Amst. 1830. H.H. Klijn, Zangen. z. pl. of j. H. Klijn, Bijbelpoëzy. Amst. 1841. J. Kneppelhout, Mes loisirs. La Haye 1832. J. Kneppelhout, Opuscules de jeunesse. Leyde 1842. 2 tom. J. Kneppelhout, Prose et vers. Leyde 1838. J. Kneppelhout, Souvenirs d'un voyage a Paris. Leyde 1839. J. Kneppelhout, Fragments de correspendance. (Leide 1834.) J. Kneppelhout, Nouveaux fragments de correspondance (Leide 1836). (J. Kneppelhout) La violette. La Haye 1833. (J. Kneppelhout) Aanteekeningen van een protestantsch student. 's Gravenh. 1839. J. Kneppelhout, Iets over eene beoordeling. Leyden 1838. (J. Kneppelhout) Een woord van diximus. 's Gravenhage 1839. J. Kneppelhout, Wenken voor beoefenaars der uiterlijke welsprekendheid. Leyden 1838. J. Kneppelhout, Lamartine. Amst. 1848. J. Kneppelhout, Copeaux. Utr. 1837. J. Kneppelhout, Souvenir. La Haye 1835. | |
[pagina 52]
| |
J. Kneppelhout, L'education par l'amitié. La Haye 1835. J. Kneppelhout, L'ère critique ou l'art et le culte. Utr. 1837. J. Kneppelhout, Hommage à l'hospitalité. Leyde 1836. - Gn. Du Rieu. J.H. Knoop, Vermakelijk wapen-kundig spel. Leeuw. 1759. J. Ph. Koelman, De aesthetiek en het monument te Brielle. 's Grav. 1872. C. van Koetsveld Cz., Levens-phantasie. 's Grav. 1859. J, Kok, Amsteldamsche jaarboeken. Amst. 1783. 3 dln. - G: Du Rieu. F.C.W. Koker, Onderzoek naar den aard en de geschiedenis der vicarie-goederen in Nederland. Utr. 1857. C. de Koning Lz., Aan Nederland. Haarl. 1813. - G: V.d. Schaaff. d'Amsterdamsche kordewagen. Amst. 1662. 12o. Obl. W. Kraan, Gedichten. Brielle 1841. A. Kraft, Oden en Gedichten. Amst. 1802. Kronijk der geschiedenissen van de vrije Friesen 313-1677. 2de druk. Haarl. 1743. J. Krul, Wereldt-hatende noodtsaeckelyck. Amst. 1627. Obl. H. Kuijper Gtz., Lofdicht op Pieter Pietersz. Hein. Rott. 1832. H. Kuijper Gtz., Napoleoniden. Amst. 1864. B. Kuitert Cz, De volkslier; grepen en groepen uit het werkelijke leven. Gron. z.j. J.C. de Lannoy, Aan mijn geest. Breda 1767. Juliana Cornelia Barone de Lannoy, Nagelaten dichtwerken. z. pl. of j. A.M. Ledeboer, De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Noord-Nederland. Dec. 1872. 4o. C. Lenige, Mengeldichten. Amst. 1782. D.J.v. Lennep, Neerlands rijk hersteld en gehandhaafd. Lierzang. Amst. 1815. J.v. Lennep, Hulde aan de nagedachtenis van J.C.J. van Speijk. Amst. 1831. J.H.v. Lennep, Oranje boven! Een lied. Zeyst 1863. | |
[pagina 53]
| |
J.H.v. Lennep, Het lied ‘Aan de boomen van het manpad.’ Naar het Latijn van D.J. van Lennep. Amst. 1850. A.L. Lustergeon, Jezus geboorte. Een kers-gedicht. Zwartsluis 1843. *A.L. Lustergeon, Feestrede, uitgesproken te Koevorden op het 2e eeuwfeest van het ontzet. Assen 1872. Goddelijke liefde-vlammen, door 50 sinne-beelden afgebeeld. Amst. 1711 - G: Du Rieu. J. Lydius, Vrolicke uren. Dordr. 1640. *P.A.S. van Limburg Brouwer, Akbar. 's Grav. 1872. F.W. Lindner, Mac-Benac of het stellige der vrijmetselarij. Uit het hoogd. d.W. Bilderdijk. Leyden 1820. - G: Du Rieu. *A.D. Loman, Bijdragen ter inleiding op de Johanneische schriften des N.T. 1ste stuk. Amst. 1865. *A.D. Loman, Het middelbaar onderwijs in de hoofdstad. Amst. 1865. *A.D. Loman, Feestrede bij de viering van het 25jarig bestaan van de Maatsch. Caecilia. Amst. 1866. C. Looijen, Gedichten. 's Grav. 1829. A. Loosjes Pz., Sint Eustatius genomen en hernomen. Haerl. 1782. A. Loosjes Pz., Gedenkzuil, bij de vrijverklaaring van Noord-America. Amst. 1782. A. Loosjes Pz., M.A. de Ruyter, in X boeken. Haerlem en Amst. 1784. C. Loots, Zangen, ter gelegenheid van de alg. verg. der Maatsch. tot Nut v.h. Algemeen. op 10 Aug. Amst. (1824). C. Loots, Cantate ter gelegenheid van het 58jarig bestaan der Maatsch. F. Meritis. z. pl. 1827. C. Loots, Cantate, bij het 25jarig bestaan van het Kon. Ned. Inst. van wetensch., letterk. en sch. kunsten, 27 Aug. 1833. z. pl. (1833). (J.A. Lotze), Vijf brieven behelzende aanmerk. over Bezwaren tegen den geest der eeuw. Amst. 1827. - G: Bodel. B.T. Lublink Weddik, Herfstloover, poëzy. Utr. 1863. | |
[pagina 54]
| |
B.H. Lulofs, Gedicht in vijfvoetige rijmlooze jamben, uitgespr. te Groningen bij 't jubelfeest der Maatsch. tot Nut v. 't Alg. te genoemder stede. Gron. 1834. F.M. Luzel, De l'authenticité des chants du Barzaz-Breiz de M. de la Villemarqué. Paris 1872. - G. Bergman. k.a.p.s.m. De nieuwe vaakverdrijver of Nederl. verteller. Amst. 1669. - G: Du Rieu. C.F. van Maanen en W. Bilderdijk. Eene historische bijdrage. Grave 1840. M.v. Machwiths, Godt-vruchtige uyt-spanninge. 's Gravenh. 1678. 4o. J.S. Magnin, Overzigt der kerkelijke geschiedenis van Drenthe. Gron. 1855. J.P.C. van der Mark, Proza en poëzie, Indiana. Batavia 1864. P.H. Marron, Napoleonti, primo Gallorum imperatori, semper augusto. Parys 1804. P.H. Marron, Napoleoni augusto, invicto, Gallorum imperatori, Lutetiam reduci XVII Julii (Parijs, 1807). F. van Massou, Broedermoord. (1852). Chr. Matanasius, Brief aan Papirius Carpitanus, behelzende den lof van 't puikgezang eens jongen Leidschen nachtegaals. 's Gravenh. 1716. *J.L. Matthes, De vier Heemskinderen. Gron. 1872. H. Meder, Twee historisch-praktische eeuw-jubelpredikatien op het 3de eeuwfeest der Emder reformatie. Emden 1821. *L.S.P. Meyboom, Hoofdbeginselen der nieuw-chr. rigting. Haarlem 1872. *L.S.P. Meyboom, Agamemnon's trouwpartij. Groningen. J.M. Merle d'Aubigné, Kerstdag, kerkrede. Uit het fransch vert. d.W. Bilderdijk, Leiden 1824. J.M. Merle d'Aubigné, Redevoering over de beoefening vau de geschiedenis des christendoms, door W. Bilderdijk. Amst. 1827. J.M. Merle d'Aubigné, Het nut van Evangelische zendingen onder de heidenen, door W. Bilderdijk. Amst. 1833. J.M. Merle d'Aubigné, Het kruis van Jezus Christus en de prediking van het evangelie, door W. Bilderdijk. Amst. 1825. | |
[pagina 55]
| |
J.M. Merle d'Aubigné. De geboorte van Jezus Christus, door W. Bilderdijk. Amst. 1826. - Gn. Du Rieu. J. Messchert van Vollenhoven, Bespiegelingen over Gods goedheid. z. pl. (1799). W. Messchert, 1815-1865. De veldslag van Waterloo. Vlaardingen. z.j. W. Messchert, De maatschappij van weldadigheid. z. pl. of j. F.A. Metael, Maes-sluysche compas. 6de druck. Amst. 1693. 12o. obl. P. van Meurs, De Keulsche kroniek en de Costerlegende van A.v.d. Linde te zamen getoest. Haarlem 1870. F. Mistral, Mirèio, poème provençal, avec la traduction en regard. 4me éd. Paris 1865. W. Morre. Ernst en scherts. Dordr. 1858. *P.L. Muller, De staat der Vereen. Nederlanden in de jaren zijner wording. Haarl. 1873. F. Max Müller, De uitkomsten van de wetenschap der taalkunde. Gron. 1872. (S. Muller) De Borchgravinne van Vergi. Leiden 1873. Multatuli, Millioenen-studiën. st. 1 en 2. Delft. 1872. G. Muurling, Commentatio hist. theol., de Wesseli Gansfortii cum vita, tum meritis. Traj. ad Rh. 1813. Naamlijst van 2000 overledenen en gesneuvelde militairen in Rusland. Amst. (1813. Haegsche Nachtegael, De nieuwe. Amst. 1661. 8o. obl. B.S. Nayler, Sir Walter Scott's poetic beauties, selected. Amst. 1873. P. Nieuwland, Redevoering over het nut dat de uitbreiding van de zeevaart aan de maatschappij heeft toegebragt. Amst. 1789. J.v. Nyenborch, J.v. Nyenborchs hofstede. Gron. 1659 4o. Nostradamus, Nagalm van de Amsterdamsche kermis in 1854. Amst. 1854. W.J.F. Nuyens, Iets over het feest van den eersten April in 1872. Haarl. Utr. 1872. | |
[pagina 56]
| |
W.A. Ockerse en A. Kleyn geb. Ockerse, Gedenkzuil op het graf van J. Bellamy. Haarl. 1822. R.v. Ommeren, Ode ad Gallos, z. pl. 1790. R.v. Ommeren, Ad Batavos. z. pl. 1799. S.v. Ommeren, Op den vrede van Luneville. Zwolle. 1801. D. Onderwater, De jongste dag. Dichtst. z. pl. of j. Historisch onderzoek over de speelkaerten. Uit het Fr. Utr. 1780. Datheniana, De ongelukkige morgen. Hoorn 1774. Datheniana, avondstond. morgen. Utrecht 1774. H.G. Oosterdijk, Brief aan zijne zuster K.M. Atlee, geb. Oosterdijk. z. pl. 1772. H.G. Oosterdijk, Aan mijne medeleden van het doctoren-gezelschap. z. pl. 1773. H.G. Oosterdijk, Lierdicht op een nieuwe pokaal. z. pl. 1794. C.W. Opzoomer, De geest der nieuwe rigting. Redevoering. Amst. 1862. C.W. Opzoomer, 1846-1871. Amst. 1871. C.W. Opzoomer, Een nieuwe kritiek der wijsbegeerte. Amst. 1871. C.W. Opzoomer, Vrijheid en onfeilbaarheid. Redev. Amst. 1872. C.W. Opzoomer, Thorbecke. Amst. 1872. J.A. yan Orsoy, Het lusthof Koldenhooven Amst. r 722. J. Oudaan, Lijk-gedachtenis van Joost van Vondel. Rott. 1679. A. Oudeman, Verhandelingen van strafvordering en strafregt. Gron. 1873. A. van Overbeke, Rijmwercken. Amst. 1678. A. van Overbeke, Hetz. 7e dr. Amst. 1699. P.A.v. Overeem, Liederen en zangen bij het 50jarig feest te Amsterdam op 15 en 16 Nov. 1863. Amst. 1863. A. van Overstraten. Jacoba van Beieren. Amst. 1790. Overzigt van de geschiedenis der Utrechtsche hoogeschool tot aan hare herstelling in 1815. Amst. 1836. J.v. Paffenrode. Gedigten, IIe dr. Amst. 1705. | |
[pagina 57]
| |
J.H.v.d. Palm. De vrede van Europa. Leyden 1814. G. Bodel. J.H.v.d. Palm. Feestrede bij de viering der 250ste verjaring van Leydens ontzet. Leyden 1824. J.H.v.d. Palm. Korte schets, bevattende eenige levens-bijzonderheden betrekkelijk J.v. Heekeren. z. pl. of j. J.H.v.d. Palm. Eloge funèbre, pour célébrer la mémoire de J.M. Kemper; traduit par V. Deflinne. Tournay 1825. J.H.v.d. Palm. Redevoering, ter feestvierende herinnering van den akademischen leeftijd. Leyden 1828. J.H.v.d. Palm. Geschied- en redekundig gedenkschrift van Ned. herstelling in 1813. 2e dr. Amst. 1828. J.H.v.d. Palm. Twee rapporten van den raad van binnenlandsche zaken aan het staats-bewind der Bataafsche republiek over de heerlijke regten. 's Gravenh. 1842. Papekost, opgedist in geuse schotelen, handelende van de pausselijke opkomst. met fig. 2 dln. Blokziel 1720. Das Passions-Schauspiel in Oberammergau, Augsburg, 1870. Jean Paul, Gedachten, met eene inleiding door J.A. Weiland, 2 dln. 2de dr. Amst. 1837. W.E. de Perponcher. Aan de lieden der beschaafde wereld. Utr. 1804. W.E. de Perponcher. Joseph of de broedhaat. Utrecht 1815. J. Petit-Senn. Paysages poétiques, poèmes. Genève 1831. Perzius Hekeldichten, door W. Bilderdijk. Rott. 1820. Philadelphus. Quinquenpoix Bombario - Mercurius koolverkooper - Mercurius onder de Actonisten. z. pl. of j. A. Pierson. Over Alexandre Vinet. Arnh. 1871. *M.S. Pols. De openbaarheid des eigendoms en der zakelijke regten. Leiden 1854. *M.S. Pols. Het crimineel wetboek voor het krijgsvolk te lande. 's Gravenh. 1867. M.S. Pols. Het oordeel van M.H. Godefroi over de herziening der milit. strafwetgeving nader getoest. 's Gravenh. 1870. A. Pope, De Mensch, door P. van Winter N. Sz. Amst. 1836. | |
[pagina 58]
| |
E.M. Post. Mijne kinderlijke tranen. Amst. 1792. E.M. Post. Gezangen der liefde, Amst. 1794. P. Post Pz. De Munstersche vrede herdacht. z. pl. 1846. C.W.v.d. Pot. Nood en hulp. 2e druk. Rott. 1855. (Mevr.) Le Prince de Beaumont, Magazijn voor jonge jufvrouwen, omgew. door A.B. van Meerten, Schilperoort. 2e dr. Breda 1840. *I. Prins. Dankrede na 70jarige evangeliebediening. Amst. 1872. *I. Prins. Afscheidsrede bij 't eindigen zijner evangeliebediening. Amst. 1873. Proeve van zedepoëzy. Dordr. 1755. Programma, volledig officieel, der feestviering op 1 April 1872 te Brielle. Maximes, Recht-heylsame polityke en kerkelycke, gestelt tegens de schadelycke maximes v. La Court en andere Utr. 1684. Alphab. register der evang. gezangverzen. Utr. 1837. - G. Bodel. Jan de Regt's mengel-dichten, gezangen, enz. 2 druk. Amst. 1723. G. Du Rieu. Jan de Regt's slegten-tijd, mengel-dichten, enz. 3e druk. Amst. 1733. J.K.D.P. Reinold, Lyrische Gedichte u. Briefe. 2 Bde, Heidelberg, 1815. H. Riemsnijder, Fabelen en vertelsels, van de nieuwste en beste hoogd. dichters. 's Gravenh. 1779. C.V. Rijssen, Gedichten. Amst. 1704. Colyn van Rijssele, Den spiegel der minnen. Rott. 1617. I. Roemer, Voordeelen van den geest der eeuw Leyden 1823. G. Bodel. H.J. Royaards, Het historische karakter der tegenwoordige Nederlandsche univeisiteiten. Utr. 1849. H. Roodhuyzen Jr. Het leven van Guilhelmus Gnapheus Amst. 1858. A. de Rooy. Votum pro prace ac reip. salute. Harderovici 1800. A. de Rooy. Napoleonus Buonaparta. Narderovici, s.a. | |
[pagina 59]
| |
B. Ruloffs. De mensch door deugd en verstand het voortreffelijkst schepsel. Choorzang. z. pl. of j. B. Ruloffs. Zang ter gedachtenis van J.v.d. Vondel. z. pl. of j. S. van Rusting, Vol-geestige werken. 3e druk. Amst. 1699. G.D.J. S(chotel). Het oude volkslied Wilhelmus van Nassouwen opgehelderd. Leiden 1830. G.D.J. S(chotel). De openbare eeredienst der Ned. herv. kerk in de 16e, 17e en 18e eeuw. Haarl. 1870. 2 st. G. Kruseman. G.D.J. S(chotel). Vaderlandsche volksboeken en volkssprookjes. Haarl. 1872. G.D.J. S(chotel). Hoe vierden onze vaderen in 1772 de gedenkdagen van Neêrlands verlossing van de spaansche tirannie? Wageningen 1872. Muslih Eddin Sadi, Spreuken en voorbeelden (door W. Bilderdijk) Rott. 1828. G. Du Rieu. J.G. le Sage ten Broek. Brief aan W. Bilderdijk, 2e druk. 's Gravenh. 1829. J.G. le Sage ten Broek. Tweede brief. 's Gravenh. 1830. C. Sattler. Die Flandrisch-Holländischen Verwicklungen unter Wilhelm von Holland 1248-1256. Göttingen 1872. H.J.A.M. Schaepman. Parijs, 1870-71. Gedicht. Amst. 1872. I.v.d. Schalk. Opwekking tot mildadigheid. Lierzang. Rott. (1809). P. van Schelle, Heldinnenbrieven. Dordr. 1825. P. Scheltema. Inventaris van het provinc. archief van N. Holland. Haarlem 1873. - G. Gedep. Staten. H.J. Schimmel. Aan mijn Vaderland. 2e dr. Amst. 1872. N. Schotsman. Eerezuil ter gedachtenis van de te Dordrecht gehoudene nation. synode. Leyden 1819. I.M. Schrant. Het leven van Jezus Christus. 3e druk. Zalt-B. (1824). I.M. Schrant. Het boek der koningen en der Grooten. Leiden 1841. I.M. Schrant. Zedespiegel of gulden spreuken, getrokken uit de navolgingen v.J. Chr. 2e druk. Z.-Bommel. 1841. 12o. I.M. Schrant. Le livret d'or. Extrait du livre des l'Imitation. Leide 1842. 24o. | |
[pagina 60]
| |
I.M Schrant. Le livre des rois et des grands. Leide 1841. I.M Schrant. Verhandelingen over den bijbel. Rott. 1823. I.M Schrant. Leerrede over de pligten der onderdanen jegens de overheid. Amst. 1815. I.M Schrant. De waardige herder geschetst. Amst. 1816. I.M Schrant. Redevoering over de eer. Gend. 1820. Gn. Du Rieu. J. Schraver. Hulde aan Neêrlands zeelieden. Schiedam 1859. 2e druk. R. Schutte. Proeve van stichtelijke gedichten. Utr. 1791. A.M. van Schuurman. Geleerde brieven, gewisselt met S. Rachelius en J. van Beverwijk. Amst. 1728 4o. P. Scriverii. Batavia illustrata. Lugd. Bat. 1609. 4o. G. Pan. E. Serrurier. Bij het afsterven van E.A. Borger. Leyden 1820. M. Siegenbeek. Keur van dichterlijke zedelessen, voorn. uit Cats. Amst. 1810. M. Siegenbeek. Redevoering ter gedachtenis van 6 Dec. 1813. Leiden 1839. M. Siegenbeek. Brieven wegens het voorberigt voor de nagelatene gedichten van B.C. van Dorp. Nijmegen 1816. M. Siegenbeek. Lofrede op Simon van Slingelandt. Leyden 1819. M. Siegenbeek. Voorberigt bij de 4e uitgaaf der verhandeling over de spelling. Dordr. 1827. M. Siegenbeek. Waarschuwing tegen eenige in zwang gebragte verbasteringen van de uitspraak onzer moedertaal. Leiden 1836. M. Siegenbeek. Redevoering over de Christelijke liefde, enz. z. pl. of j. M. Siegenbeek. Verhandeling over Jan Wagenaar, z. pl. of j. M. Siegenbeek. Over Jan Wagenaar, z. pl. of j. - Gn. Du Rieu. F. Sjoerds. Algem. beschrijvinge van oud en nieuw Friesland. Leeuw 1765. F. Sjoerds. Histor. jaarboeken van oud en nieuw Friesland. Leeuw. 1768. G. du Rieu. De slag van Voorburg, 1 July 1875. Leiden 1871. J. Sluiter, Bibel-poesie. Steenwijk 1733. 4o. | |
[pagina 61]
| |
I. Somon. Eene stem uit Nederland, op den jaardag des konings, feestzang. 's Gravenh. 1848. I. Somon. La nation à son roi à l'occasion de l'inauguration de Guillaume III. Amst. 1849. J.W. van Sonsbeeck en D.J. van Lennep. Ter nagedagtenis van P. Nieuwland. Leyden 1794. D. Souterius, Sainctes funerailles. Hist. verhael over het afsterven van Maurits. Haerlem 1626 4o. Southey, Rodrigo de Goth, door W. Bilderdijk, 2 dln., 's Grav. 1824. H.A. Spandaw. Dichtregelen, bij de inwijding van het nieuwe akademiegebouw te Groningen. Gron. 1850. S. Speyert van der Eyk et K. Siegenbeek. Carmina festiva. Lugduni Bat. 1825. Nieuwe spiegel der jeugd of Franze tiranny. Amst. 1672. Spieghels Hartspiegel, in nieuwer dichtmaat overgebracht door W. Bilderdijk. Amst. 1828. *G.J. Spoor. Brand! 3e druk. Rott. 1870. *G.J. Spoor. Aan de vorsten van Europa, lierzang. Rott. 1870. Spreeuwdichten, voor en tegen Fedrus en zijne dieren. z.j. J.W. Staats Evers, Honderd dagen in Italië en Mid-Europa. Arnhem 1872. Het Stamboek op de papiere snykunst van Johanna Koerten-Blok. Amst. 1735. G. - Du Rieu. J.F. Stern, Gedichten, parabelen en snoekjes. Amst. 1834. S. Stijl. Aan H. Hooft Dz. wegens den 26 February 1787. z. pl. S. Stijl. Vredezang bij den aanvang van de negentiende eeuw. Harlingen 1801. S. Stijl. Op den algemeenen vrede. Harlingen 1802. S. Stijl. Lofzang aan de maatschappij te Amsterdam, ter bevord. der Ned. zeevaart. Amst. 1805. *M. Cohen Stuart. Zes kanselredenen. Zeist 1872. De boere studeer-kamer. 2e dl. 's Grav. 1767. Echte stukken betreffende de uitzetting van W. Bilderdijk, in Maart 1795. z. pl. 1821. G.T.N. Suringar. Dichterlijke brief van Jancko Douwama, Friesch edelman. Workum 1845. | |
[pagina 62]
| |
*L.J. Suringar. Bijdrage tot de kennis van den regeeringsvorm van Maastricht. Leiden 1873. S.J. Swaan. Wilhelmus van Nassouwen, toepasselijk gemaakt op 1813. Amst. 1814. S.J. Swaan. Bedenkingen op de Bezwaren tegen den geest der eeuw, toegelicht door Bilderdijk. Amst. 1824. S.J. Swaan. Frederik Hendrik van Nassau. Hoorn 1824. G. Bodel. G. Swartendijk Stierling. Proeve eener oordeelkundige beschouwing van: De ziekte der geleerden. Amst. z.j. - G. Du Rieu. Geschiedk. tafereel van den aftogt der Franschen uit Rusland. Amst. 1813. - G. Bodel. Taschenbuch: Vergiss mein nicht 1829, '34, '37. Leipzig u. Stuttgart. - G. Sloet. Taschenbuch: (Reinisches) 1838. Frankf. a/M. Taschenbuch: der Liebe und Freundschaft gewidmet, 1806, '8, '30-32. Frankf. a/M. Taschenbuch: Penelope 1830. Leipzig. Taschenbuch: Urania 1831, '33, 35. Leipzig. - G. Sloet. J. Teissedre l'Ange en W. Bilderdijk, Lofrede en lijkzang op S.F.J. Rau. Haarlem, 1808. J. Teissedre l'Ange en W. Bilderdijk, Wat staat het lager schoolwezen in Nederland van het gezag des pauselijken stoels te wachten? Amst. 1842. G.A. Teisterbant (Bilderdijk) Observationum et emendationem liber unus. Brunovici 1806. G.A. Teisterbant Idem. Edit. altera. Lugd. Bat. 1819. G. Du Rieu. H.L. Tetar van Elven. De godsdienst, in 3 zangen 's Gravenh. 1846. F. van Teutem. Geschiedenis van het leven van Alexander Pope. Utr. 1810. F. van Teutem. Leerrede. Utr. 1814. P.H. Themmen. Een tuiltje van dichtbloemen. z. pl. 1799. J.A. Alberdingk Thym. Wat wil men u doen vieren, op 1 April? Amst. 1872. J.A. Alberdingk Thym. Een misverstand uit den weg geruimd. Amst. 1872. *J.A. Alberdingk Thym. H. Gerlings Cz. en A.J. Enschedé. Beschrijving | |
[pagina 63]
| |
der wapens in de Groote of St. Bavo's kerk te Haarlem. Haarlem 1873. fo. G.A.C.W. Marquis de Thouars. Vaderlandsche harptoonen. Amst. 1830. G.A.C.W. Marquis de Thouars. Weemoedstoonen. Hoorn 1838. *J. Tideman. Het seminarium der Romonstranten te Amsterdam. Amst. 1873. C.P. Tiele. De plaats van de godsdiensten der natuurvolken in de godsdienstgeschiedenis. Amst. 1873. H.W. Tydeman. Over de voormalige staatspartijen in de Ned. republiek. Leiden 1849. Tyrtéus Krijgszangen. (door W. Bilderdijk) Amst. 1787. D.A. Timan. Gedichten over bijbelsche onderwerpen. 's Grav. 1850. H. Timmer Westerouen van Meeteren. Offerwalmen. Utrecht 1861. H. Timmer Westerouen van Meeteren. Dood en leven. Utr. 1858. - G. Du Rieu. H. Tollens. De algemeene bededag. Rott. 1832. H. Tollens. Zangen, ter gelegenheid van de algem. verg. der Maatsch. tot Nut v. 't Alg. op 11 Aug. Amst. (1835). H. Tollens. Cz. Bij 's konings begrafenis. 's Grav. 1849. H. Tollens. Cz. Goeden nacht van de arme aan de rijken. Rott. 1850. H. Tollens. De jongeling van Westzanen. z. pl. of j. H. Tollens. Nanning Kopperzoon te Hoorn. z. pl. of j. Tooneel van heidensche deugden en ondeugden. 2 dln. Rott. 1724. Het nieuwe Nassause Trompetje. Amst. 1675. 12o. obl. P.J. Uylenbroek. Ferdinand aan Leonard. z. pl. 1787. H. de Veer. Agatha Welhoek. Delft 1860. H. de Veer. Trou-ringh voor 't jonge Holland. 2e druk. Leiden z.j. H. de Veer. Trou-ringh v. 't jonge Holland. Nieuwe bundel. Leiden 1872. - G. Uitgever. J.v.d. Velde. Tweehonderd-jarig jubelfeest, ter gedach- | |
[pagina 64]
| |
tenisse der verlossinge van Zierikzee. Zierikzee 1777. G. Du Rieu. M. van der Ven. Zegenzang bij het huwelijk van prinses Marianne met Prins Albert. 's. Grav. 1830. J.H.C. Venman. De heugelijke 50ste verjaardag van Willem Frederik Karel, prins der Nederlanden. z. pl. 1847. J.H.C. Venman. Op de echtverbindtenis van den prins van Oranje en prinses Amelie van Saxen-Weimar-Eisenach. 21 Mei 1853. Utr. A.v.d. Venne's Tafereel van de belachende werelt. 's Grav. 1645. 4o. - G. Du Rieu. 't Vermaaklijk Lottooneel van Holland. Leiden 1705. P.J. Vermeulen. Nederlands vlag. Utr. 1865. - G. Bodel. Vertoogen van Salomo. (op rijm). Amst. 17 ... Vielliebchen für 1839. Leipzig. - G. Sloet. N. Vink. De reddingmaatschappij. Dichtst. Haarlem 1847. C. Visser, Eenv. doch vrijm. aanmerkn tegens alle verachters der nieuwe evang. gezangen. Medenblik z.j. G. Bodel. J.E. Voet. Stichtelijke gedichten en gezangen. Dordr. 1754. Volksliedjes op Chassé, Van Geen enz. G.v.d. Schaaff. J. Vollenhoves Haagsche vredetriomf. 's Grav. 1697. 4o. J.v. Vondel. Ondergang van Troje. Amst. 1655. P. Vreede. Vaderlandsche feestzangen, z. pl. (1783). M. de Vries. De heerschappij over de taal, het beginsel der welsprekendheid. Gron 1850. J. de Vries Jeremias de Decker. Amst. 1807. J. de Vries Jeremias de Decker. Over het eenvoudige. Amst. 1818. Amsteldamsc vrolikheyt. Amst. 1652. 12o. Obl. Waarom zullen wij den 1sten April 1572 feestelijk herdenken? Arnh. 1872. J. van Walré. Afrekening-maal van een boedel, bij Silphio te Perahéléos, in Juny. z. pl. 1819. J. van Walré. Mr. W. Bilderdijk ter gedachtenis. Haarl. 1832. | |
[pagina 65]
| |
J. van Waning Bolt. La prière pour le roi. Sermon. Anvers 1856. W.H. Warnsinck, Bz. Feestzangen, ter gelegenheid van het 50jarig bestaan der maatsch. Felix Meritis. z. pl. 1827. W.H. Warnsinck, Aan den heer G. Groen van Prinsterer. Amst. 1843. W.H. Warnsinck, Aan mijne geloofsgenooten. Amst. 1843. W.H. Warnsinck, Zangen des tijds. Amst. 1843. B. Warstadt. Studenten-liederen, in muzyk gebragt. Utr. 1827. 8o. obl. C. Webbers. De orkaan, Lierzang. 's Grav. en Amst. 1825. A. van Wechel. Lente-looveren aan ongelukkigen gewijd. Vlissingen 1846. De Weelde in Nederland. Dordr. 1784. G. Du Rieu. M. Westerman. Nieuwjaarswensch van Thomasvaar. Amst. (1820). M. Westerman. Het feest van verlichting en beschaving. Amst. 1834. F. Th. Westerwoudt. Een woord aan mijne geloofsgenooten, over een nationaal feest ter herinnering aan de laatste 300 jaren. Amst. 1872. B.H.C.K. v.d. Wijck. De oorsprong en de grenzen der kennis. Gron. 1863. B.H.C.K. v.d. Wijck. De wijsbegeerte der ervaring verdedigd. Gron. 1871. J.C. Wijdstraat en A.E. Drost. Schoon-hoofs lustprieelken. Utrecht 1624. 12o. Obl. E. Wynne. The visions of the sleeping Bard. Llanidloes z.j. - G.v.d. Bergh. T. Wijsman. Lenteloover, zangen der jeugd. Utr. 1845. F. Wijsman. Nieuwe dichtlooveren. Amst. 1859. J.F. Willems. Aen de Belgen. Aux Belges. Antw. 1818. J.F. Willems. Brief aan prof. Bormans, over de tweeklanken ij en uu. Gent 1841. L.A. te Winkel. De grondbeginselen der Ned. spelling 3e druk. Leiden 1873. - G.M. de Vries. | |
[pagina 66]
| |
S.J.Z. Wiselius. Berijmde vertaling van Jesaia XIV. Amst. 1813. (S.J.Z. Wiselius). Kort tafereel der nieuwe Fransche tyrannie (Amst. 1813). S.J.Z. Wiselius. Nog een blik op de Sadduceën van Da Costa. Amst. 1825. S.J.Z. Wiselius. Welmeenende toespraak aan jeugdige dichters. Amst. 1826. - G. Bodel. *P.H. Witkamp. Geschiedenis der zeventien Nederlanden. Afl. 1 enz. Amst. E. Wolff geb. Bekker. A. Geesteranus en M. van Reigersbergen. Hoorn 1775. E. Wolff Het nut der vooroordeelen. 's Grav. 1783. A.v.d. Woordt. Gedichten. 's Grav. 1843. - G. Du Rieu. N.J.v. Ysselstein. Over den invloed van de kerkelijke wetgeving der middeleeuwen op den regtstoestand van Nederland. Leiden 1857. A.J.G.Z. Gedicht wegens den watersnood in 1825. Amst. 1825. Zangwijzen der evang. gezangen. Amst. 1806. Maria van Zuylekom. Lierzang aan mijne landgenooten. Amst. 1813. - G.v.d. Schaaff. A.J. Zubli. Lierzang aan het Bataafsche volk. Amst. 1798. A.J. Zubli. Hulde aan de Britsche en Ned. vlootvoogden, bij de overwinning op de Algerijnen. Leyden 1816.
Wij ontvingen ten vervolge en tot aanvulling: Annales Academici 1867/'68. - Jaarboekje voor het notaris-ambt 1873. - Jaarboekje der Maatsch. v. weldadigheid 1872. - Guldens editie no. 91. - Klassiek, letterkundig Pantheon. No. 3, 10, 13-15, 20, 23, 26-29, 37, 38. - H.E. Moltzer, Bibliotheek van Middelnederlandsche letterkunde. afl. 8, 9. - De Taal- en Letterbode III. 4. IV. 1. - Gids 1872. - Vaderl. letteroef. 1872. - De Navorscher 1872. - Wetenschappelijke blapen 1872. - De Oude tijd 1872. - De Toekomst 1872. | |
[pagina 67]
| |
- Bato 1872. - De Wachter 1872. - Onze tijd 1872. - Christ. volksalmanak 1871-72. - Volksalmanak voor Nederl. Katholieken 1872. - Leidsche Courant 1872. - Leidsch dagblad 1872. - P. Leendertz Wz., Gedichten van P.C. Hooft. afl. 9. - Catalogus bibliothecae publ. Daventriensis P. III. - Woordenboek d. Ned. taal. afl. 10, 2e R. afl 5, 3de R. afl. 1. - I. u W. Grimm, Deutsches Wörterbuch IV 2te Abth. 5. - A. Kuhn, Beiträge zur vergleichende Sprachforschung VII 2. 3. - B.F. Matthes, Boeginesche Chrestomathie II, III. - Tidskrift for Philologi og Paedagogik Aarg IX. - Zeitschr. f. deutsches Altherthum, N.F. IV. 1, 2, 3. - Bijdragen voor vaderl. geschiedenis en Oudheidkunde VII. 4. VIII 1. - M. van Vaernewyck, Van de beroerlicke tyden in Ghendt, Dl II. - Chr Sepp, Geschiedkundige nasporingen II. - F. de Potter en J. Broeckaert, Gesch. v. de gemeenten van Oost-Vlaanderen XIV, XV. - Verslag van den toestand der gemeente Leiden 1872; van het gymnasium te Leiden 1871/72. - W.I.F. Nuyens, Alg. geschied. des Ned. volks. Dl. II. - F.H.W. Kuypers, Geschied. der Ned. artillerie Dl. III. - A. Pierson, Geschiedenis van het Roomsch-katholicisme Dl. IV. - J.W. Colenso, The new Bible Commenmentary critically examined P. II, III, IV, V. - C.P. Tiele, Vergelijkende geschied. d. oude godsdiensten. II. 2.
Overdrukjes werden geschonken door: J.F.B. Baert 1, L. Ph. C. van Bergh 1, J.T. Bergman 1, D. Bierens de Haan 1, J.T. Bodel Nyenhuis 1, W.B.S. Boeles 1, Ch. Boissevain 1, W. Broes (G. Bodel Nyenhuis) 25, D. Buddingh 1, D.v.d. Casteele I, A.B. Cohen Stuart 1, J. Dirks 2, G.F. van Dommelen 2, J.I. van Doorninck 6, G.A. Fokker 1, J.G. Frederiks 4, R. Fruin 2, H. Gerlings 1, J.L.G. Gre- | |
[pagina 68]
| |
gory 1, G. Ph. T. Groshans 2, J.N. van Hall 2, J.H. Holwerda 1, J.J. van Kerkwijk 2, J. Kornerup 4, W.J. Knoop 1, C. Leemans 1, J.H. van Lennep 2, A.L. Lesturgeon 1, A.D. Loman 7, G. Mees Az. 1, J.F. G Meyer 1, G. van Milligen 1, L. Oldenhuis Gratama 1, J.A.C. Oudemans 1, M.H. Pimentel 1, M.S. Pols 16, J.J. Prins 1, P.N. Quarles van Ufford 1, J.K.W. Quarles van Ufford 49, W.N. Du Rieu 4, H.C. Rogge 3, S.J. de Ruever Groneman 1, W.P. Sautijn Kluit 2, G.D.J. Schotel 3, L.A.J.W. Sloet v.d. Beele 3, H.J. Smidt 8, J.J. Smits 2, E. Slanghen 1, J. Soutendam 12, G.J. Spoor 12, J.A. Alb. Thym 1, P.A. Tiele 1, E. Verwijs 1, J. van Vloten 1, R. Westerhoff 1, P.H. Witkamp 2.
Van Binnen- en Buitenlandsche Genootschappen ontvingen wij het volgende: Kon. Acad. v. Wetenschappen: Verslagen en Meded. Afd. Letterk. 2de R. II 3. III. 1, 2. Afd. Natuurk. VI 3, VII 1. Jaarboek 1872. P. Esseiva. Ad juvenem satira. Gaudia domestica. - Koninkl. Oudheidk. Gen. Verslag 1872; Houtsnijwerk voor het orgel in de kerk te Naarden. - Holl. Maatsch. v. fraaije kunsten en Wetenschappen. Programma 1872/73. - Indisch Gen. Verslag 1872, 30 Mei, 5 Nov., 17 Dec. 1873, 11 Febr. 2 Maart. - Friesch Gen.: Verslag 44. De vrije Fries VI, 3. Friesche Oudheden Afl. 3. - Provinc. Utrechtsch Gen. Verslag 1872. Aant. van de sectie-vergad. 1872. J. Hartog, De spectatoriale geschriften van 1741-1800. - Historisch Gen.: Kronyk 1871. Werken N.R. No. 17. Catalogus 3de uitg. - Vereen. tot beoefening v. Overijsselsch regt en geschied. Verslag 1872. Verzameling v. stukken 5 vervolg, 6, 7, 8. Officiatorum Frederici de | |
[pagina 69]
| |
Baden 1499-1516, St. 1 en 2; Catalogus; Overijsselsche Stad- dijk- en markeregten II, 2; Plan van de samenstelling van een Oorkondenboek van Overijssel. - Bataviaasch Gen. v. Kunsten en wetensch.: Tijdschrift XVIII 3, 4, 5, 6, XX 3. Notulen IX, X 1-3. Catalogus. Eerste vervolg, Verhandel. 36. - Vereen. v. Nederl. muziek-geschiedenis: Proeve eener Naamlijst van Noordnederl. toonkunstenaars, enz. - Kon. instituut v.d. taal- land- en volkenk. v. Nederl. Indië: Bijdragen VI 3, VII 1, 2. - Vereeniging tot daarstelling van eene algem. openb. bibliotheek te Rotterdam. Verslag 14. - Koninkl. Penningkabinet. Verslag 1871. - Maatsch. tot Nut van 't Algemeen: Leven en gezond zijn; Schetsen en tafereelen; Volksalmanak 1873; Handelingen 1872. - Instituut voor Doofstommen te Groningen: Verslag 1872. - Museum v. oudheden in Drenthe: Verslag 1871. - Nederl. Meteorologisch Instituut: Suggestions on a uniform system of meterological observations Utr. 1872; A sequel to the suggestions on a uniform system of meteorological observations Utr. 1873. - Soc. hist. et d'archeol. dans le duché de Limbourg. Publications IX. Academie royale de Belgique: Bulletin 31-34; Annuaire 1872/'73; Centième anniversaire de fondation T I et II; J.H. Bormans, Ouddietsche fragmenten van den Parthenopeus van Bloys; Spieghel der wysheit van Jan Praet; A. Quetelet, Notices extraites de l'annuaire de l'observatoire royale de Bruxelles. - Institut archéol. Liégeois: Bulletin X 3, XI 1. - Soc. d'émulation de Liège: Memoires N.S.T. IV. - Soc. scientifique et liter. du Limbourg: Bulletin XII. - Willemsfonds: Uitgaven No. 2. 68. 76. Volks-almanak 1873; Jaarboek 1873. - Soc. de Hainaut: Memoires S. III T. 7; Programme du concours de 1873. - Soc. d'émulation de la Flandre: | |
[pagina 70]
| |
Compte rendu 1872. Annales S. 3. VII. 3, 4. VIII 1, 2. Histor. Verein. v. Mittelfranken: Jahresber. 37. - Verein. f. Gesch. und Alterthumsk. v. Oberfranken: Archiv XII 1. - Histor. Verein. f.d. Niederrhein: Annalen 24. - Schlesische Gesellschaft f. vaterl. Kultur: Jahresber. 49. Abhandl. phil. histor. Abth. 1871, f. Naturw. u. Medicin 1869/72. - Verein. f. Gesch. u. Alterthumskunde zu Frankfurt. a/M: Archiv V. Mitth. IV 3. Neujahrs-Blatt 1872. - Oberlausitzische Gesells.: Neues Magasin XLIX 1. - Rügisch-Pommersche Abtheil. d. Gesell. f. Pom. Gesch. u. Alterthumsk: Jahresber. 36. K.v. Rosen Beiträge z. Rug-Pommerschen Kunstgeschichte 1. Th. Pijl Lieder u. Sprüche d. Fürsten Wezlaw v. Rügen. - Verein. f. Hamburgische Geschichte: G.F. Gaedechens Hamburgs Bürgerbewaffnung. - Histor. Verein. f. Niedersachsen: Nachricht 34. - Gesells. f.d. Gesch. d. Herzogthümer Schleswig, Holstein u. Lauenburg: Zeitschrift. III 1. Bericht 22. - Histor. Verein. f. Niederbayern: Verhandl. XVI. - Verein f. Lübeckische Gesch. u. Alterthumskunde: Bericht 1869-'71. Zeitschrift III 1. J. Classen, Ueber das Leben u. die Schriften d. dichters J. Laurenberg. - Histor. Verein von Oberbayern: Archiv XXVIII 3. XXX, XXXI, Die Sammlungen d. Vereins. H. 1. 2. - Histor. Verein. v. Oberpfalz und Regensburg: Verhandl. 28. - Verein. f. Mecklenburgische Geschichts-u. Alterthumskunde: Jahrbücher 37. - Gesellsch. f. nützl. Forschungen zu Trier: Jahresber. 1862-71. - Kais. Akademie d. Wissenschaften zu Wien: Sitzungsber. LXX, LXXI; Register VII. - Gesammtverein d. Deutsche Gesch. u. Alterthums Vereine: Korrespondenzblatt 1872. 1-12. - Gesellschaft f. Beförderung d. Geschichts-Alterthums-u. Volkskunde v. Freiburg etc: Zeitschrift II 3. - Anthropol. Gesells. in Wien: Mitth. I 12-14. II, 1-10. - | |
[pagina 71]
| |
Histor. Verein. f. Oberfranken: Bericht 34 (1871). - Altpreussische Monatsschrift: IX 1-8; X 1, 2. Soc. Dunkerquoise: Programme 1873. - Comité Flamand de France: Bulletin 3. 4. Histor. Verein d. fünf Orte: Lucern, Uri, Schwyz, Unterwalden u. Zug: Geschichtsfreund XXVII. - Soc. d'histoire de la Suisse Romande: Memoires et documents XXVII. Kong. Nordiske Oldskrift-Selskab: Aarboger 1871 1-4. Tillaeg. 1872, 1. Memoires 1870, '71. Svenska Fornskrift Sallskab: Nordiske oldskrifter 5; Allmänna Arsmöte 1869-72. Samlingar 51-57. Gelehrte esthnische Gesell: Sitzungsber. 1871; Verhandl. VII, 2. Smihtsonian Institutoin: Report 1870. |
|