Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1870
(1870)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 29]
| |
Verslag over den staat der Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het verstreken maatschappelijke jaar 1869-1870.Mijne Heeren!
Onder de verslagen, die in onze jaarlijksche vergaderingen worden uitgebracht, werd dat betreffende onze Bibliotheek steeds met aandacht, ja met belangstelling door u aangehoord. Dit verwondert mij niet. Sedert de zorg voor onze kostelijke boekenschat aan mij werd toevertrouwd, is mij gebleken, dat de Maatschappij aan hare boekerij eene bijzondere waarde hecht. Niet ten onrechte. Uit kleine beginselen groot geworden, heeft onze verzameling van handschriften en boeken een omvang gekregen, die haar met eere doet noemen onder de bibliotheken van ons land. De enkele nummers, die van het Genootschap ‘Minima crescunt’ in het bezit der Maatschappij overgingen, zijn in een eeuw tot duizenden aangegroeid, die eene collectie bevatten van geschriften betreffende Nederlandsche geschiedenis en letterkunde, waarnaar men vruchteloos elders zal zoeken. Als om strijd heeft men getracht door schenkingen van verschillenden aard, onze bibliotheek | |
[pagina 30]
| |
uit te breiden en vollediger te maken. Naarmate de Maatschappij over meer gelden te beschikken had, besloot men telkens grooter sommen tot den aankoop van boeken te bestemmen. In het laatst van de vorige eeuw werden jaarlijks slechts 25 gulden aan de boekerij besteed, en in 1860 bereikte het cijfer der aankoopen zelfs eene hoogte van ƒ 1100. Maar hoezeer we ons verblijden mogen, dat wij daardoor in het bezit zijn gekomen van eene boekerij, die meer en meer de vraagbaak wordt van allen, die zich met de beoefening onzer geschiedenis en onzer letterkunde bezighouden, - we hebben in de laatste jaren in dit opzicht onze krachten overspannen. Om onze verzameling behoorlijk aan te vullen en bij te houden, moet de bibliothecaris jaarlijks gemiddeld over ƒ 500 te beschikken hebben. Reken ik hierbij wat er noodig is om de boeken in een behoorlijken staat te brengen en te houden, dan mogen er zeker nog wel in de eerstvolgende jaren een paar honderd gulden worden bijgeteld. Dat gaat niet aan bij eene Maatschappij, welker budget nog geen ƒ 3500 bedraagt, en die aan hare drukwerken als anderszins zooveel heeft uit te geven. Wij hebben dus moeten besluiten om den ingeslagen weg te verlaten, en onze aankoopen zeer belangrijk te verminderen. In het volgend jaar zullen wij ons zelfs, om den staat van de kas, geene enkele bijzondere uitgave voor de bibliotheek mogen veroorloven. Dit is zeer bedroevend, te meer omdat ik in de toekomst geene verbetering zie, tenzij onze Maatschappij onverwacht eene buitengewone schenking te beurt viel. Het eenige wat ons in dit geval troosten kan is, dat we het, bij minder uitbreiding van de bibliotheek, ook nog enkele maanden langer zullen kunnen uithouden in ons tegenwoordig lokaal, vóór dat de laatste beschikbare ruimte door boeken ingenomen zal zijn. | |
[pagina 31]
| |
Na deze mededeeling zal het u misschien verwonderen achter dit verslag zulk een breede lijst te vinden van aangekochte boeken. Laat ik u terstond melden, dat wij ze bijna alle te danken hebben aan de mildheid van twee onzer medeleden. Toen de belangrijke boekverzameling van wijlen ons medelid Is. Meulman onder den hamer kwam, en ik den catalogus reeds ter zijde had gelegd, overtuigd dat onze Penningmeester, bij wien ik anders altijd een geopend oor vond, mij thans stellig met een ‘non possumus’ ongetroost zou moeten wegzenden, ontving ik van den Secretaris de heuchelijke tijding, dat twee leden van het Bestuur elk ƒ 100 ter beschikking hadden gesteld, om het belangrijkste voor onze boekerij te veroveren en alzoo voor ons land te behouden. Met het oog op enkele titels bezig ik opzettelijk deze uitdrukkingen, want het zal velen uwer waarschijnlijk wel bekend zijn, hoe men sedert de laatste jaren in België jacht maakt op de overblijfselen onzer letterkunde uit de 16de en de 17de eeuw, inzonderheid op Liedeboekjes. Aan de belangstelling van beide leden, die alzoo het voorbeeld volgden van wijlen Jhr. Mr. P.J. de Bye en Ds. J.J. van Voorst, en van ons geacht medelid Mr. H.J. KoenenGa naar voetnoot1, hebben wij het te danken, dat onze Catalogus met vele titels van zeldzame boeken is verrijkt. Mocht hun voorbeeld navolging vinden! Het aantal geschenken is dit jaar grooter dan vroeger. Dit is toe te schrijven aan de pogingen, die ik meende in het werk te moeten stellen, om, vóór het herdrukken van onzen Catalogus, onze boekerij aan te vullen met de ontbrekende letterkundige werken van onze tegenwoordige leden. Waar de schrijvers niet meer bij machte waren | |
[pagina 32]
| |
mij te helpen, daar klopte ik bij de uitgevers aan. En dat niet te vergeefs. De hh. Gebhard en van Nooten waren aanstonds bereid ons de werken van onze medeleden Opzoomer en van Koetsveld af te staan. De hh. Nijhoff en Kruseman zonden mij zelfs hunne fondslijsten, om daaruit op te geven wat ik zou verlangen. Het doet mij leed te moeten melden dat enkele onzer letterkundige leden hunne werken aan de bibliotheek blijven onthouden, die er gedurig vruchteloos gezocht worden. Op mijn herhaald beleefd schrijven ontving ik van een paar zelfs geen antwoord. Daarentegen was een ander, die om bijzondere redenen gemeend had zijn lidmaatschap te moeten opzeggen, aanstonds bereid om aan mijn verzoek tot aanvulling gehoor te geven. Ook had een schrijven aan de nieuw benoemde leden van 1869 ten gevolge, dat bijna alle zonder uitzondering mij hunne geschriften toezonden, die in het kader van onze verzameling vallen. Van alle boekgeschenken wil ik ten slotte hier alleen vermelden de vertaling van Dante's Vagevuur van ons medelid Dr. Hacke van Mijnden te Amsterdam. Dat de familie van Lennep ons de geheele schriftelijke letterkundige nalatenschap van wijlen Mr. J. van Lennep heeft geschonken, is u reeds door de couranten als ook door onzen Secretaris bekend geworden. Eerlang hoop ik deze collectie behoorlijk te ordenen en te catalogiseeren. Deze bezitting vergoedt eenigermate het gemis van ontelbare grootere en kleinere werken van van Lennep. Vergelijk eens de titels van onzen Catalogus met de lijst van den heer Knol achter het levensbericht gegeven, en gij, zult zien dat wij niets hebben in vergelijking van hetgeen er zijn kon. Zelfs de uitgave van Vondel ontbreekt in de Bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. | |
[pagina 33]
| |
Van onze boekerij werd althans niet minder dan in vroegere jaren gebruik gemaakt. Ze werd sedert 1 Sept. 1869 weder opengesteld op de bij de wet bepaalde dagen, Dinsdag en Donderdag van 1 tot 4 uren. Zeer zelden valt mij het bezoek van een vreemdeling te beurt. Een paar maanden geleden ontving ik het verzoek om Prof. Dr. Beda Dudik Ord. S. BenedictiGa naar voetnoot1, vergezeld van den heer de Knorring, Russisch ambassadeur te 's Gravenhage, in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van een paar Slavische handschriften. Door dit bezoek ben ik tot de ontdekking gekomen dat onze Bibliotheek een bijzonder merkwaardig handschrift bezit, namelijk eene Boheemsche psalmberijming van Georg StrejcGa naar voetnoot2, afkomstig uit de bibliotheek van den hoogleeraar Sebald Rau te Utrecht. Deze Strejc of Vetter, zooals de Duitschers hem noemen, was ten tijde van Keizer Maximiliaan II Consenior der Boheemsche broederschap en de vader van den vermaarden taalkenner Johan Strejc, die rector der school te Jungbunzlau is geweest en in 1617 overleedGa naar voetnoot3. | |
[pagina 34]
| |
De Bibliotheek van de Maatschappij begint in den laatsten tijd vooral ook de aandacht te trekken van HH. studenten, die zich meer in het bijzonder met onze geschiedenis en letterkunde bezig houden. Ik had dit jaar zelfs zeer trouwe bezoekers, die vaak in onze leeskamer werkten. Maar nu deed zich een ander ongerief gevoelen. Onze ruime leeskamer is te klein en ook in het geheel niet ingericht voor een groot personeel dat daar wil studeeren. In den zomer hebben we nog het oude leeskamertje tot ons gebruik, maar gedurende de wintermaanden moet alles geschieden in het eene vertrek, waarin ik zelf zit te werken, waarin mijn assistent bezig is, en waar iedereen wordt ontvangen, die een boek komt halen of even inzien. Hieraan valt niet te veranderen, zoolang we in dit gebouw blijven. Ziedaar een reden te meer om hoe eer hoe liever een beter en tevens veiliger localiteit te zoeken. Bedenk hierbij dat, naar de verzekering van een deskundige, de zoldering boven ons reeds begint door te buigen, zwoegende onder den boekenlast. Zoolang uwe vergadering mij de eer waardig keurt om de belangen der bibliotheek te blijven behartigen, zal ik van jaar tot jaar den wensch blijven uitspreken, dat onze Maatschappij eindelijk eens in het bezit moge komen van een eigen gebouw. Wie weet of mijn roepstem niet het oor treft van de rijken in den lande, of wel van de rechte mannen, die het juiste middel weten te vinden om ons te helpen aan datgene wat onze Maatschappij thans meer dan iets anders behoeft. Nog een andere reden om uit dit gebouw te trekken is dezer dagen gebleken. De sfragistische verzameling is bij nader onderzoek bevonden niet behoorlijk geborgen te zijn; de afdrukken met het tegenwoordige lak vervaardigd verkeeren namelijk in zulk een verzachtenden toestand, dat | |
[pagina 35]
| |
zij voor wetenschappelijk gebruik niet meer geschikt zijn. Dit is gelukkig niet het geval met de oude zegels die aan charters, welke in den catalogus onzer handschriften zullen worden beschreven, zijn gehecht. Zoodra derhalve deze verzameling beter geborgen wordt, zal dat ook anders worden; dan zal tevens de tijd zijn gekomen om de bezending zegels, die de heer L. Ph. C. van den Bergh zond, op te nemen en te beschrijven. Van de bijzondere verzamelingen van de Maatschappij heb ik ditmaal verder niets te melden. Daarentegen moet ik uwe aandacht vestigen op den herdruk van onzen Catalogus. De voorraad is bijna uitgeput en zal hoogstens nog twee jaren strekken. Ik heb dus reeds met de hh. Bibliotheek-raden en den Secretaris meer dan eene conferentie gehouden om dit veelomvattend werk voor te bereiden. Wij hebben enkele beginselen vastgesteld, volgens welke het werk reeds is aangevangen. Dat het veel tijd zal vorderen behoef ik u niet te zeggen. Vergun mij alleen u te doen opmerken, dat het derde deel en het supplement, dat slechts in handschrift bestaat, met de beide eerste deelen moeten saamgesmolten worden, en dat de inrichting van den Catalogus hier en daar noodzakelijk eene wijziging zal moeten ondergaan. Doch ik wil thans in geene verdere bijzonderheden treden; wanneer de nieuwe Catalogus het volgend jaar, zoo ik hoop, voor een deel gereed ligt, zal ik hierover uitvoeriger kunnen spreken. Onzen alphabetischen catalogus heb ik opzettelijk eenigen tijd laten rusten, omdat beide catalogussen nu gemakkelijker tegelijk voltooid kunnen worden. Ziedaar wat ik meende onder uwe aandacht te moeten brengen. Ik laat thans de titels volgen van de belangrijkste werken waarmede onze bibliotheek is verrijkt. Van de | |
[pagina 36]
| |
Genootschapswerken zal ik nu en in het vervolg alleen de deelen opgeven wanneer ze volledig zijn. | |
Lijst der bijgekomene boeken.Geschiedenis en Oudheidkunde enz.J.W.G. van Oordt, Overzigt der algem. geschiedenis. Haarl. 1863-67, 3 dln. met register. - G: Kruseman. J.W.G. van Oordt, Constantijn de Groote en zijne voorgangers, dl. I. Haarl. 1868. - G: Dez.
J.R. Thorbecke, Ueber das Wesen und den organischen Charakter der Geschichte. Gött. 1824. - G: M. Nijhoff. J.R. Thorbecke, Oratio de disciplinarum historico-politicarum argumento. Gandavi 1825. - G: Dez.
* Rud. Köpke, Ottonische studien. I Widukind von Korvei. Berl. 1867. - II Hrotsuit von Gandersheim. Berl. 1869.
* J. Habets, Houthem-Sint-Gerlach en het adelijk vrouwenstift aldaar. Maastr. 1869. J. Habets, Chronyk der landen van Overmaes en aangrenzende gewesten. Roerm. 1870.
* H. Böttger, Die allmähliche Entstehung der jetzigen welfischen Lande. Hannover 1858. H. Böttger, Die Einführung des Christenthums in Sachsen durch den Frankenkönig Karl von 775 bis 786. Hann. 1859.
W. van Hodenberg, Die Diöcese Bremen. Celle 1858-'59. 4o. - G: Böttger.
A. von Druffel, Kaiser Heinrich IV und seine Söhne. I. Göttingen 1862. - G: de Wal.
* W.J. Baron d'Ablaing van Giessenburg, De Duitsche orde. 's Gravenhage 1857.
J. Lehnemann, Histor. Nachricht von der Evang. Luth. Kirche in Antorff, und der daraus entstandenen Niederl. Gemeinde A.C. in Franckfurt a/Main. Franckf. 1725. 4o.
P. Henrard, Henri IV et la Princesse de Condé. La Haye 1870. - G: Regeering. | |
[pagina 37]
| |
J. Ant. Vincart, Relations des campagnes de 1644 et 1646. Texte espagnol avec la traduction par P. Henrard. La Haye 1869. - G: Regeering.
R.C. Bakhuizen v.d. Brink, La retraite de Charles-Quint. Bruxelles 1850. - G: M. Nijhoff. R.C. Bakhuizen v.d. Brink, Les Rubens à Siegen. La Haye 1861. - G: Dez.
M. Dewez, Histoire du Pays de Liège. Brux. 1822. 2 tom.
Ch. Rahlenbeck, Considerations d'estat sur le traicté de la paix avec les Archiducz d'Autriche. La Haye 1819. - G: Regeering.
* Paula Kollonitz, De eerste dagen van het Mexicaansche keizerrijk, vert. door H.C. Rogge. Amst. 1867.
J.S.C. Abbot, The history of the civil war in America, vol. I. Springfield 1863. - G: Watts de Peyster.
G.A. McCall, Letters from the frontiers. Philadelphia 1868. - G: Watts de Peyster.
A. Gurowski, Diary from March 1861 to Nov. 1862. Boston 1862. - Diary from Nov. 1862 to Oct. 1863. New-York 1864. - G: Watts de Peyster.
Report (Annual), State of New-York. Albany 1868. 3 vol.
Lydia Minturn Post Soldiers' letters. New-York 1865. - G: Watts de Peyster.
L.W.E. Rauwenhoff, Geschiedenis van het Protestantisme. Haarlem 1867. 2 dln. - G: Kruseman.
J.W.G. van Oordt, De Godsdienst der Grieken. Haarlem 1864. - G: Dez.
A. Pierson, Geschiedenis van het Roomsch-Katholicisme. Haarlem 1868. 2 dln. - G: Dez.
A. Kuenen, De Godsdienst van Israël, dl. I. Haarlem 1869. - G: Dez.
C.P. Tiele, De godsdienst van Zarathustra. Haarl. 1869. - G: Dez. * C.P. Tiele, Vergelijkende geschiedenis der oude godsdiensten, I. Amsterdam 1869.
R. Dozy, Het Islamisme. Haarlem 1863. - G: Kruseman. R. Dozy, De Israëlieten te Mekka. Haarl. 1864. - G: Dez. | |
[pagina 38]
| |
J. Gaberel, Histoire de l'église de Genève. Genève 1853-'62. 3 tom.
W. Broes, De Engelsche herv. kerk benevens haar invloed op onze Nederlandsche. Delft 1825. 2 dln. W. Broes, De kerk en de staat in wederzijdsche betrekking. Amsterd. 1830. 4 dln.
* H.Q. Janssen, De kerkhervorming in Vlaanderen. Amst. 1868. 2 dln.
* J.G. de Hoop Scheffer, Oratio de providentia divina Teleiobaptistas Neerlandicos ab initio vindicante. Amst. 1860.
L. Lavatherus, Historia de origine et progressu controversiae sacramentariae de coena Domini. Tiguri 1672. - G: J. Tideman.
* J.J. van Toorenenbergen, Eene bladzijde uit de geschiedenis der Nederlandsche geloofsbelijdenis. 's Grav. 1861. J.J. van Toorenenbergen, Bijdragen tot de verklaring, toetsing en ontwikkeling van de leer der hervormde kerk. Utrecht 1865. J.J. van Toorenenbergen, De symbolische schriften der Nederl. hervormde kerk. Utrecht 1869.
H. Grotii Annales et historiae de rebus Belgicis. Amstel. 1658. 12o. - G: J.J. Smits.
J. Fr. le Petit, Nederlantsche republycke. Arnh. 1615. obl.
Korte Schets der Nederl. historien tot 't 2de eeuwfeest van de Utrechtsche Unie, 13de druk. Amst. z.j. - G: J.H.L. van der Schaaff.
Nederl. Amnestien (door H.A. Kreet,) van 1485, '88, 1787 en '88. Dordrecht 1789. - G: J.J. Smits.
* A.W.P. Weitzel, De oorlog op Java van 1825 tot 1830. Breda 1854. 2 dln. A.W.P. Weitzel, Schetsen uit het oorlogsleven in Nederlandsch-Indië. Gorinchem 1862. A.W.P. Weitzel, Batavia in 1858. Gorinchem 1860.
Fr. Bokkalini, Politiikke toet-steen. Uit het Ital. d.L.v.B. Harl. 1669. 12o. - G: R. Fruin.
Campagne de la Belgique. Brux. 1816. - De veldslag van het schoon verbond. Amst. 1815. | |
[pagina 39]
| |
J. Ketel, Echt journal van het voorgevallene met het Oostind. Compagnie-schip Nyenburg. Amst. (1763). 4o.
Ad. Delvigne, Memoires de Martin Antoine del Rio, tom. I. La Haye 1869. - G: Regeering.
* J. Sickenga, Het hof van Friesland gedurende de 17de eeuw. Leiden 1869.
* J. van Bolhuis v. Zeeburgh, Over de geschiedenis der eerste graven uit het Hollandsche huis. Leiden 1870.
G.W. Vreede, Inleiding tot de geschiedenis der Nederlandsche diplomatie, II. 1. 2. Utrecht 1864, '65. - In ruil van de Bibliotheek te Deventer. * G.W. Vreede, Onze volksgeest vóór en na de grondwetsherziening van 1848. Utrecht 1870.
J.J. van Oosterzee, Het laatste woord. 's Gravenh. 1869. Met andere stukken betreffende de onthulling van het Gedenkteeken in het Willemspark te 's Gravenh. - G: Bodel Nijenhuis:
Th. Jorissen, Napoleon I et le roi de Hollande. La Haye 1868. - G: Bodel Nijenhuis.
* W.P. d'Auzon de Boisminart, Moskou en Waterloo. Utr. 1863 en andere kleine geschriftenGa naar voetnoot1.
Redevoering bij de viering van het nationale feest op 19 Dec. 1799. Den Haag 1800. - G: J.J. Smits.
R. Metelerkamp, De toestand van Nederland in vergelijking met die van andere Landen. Rott. 1804. 2 dln. - G: R. Fruin.
Het Feest van de orde der Unie. Amsterd. (1808). - G: J.J. Smits.
* H.M.F. Landolt, Geschiedkundige herdenking aan het 25jarig bestaan der bataillons grenadiers en jagers. Leiden 1854. H.M.F. Landolt, De oorlog van 1866 in Bohemen en Moravië. Vert. brieven van Hozier. Leiden 1869. | |
[pagina 40]
| |
Hooge Raad. De oprichting van den Hoogen Raad in Holland. Utrecht 1791. - G: R. Fruin.
* Verslag van de Hoofdcommissie tot de viering van het 3de eeuwf. der overwinning bij Heiligerlee. Gron. 1869.
P. Bayle, Dictionaire histor. et crit., edit. 5. Amst. 1740. 4 tom. fol. - In ruil van de Bibl. te Deventer.
* A.P. Th. Eyssell, Doneau, sa vie et ses ouvrages. Traduit du latin par J. Simonnet. Dijon 1860.
Simons, Ter nagedachtenis van Dr. G. Simons. Amst. 1869. - G: Leesmuseum.
* A.M. Ledeboer, Het geslacht van Waesberghe. 's Gravenhage 1869.
C. Vosmaer, Rembrandt Harmens van Ryn. La Haye 1868. - G: M. Nijhoff. C. Vosmaer, Rembrandt H.v.R. Ses precurseurs et ses années d'apprentissage. La Haye 1863. - G: Dez.
Krayenhoff. De luit. gen. baron Kr. voor het Hoog militair geregtshof vrijgesproken. Nijmegen 1830.
* J. Watts de Peyster, Personal and military history of Philip Kearny. New-York 1869.
* K.N. Meppen, Bladen en vruchten uit Luthers leven. Utrecht 1867.
Washington Irving, Life of Georg Washington, vol. I, II. New-York 1856. - G: Watts de Peyster.
* O.W. Star Numan, Corn. van Bynkershoek. Leiden 1869.
* J.W. de Crane, Levensschets van Willem Loré. Fran. 1835. - W. Eekhoff, De voorn. dijk- en waterwerken van W.L. beschreven. J.W. de Crane, Letter- en geschiedkundige verzameling van eenige biographische bijdragen. Leeuw. 1841. - G: Eekhoff.
H. Grimm, Rede auf W. Grimm. Berlin 1864. - G: J.J. Smits.
M.M. Ranfft's Leben und Schriften aller Chur.-Sächsischen Gottesgelehrten. Leipzig 1742. - G: C. Sepp.
H. Junii Nomenclator. Ultraj. 1618. - G: J. Tideman. | |
[pagina 41]
| |
P. Jovius, Elogia doctorum virorum. Praeter J. Latomi in singulos epigrammata. Basiliae 1556. - G: J. Tideman.
J.C. Schultz Jacobi, De Nederlandsche doodendans. Utr. 1849.
* G. Ph. F. Groshans, Historische aanteekeningen, I. Amst. 1849.
L.J.F. Janssen, Hilversumsche oudheden. Arnh. 1856. 4o. - G: Nijhoff.
J.M. Buys, Het droevig ongeluk van Jac. Ar. Zuyderduyn en de verlossinge van H.T. van Duyvenboode, van hem zelfs verhaald tot Katwyk a/Zee. Leyden 1735. 4o.
De oude tijd. Haarlem 1869. - G: Kruseman.
W.J. Hofdijk, De klooster-orden in Nederland. Haarlem 1865. - G: Kruseman.
* G.D.J. Schotel, Leven van den zeeschilder J. Schotel. Haarlem 1840. G.D.J. Schotel, Het Oud-Hollandsch huisgezin. Haarlem 1868. - G: Kruseman. G.D.J. Schotel, Het maatschappelijk leven onzer vaderen. Haarlem 1868. - G: Dez.
J. Dardanelli, Historie der Queesters op de Noorden-cilanden van Holland. Queestendam 1683. 12o.
* A. Hock, Danses Liègeoises. Liège 1869.
* R. Cyzat, Die Inscenirung des zweitägigen Luzerner Osterspieles vom Jahre 1583. Nach den handschr. Papieren Cyzat's dargestellt von Dr. Fr. Leibing. Elberfeld 1869. 4o.
D. Sleeckx, Kronyken der straten van Antwerpen. Antw. 1843. 3 dln. - G: Schotel.
F.G.V., Antwerpsch Chronykje. Leyden 1743. 4o. - G: Dez.
Leiden, Stukken (15) betreffende de beroeringen van 1748. 4o. Leiden, Reglement voor de rechtbank der stad Leyden. Leyd. 1803. - Reglement van orde voor den raad der stad Leyden. Leyd. 1803.
J. de Kruyff, Aanspraak bij de installatie van regenten van de huiszitten- en diaconie-armen binnen Leyden 30 Jan. 1810. Benevens ordre op het Collegie. - G: v.d. Schaaff. | |
[pagina 42]
| |
P. Vreede, Verhandeling over het collegie van veertigen der stad Leyden. Leyd. 1787. Met andere stukken betreffende Leyden.
J. Jansonius, Korte beschryvinge van Moordregt. Gouda 1729. - Adr. Spinder, Afbeelding van toren en kerk te Egmond a/Zee na den storm van 27 Nov. Haarlem 1741. - Consideratien om de duinen te herstellen. Haarlem 1739. 4o.
H. Gerlings, Verscheidenheden van Haarlems bodem. Haarl. 1862. - G: Bodel Nijenhuis.
H. Gerlings, Haarlemsche bijdragen. Haarl. 1869. - G: N.N.
C. de Koning Ldz., Beschrijving der stad Haarlem voor jonge kinderen. Leyden 1809. - G: Bodel Nijenhuis.
Haarlem. Beknopte beschrijving der stad Haarlem. Haarl. 1828. - G: Dez.
* C. Ekama, Het beleg van Haarlem door Jacoba in 1426. Haarlem 1866. C. Ekama, Geschiedenis der stad Haarlem. Haarl. 1865. C. Ekama, Romeyn de Hooghe en de Hortus Medicus. Haarl. 1869.
G. Rooseboom, Recueil van keuren binnen Amsterdam. Amst. 1644. 4o. - G: J.J. Smits.
* L. Splitgerber, Catalogus van den Atlas van Amsterdam. 1863. - Bijvoegsel. Amst. 1870.
* G.H. Lamers, R. Bennink Janssonius, J.J. van Geuns, Afscheids- en welkomst-groet. Bij het verlaten van het oude en het betrekken van het nieuwe weeshuis te 's Gravenh. Feestwoord van J. Moll Jzn. Feestzangen van R. Bennink Janssonius. 's Gravenh. 1867.
J. Ehrlich, Proeve eener geschiedenis van het brandwezen te Middelburg, z. pl. of j. - G: Bodel Nijenhuis:
D. Nieuwhof, Burgerlijk en kerkel. gedenkboek van Haamstede. Tholen 1857. - G: Dez.
Ant. v. Deinse, Feestrede ter 250jarige gedachtenis der verlossing van Middelburg. Middelb. 1824. - H. Haaring, Feestrede over het 100jarig bestaan der Evang. Luth. kerk te Middelburg. Midd. 1842. - F.J. Domela Nieuwenhuis, Geschiedenis der Luth. gemeente te Middelb., Vlissingen en Veere. - G: Bodel Nijenhuis. | |
[pagina 43]
| |
* G.N. de Stoppelaar, De Zeeuwsche spoorweg. - W. Appel, Beschrijving der feesten te Middelburg bij den aanvang der werken op Walcheren. Middelb. 1867.
* J. van Vloten, Vijftal lezingen over de wording en ontwikkeling van Deventer. Zutfen 1866. J. van Vloten, Nalezing, aanteekeningen en bijlagen op Leidens belegering en ontzet. Leiden 1867.
Placaat op de jagt binnen Gelre en Zutphen. Arnh. 1770. 4o. - G: Smits.
Nijmegen. Handboekje voor reizigers welke Nijm. bezoeken. Nijm. 1828. - Nijmegen verdeeld in wijken enz. met Ubbergen, Beek en Holledoorn. Nijm. 1805. - G: Bodel Nijenhuis.
Fr. de Potter en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie O.-Vlaanderen, dl. I-X. Gent 1864-'69. - G: Regeering.
G. Mercatoris, Atlas. Edit. 10. Amst. 1630. fol. - In ruil van de Bibl. te Deventer.
G. Bruining, België. 's Gravenh. 1815.
* W.J.A. Huberts, Algemeen overzicht der aardrijkskunde. Zutfen 1869.
't Verhael van een vermakelijcke reyse, gedaen in Overijssel, Zuyd- en Noord-Holland, door eenige lief-hebbers van Leyden in 1692. Leiden 1695.
Remarques historiques dans un voyage d'Italie en Hollande dans l'année 1704. Cologne 1705. 2 Tom.
Ant. Ponz, Viage fuera de Espana. Madrid 1791. 2 Tom.
J. Kuyper, Nederland en zijne provinciën en koloniën. Leeuw. 1869. - G: Bodel Nijenhuis.
* B.F. Matthes, Over de Wadjorezen met hun handels- en scheepswetboek. Makassar 1869.
* Em. de Borchgrave, Le Hérault d'armes, tom. I. Brux. 1869. | |
[pagina 44]
| |
Taal- en Letterkunde, enz.
L.A. te Winkel, Oefeningen in de kennis en toepassing der spelregels. Leiden 1861. - De Nederl. spelling onder regels gebragt. Leiden 1861. - De grondbeginselen der Nederl. spelling. Leiden 1865.
T. Roorda, Over dichtmaat, versmaat en versbouw. 's Gravenh. 1863. - G: M. Nijhoff.
* E. Bernhardt, Kritische Untersuchungen über die gothische Bibelübersetzung, II. Elberfeld 1868.
P.A.N. Jónsdóttir, Ny matreidlubók ásamt ávisun um litun. Akureyri 1858. - G: Sloet v.d. Beele.
R.C. Bakhuizen van den Brink, Studiën en schetsen over vaderl. geschiedenis en letteren. Verzam. en uitgeg. door E.J. Potgieter, afl. 1. 's Gravenh. 1869.
* D. Buddingh, Archief voor Nederl. oudheden, geschied. en letterk. Arnhem 1869. st. 1.
Ph. van Marnix, De Biënkorf der h. Roomsche kercke. 1569.
H.J. Coens, Confutatie van den Biencorff. Tot Loven 1598. 12o.
J.D. van Cortrycke, Christel. bie-corf der H. Roomscher kercke. T'Hantw. 1600.
D.v. Coornhert, De Coopman. Norden 1620. D.v. Coornhert, Een lieffelycke t' samen-spreeckinghe tusschen J. Basius ende D.V.C. Ghedr. 1600. D.v. Coornhert, Van wel bidden onderwys. Z. pl. of j. D.v. Coornhert, Of tghelove salich maeckt sonder wercken. Ghedr. 1584. D.v. Coornhert, Synodus. Van der conscientien vryheyt. Z. pl. of j. D.v. Coornhert, Negentich plaetsen der H. Schrift, gheestelyck wtgheleydt. Ghedr. 1585. D.v. Coornhert, Leydt-sterre tot wel ghebieden ende wel ghehoorsamen. Ter Goude 1590. D.v. Coornhert, Van de ware kercke Godes. Ter Goude 1590. D.v. Coornhert, Spieghelken van de ongerechticheydt des vergodeden H.N. Ghedr. 1581. D.v. Coornhert, Kleyn-Munster. Ghedr. 1590. D.v. Coornhert, Wtroedinghe van des vernufts plantinghe. Ter Goude 1591. | |
[pagina 45]
| |
D.v. Coornhert, Van de ware onderdanicheyt der Christ. Ghedr. 1582. - Van des menschen natuerlycke vleesch. Ghedr. 1581. - Tafel van der ghelovighen justificatie. Haerl. 1581. - Boeven-tucht. Amst. 1587. - Lydenstroost. Haerl. z.j. - Het cruydthoofken van stichtelycke ghespraken. Z. pl. of j. - Middel tot mindringhe der secten. Haarl. z.j.
M.F.A.G. Campbell, Reynardus Vulpes. Hag. Com. 1859. - G: Nijhoff.
H. van Wijn, Letter- en geschiedkundige aanteekeningen op de Rijmkronijk van J.v. Heelu. Uitgeg. door Jonckbloet en Kroon. 's Gravenh. 1840. 4o. - G: Dez.
Gheestel. Oeffeninge van den leven o.H. Jhesu Christi. Delf by H. Eckert v. Homberch 1498. 12o.
Cassandre. Uyt het Francoysche overgheset door F.V.S. Rotterd. 1654. 5 dln. 12o.
Historien ofte practyke der dieven. Utrecht 1688. 12o.
Legende ofte historie van de practycquen der dieven. Hierachter Gielers vocabulaer hael tael. Leyden 1645. 12o.
S. van Leeuwen Sz., Den hollandschen droomer in het rijk van Pluto. Leyden 1729.
Aerdige Historie van Robrecht den Duyvel. Gent z.j. 12o.
Historie van den man met de bonte muts. Amst. z.j. 4o. Historie Een nieu hist. van Fortunatus Borse ende van synen Wensch-hoet. Amst. 1678. 12o.
P. Hofstede, Het leven van Janus Vlegelius. Amst. 1781.
Verzameling van stukken betreffende het twistgeschrijf van v. Rütz met de schrijvers van de Nederl. Bibl.
Kralingiana of zedige aanmerkingen over de Kralinger twistschriften. Rott. 1757.
J.J. Cremer, Thys de Smid. Arnhem 1869. - G: Bodel Nijenhuis.
J.S.G. Gramberg, Madjapahit. 's Grav. 1868. 2 dln. - G: Veth.
* H.W.T. Tydeman, Gedachten. Leyden 1845. 12o. | |
[pagina 46]
| |
Sagittarius, Parlementaire portretten, en supplement. Amst. 1869. - G: N.N.
J. van Gilse, Verspreide opstellen. Uitgeg. door P.J. Veth. Amst. 1860. 2 dln.
* W.P. Wolters en H.C. Rogge, Batavische Arcadia door Joh. van Heemskerck. Amst. 1869.
* J. van Vloten, Bloemlezing uit de Nederlandsche dichters der 17de eeuw. Arnhem 1869. J. van Vloten, Nederlandsch proza van de 13de tot de 18de eeuw, st. I. 1229-1476. Leiden 1851.
A. Loosjes Pz., De geest der geschriften van wijlen J. le Francq van Berkhey. Haarlem 1813.
C.E. van Koetsveld, Het menschelijk leven in drie woorden. Schoonh. 1852. - G: van Nooten, evenals de volgende. C.E. van Koetsveld, De oudejaarsavond. Ald. 1860. C.E. van Koetsveld, Snippers van de schrijftafel. Ald. 1853. C.E. van Koetsveld, Fantasie en waarheid. Ald. 1863. 2 dln. C.E. van Koetsveld, Godsdienstige en zedelijke novellen. Ald. 1858. 3 dln. C.E. van Koetsveld, Schetsen uit de pastorij te Mastland. Ald. 1863. C.E. van Koetsveld, Ideaal en werkelijkheid. Ald. 1868.
M. Siegenbeek, Museum. Haarlem 1812. 4 dln. M. Siegenbeek, Leydens hooge-school hersteld. Leyden 1815. M. Siegenbeek, Leerredenen. Haarlem 1814. M. Siegenbeek, Verhandeling over de spelling. Amst. 1810. M. Siegenbeek, Twee redevoeringen. Leyden 1800. M. Siegenbeek, Longinus over de verhevenheid. Leyden 1811. - G: Mevr. Siegenbeek, evenals de vorige.
* R. Koopmans van Boekeren, Schoenen op keur. Arnh. 1864. - R. Koopmans van Boekeren, Mensch en ezel. Schiedam z.j. R. Koopmans van Boekeren, De oude tolbaas. Arnh. 1869. R. Koopmans van Boekeren, (J.L.N. Wiegman Bzn.) Zangen des tijds. Leid. 1868. R. Koopmans van Boekeren, Jan Koster. Leiden 1869. R. Koopmans van Boekeren, De graaf de Monte Christo. Schiedam 1869. R. Koopmans van Boekeren, Graaf Gerrit van Groenestein. Leiden 1869. R. Koopmans van Boekeren, Eene weduwe met negen kinderen. Ald. 1867. R. Koopmans van Boekeren, Strooi avonden. Ald. 1868. R. Koopmans van Boekeren, De veldwachter van Laterveer. Ald. 1870. R. Koopmans van Boekeren, De scheper van Dorenkamp. Haarlem 1868.
J.P.C., De guitar-speler. Eene novelle. 's Gravenh. 1869. - G: Leesmuseum. | |
[pagina 47]
| |
H. Conscience, Romantische werken. Leiden 1867-'70. - G: Sijthoff.
* P.J. Andriessen, De val van een koningshuis. Amst. 1868. P.J. Andriessen, Emma van Bergen. Ald. 1868. P.J. Andriessen, Albertine. Ald. 1868. P.J. Andriessen, Adolf en Clara. Ald. 1863. P.J. Andriessen, Marie en Pauline. Ald. 1867. P.J. Andriessen, De weezen van Vlissingen. Ald. 1864. P.J. Andriessen, De zoon van den zeeroover. Ald. 1864. P.J. Andriessen, De Prins en Johan de Witt. Ald. 1866. P.J. Andriessen, Nieskruid. Ald. 1869. P.J. Andriessen, De schildknaap van Gijsbrecht van Amstel. Ald. 1862. P.J. Andriessen, Primulae veris. Arnhem 1866. P.J. Andriessen, De zeeman tegen wil en dank. Amst. 1866. P.J. Andriessen, Tony en Armand. Ald. 1865. P.J. Andriessen, Een zoon van Friesland. Ald. 1867. P.J. Andriessen, Koning en stadhouder. Ald. 1866. P.J. Andriessen, Geillustr. Almanak. Ald. 1865. P.J. Andriessen, Het huisgezin van den Raadpensionaris. Ald. 1868. P.J. Andriessen, De dageraad van een keizerstroon. Ald. 1868. P.J. Andriessen, De tamboer bij Quatrebras en Waterloo. Ald. 1865. P.J. Andriessen, De deserteur. Ald. 1868. P.J. Andriessen, De kinderen van den zoetelaar. Ald. 1868. P.J. Andriessen, De Muiderkring. Ald. 1868. P.J. Andriessen, Erlo, de heidenknaap. Ald. 1869. P.J. Andriessen, De suppoost aan de bank van leening. Ald. 1870.
E.A. Borger, Leerredenen. 's Gravenh. 1814. 2 dln.
Fr. Fabricius, Redenvoering over het 3de jubeljaar der Holl. Akademie te Leiden. Vert. d.D. Smout. Leid. 1725. 4o.
* L.W.E. Rauwenhoff, Catholicisme en Ultramontanisme. Leiden 1869.
* W.B.J. van Eyk, Een oudejaars avond voorbereid en gevierd. Deventer 1856. Met drie andere leerredenen.
J.J. van Oosterzee, Het licht onzer kennis. Utr. 1869. - G: Leesmuseum.
* E. Laurillard, Voor meer dan één leven. Leerr. Amst. 1868. E. Laurillard, Tiental leerredenen. Ald. 1863. E. Laurillard, Negen verschillende leerredenen en toespraken. E. Laurillard, Rust een weinig. Amst. 1869. E. Laurillard, De scherpste doornen om het edelste hoofd. Ald. 1870. | |
[pagina 48]
| |
J. van Diest, Het leenhof der ghilden. Ghedr. 1564.
J.A. Alberdingk Thym, Gedichten uit verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederl. literatuur, 2de Bund. Amst. 1852.
* F.A. Snellaert, Nederlandsche gedichten uit de 14de eeuw van Jan Boendale, Hein v. Aken en anderen. Brussel 1869.
Den Bloem-Hof van de Nederl. jeught. Amst. 1608. obl.
A.v. Steyn, Den geveynsden bedelaer. Delft 1664. 4o.
Lietboeck, Nieu Medenblicker. Amsterd. 1631. 12o. Lietboeck, Het nieuwe princesse. Amst. 1681. 12oobl.
Mengel-moes, Het eerste deel van de Amsterdamse. Amst. 1658. 12oobl.
J. Vriends Verliefde of klagende minnaer. Amst. 1698. 12oobl.
Anna Roemer Visscher, de Roemster van den Aemstel. Amst. z.j. 8oobl.
Jan Adriaensz, Het harders stafje. Haarl. 1664. 12oobl.
D. Bellemans, Den lieffelycken paradys-vogel tot Godt omhoogh vliegende. Antw. z.j. 12o.
Stootkant oft nuewe jaers gift. Amst. 1655. 12o.
P. Baardt, Nebulo nebulorum dat is der vielten affgerichten vielt. Leuw. 1634. P. Baardt, Deugden spoor. Leuw. 1645.
J. Antonides, De Ystroom. Met aanteek. van P.G. Witsen Geysbeek. Amst. 1828.
Roemer Visscher, Sinnepoppen. Amst. (1614).
E. Meyster, Gekroonde mey-sterlyke wercken, dl. I.z. pl. (1668).
Zielsverlustiging bestaende in geestelycke liederen. Amst. 1681, '82. 2 dln.
J. Leydekker, Jezus in den tempel beleden. Jezus te Bethlehem bezogt en Heydelbergsche Katechismus in rym. Z. pl. of j. 4o. | |
[pagina 49]
| |
Th. Petrejus, Jonas de straf-prediker. In dicht. Amst. 1623. 4o.
Fr. van Oort, Vreede-toorts ontstoken op rots-oort. Utrecht 1713. 4o.
T. van Bracht, Tuingezangen. Dordr. 1754. 4o.
C.L. Denik, Het nieuw Maas-Sluysche hoekertje. Amst. 1755. obl.
Gezangen, Verzameling van Haarlemmer-hout- en tuin-gezangen. Haarlem 1756.
Santhorstsche geloofsbelijdenis. Stukken deze betreffende. - El. Wolff geb. Bekker, Zedenzang aan de menschenliefde bij het verbranden des Amsteld. schouwburgs. Hoorn 1772.
P. Langendijk, Verzameling van alle de jaar-gedichten uitgespr. op de Redenkamer der Pellikanisten (Trouw moet blijken). 1716-'56.
Het schouwtoneel der gehoonde Leidsche jufferen in eere herstelt. Gedr. te Leiden, 1756.
* K.N. Meppen, Beknopte geschiedenis van het gezangboek bij de Evang.-Luth. gemeente in Nederland in gebruik. 's Gravenh. 1865. - Feest- en kerkliederen. Leyd. 1865.
* Kervyn de Volkaersbeke, Les Pourbus. Gand. 1870.
* W.B.J. van Eyk, Hendrik Voes. Leeuw. 1844. W.B.J. van Eyk, Giordino. Deventer 1858.
* E. Laurillard, Uit de papierentasch. Leiden 1867. E. Laurillard, Primulae veris. Ald. z.j. E. Laurillard, Peper en zout. Amst. 1869. E. Laurillard, De roos en de lelie. Leiden 1869.
H.A. Spandaw, Gedichten. Utrecht 1857-'59. 5 dln.
J.K. de Regt, Nacht moê! Leiden 1870. - G: N.N.
* Heye's Volksdichten. Amst. 1870. 12 stukken.
J. Bellamy, Gedichten. Haarlem 1826.
E.J. Potgieter, Poëzy, dl. I. Haarl. 1868. - G: Kruseman. E.J. Potgieter, Proza. Ald. 1864. 2 dln. - G: Dez. | |
[pagina 50]
| |
A. Bogaers, Balladen en andere dichtstukjes. Haarl. z.j. - G: Kruseman. A. Bogaers, Het metalen kruis. Haarl. 1856. - Aan de verdedigers van Antwerpens kasteel in 1832. Ald. 1857. - G: Dez.
* B.W.A.E. Sloet tot Oldhuis, Uit mijn dichterlijk leven. Deventer 1869.
* S.J.E. Rau, Osmund. Utrecht 1869.
Goethe's Faust. Vert. door L. Vleeschouwer. Antw. 1842.
* E. Verwijs, Bredero's Spaansche Brabander. Leeuw. 1869.
Comediën, Bundel inh.: Kluchtige-comedie van ware-nar. Rott. 1630. - A.v. Milders Boertighe clucht van Sr. Groengeel. Ald. 1633. - Klucht van Tryn van Hamborg. Amst. 1627. - S. de Vries, Vryagie tusschen Floradin en Lusinde. Utr. 1646. - J. Westerbaen, Terentii Eunuchus. 's Gravenh. 1661. - E. Meyster, Keyklucht. Utr. 1661. - A.v. Steyn, den geveynsden bedelaer. Delf 1672. - M.G. Tengnagels klucht van Frick in 't veur-huys. 1686. - J.v. Hoven, Voorspel op Agamemnon. 1718. 4o.
Achter 't net visschen. Klein drama. Purmer. (1867).
Boertighe klucht van de feyl. Amst. 1628. 4o.
Singende klucht van domine Johannes ofte den jaloerschen pekelharing. Amst. 1658. 4o.
P. Godewycx, Witte-brootskinderen. Dordr. 1641. 4o.
H. Moors, Hel- en hemel-vaert van Theodore en Constancy. Amst. 1630. 4o.
R. Olivier van Zonhoven, Blyeindig-treurspel van 't gevecht der dry Horatien ende Curiatien. Franeker 1616. 4o.
* Joh. Jacobi (J.G.R. Acquoy), Mattathias de Chasmoneër. Amst. 1866.
* D.F. van Heyst, De zamenzwering te Venetië. - De Engelsche bedienden-wereld in de 18de eeuw. | |
[pagina 51]
| |
C.W. Opzoomer, Julius Caesar. Treurspel van Shakespeare. Vert. Amst. 1860. - G: Gebhard. C.W. Opzoomer, The plays of W. Shakespeare, st. 1 en 2. Ald. 1862. - G: Dez. C.W. Opzoomer, Aanteekeningen op Shakespeare's Macbeth. Amst. 1854. - G: Dez.
C.C. Casati, Richars le Bians. Roman inédit. Paris 1868. - G: L. Ph. C.v.d. Bergh.
* G. Ebers, Eene Aegyptische koningsdochter. Vert. door H.C. Rogge en C.H. Pleyte. Amst. 1865. 3 dln.
Fritz Reuter, Gedroogde kruiden. Leiden 1868, '69. - Illustratiën op Fr. Reuters Gedr. kruiden. - G: Engels. * Fritz Reuter, Hanne Nüte en de kleine poedel. Overg. door E. Laurillard. Leiden 1869.
* H. Hjort, Udvalg af Breve fra Maend og Quïnder skrevne gjennem en lang Rockke Ar. Kjöbenhavn 1867.
G. le Clerc, Le Besant de Dieu. Mit Einl. von E. Martin. Halle 1869. - G: de Vries.
* Hoffmann von Fallersleben, Niederdeutscher Aesopus. Berlin 1870. Hoffmann von Fallersleben, Tunnicius. Ald. 1870.
Melchior Uken, Steganometrographia. Francof. 1751. - G: Boeles.
* C.A.X.G.F. Sicherer, Lorelei. Leiden 1870. 2 Th.
Beschouwer. De letter-historie- en boek-beschouwer. Amst. 1763. 4 dln.
De Akademie der geleerden. Amst. 1764. 4 dln. - G: Sepp.
Les Leçons de la sagesse sur les défauts des hommes. La Haye 1744. 3 tom. - G: Dez.
Vermakelijkheden, Godgeleerde, histor., philosophische. Amst. 1733-'36. 7 dln. - G: Dez.
De philosooph. Amst. 1766. 4 dln. - G: Dez.
De philantrope. Amst. 1757. 6 dln. - G: Dez. | |
[pagina 52]
| |
De opmerker. 1772-'78. 6 dln. - G: Sepp.
De Berlijnsche wijsgeer. Amst. 1760. 4 dln. - G: Dez.
M. de Saint-Evremond, Oeuvres meslées. Londres 1709. 3 tom. 4o. - G: Dez.
De taal- en letterbode. afl. 1-3. Haarl. 1869. - G: Verwijs.
Wetenschappelijke bladen. Haarl. 1856 tot 1869. Ontbreekt 1862. - G: Kruseman.
Couranten. Amsterdamsche 14 Juni, 13 Nov. 1787. - Extraord. Rotterdamsche 29 Jan. 1793. - Haarlemsche 16 Juni 1810. - Haagsche 9 July 1796. - Hof-c. 19 Jan. 1788. - Holländische Hoch-deutsche 9 Febr. 1788. - G: Sijthoff.
Panathenaeum voor studenten door studenten. Gron. 1842, '43. 2 dln.
De Nederl. Mercurius. Tijdschrift. Amst. 1829. 2 dln.
De Argus. Brussel. 1825, '26. 3 dln.
Nederd. Maandschrift, dl. I, II. Brussel 1862, '63.
Nederd. Tijdschrift. Jaarg. 2, 3. Brussel 1863-'65.
Gruno, Algem. wetenschapp. tijdschrift. Gron. 1849.
Tijdschrift voor Nederl. letterkunde. Amst. 1835. 3 st.
De Muzen, Nederl. tijdschrift. Amst. 1835.
* Los en vast, dl. I. afl. 2-4, II-V. Leiden 1866. - G: S.C. van Doesburgh.
J.P. Sprenger van Eijk, De Fakkel. Rotterd. 1825-'39. 14 dln. en register. - G: W. Pleyte.
Genootschap Floreant artes liberales. Verhandelingen. Amst. 1771. 2 dln.
C.V.L., Het vermakelijk gezelschap der vernuftige Nederlanders. Amst. 1741. 6 stukken.
Bibliotheek, Land- en stad-. Campen 1796. 6 dln.
Weekblad voor Neerlands jongelingschap. 4. dln.
Het Koffy-huis der nieusgierigen. Amst. 1744. 4 dln. | |
[pagina 53]
| |
Post-ryder, De Nederl. maandelyke. Amst. 1721. 11 Nos.
De Spectator of verrezene Socrates. Amst. 1743-'59. 9 dln.
De Menschenvriend. Amst. 1788. 4 dln.
Almanach voor meisjens. Amst. 1806. 12o. Almanach huishoudelyke Holl. jufferlyke. Ald. 1768, '73, 12o. Almanach voor jonge heeren en juffers. Ald. 1790, '91, 1807. 12o. Almanach voor het verstand en hart. Ald. 1803, '12, '22, '25, '37. 12o. Almanach voor liefde en vaderland. Ald. 1819. 12o.
Oranjes A.P.C. boek. Gedr. aan de Oranje moolen voor Mr. Trago en Caat Mossel in Co. z.j.
Aurora 1864, '65 en 4 jaargn. Proza en Poezy. Haarl. - G: Kruseman.
Magdalena. Evang. jaarboekje. Jaarg. 1 tot 14. Amst.
Christel. Volks-Almanak. Jaarg. 1856, '58-'61, '63. Amst. en Haarlem.
Christophilus, Christel. jaarb. voor 1844. Nijmegen 1843.
Stukken betreffende het Koninkl. Nederl. Instituut. - G: W. Pleyte.
J.B. Snellen, Beschouwingen over de regeling van het landbouw-onderwijs. Gron. 1870. - G: Leesmuseum.
J.B. Kan, Het 325jarig bestaan van de apostolische school, thans gymnasium te Nijmegen. Utr. 1869. - G: Hetz.
D. Hartevelt, Onze kweekschool voor zeevaart. Leid. 1869. - G: Hetz.
E.G., De akademiën en het kunstonderwijs. Arnh. 1869. - G: Hetz.
C.M., Kunstacademie! Delft 1869. - G: Hetz.
Ph. W. van Heusde, Brieven over den aard en de strekking van hooger onderwijs. Utrecht 1829.
* G.N. de Stoppelaar, Inventaris der archieven van de confrèrie van St. Sebastiaan. Middelb. 1867.
J. Fr. Helmers, Nagelaten gedichten. 's Gravenh. 1823. | |
[pagina 54]
| |
* A. van der Linde, David Joris. Bibliographie. 's Gravenh. 1867.
G.D. Franquinet, Beredeneerde inventaris der oorkonden van de abdy Kloosterrade. Maastr. 1869.
* J.J.F. Noordziek, Catalogus der Bibliotheek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 's Gravenh. 1869.
* H.L. de Voogt, Naamlijst der geschriften betreffende de invoering der bisschopp. hierarchie. Utr. 1870.
P. Scheltema, Inventaris van het archief der gemeente Alkmaar. 1869. - G. Gemeenteraad.
Catalogus der verzameling van voorwerpen betreffende geschied.- en oudheidk. ten stadhuize van Goes. - G: Bodel Nijenhuis. Catalogus van de prov. bibliotheek van Zeeland. Middelburg 1863. Eerste vervolg. Middelb. 1869. - G: Prov. Staten.
Cap. Maine Reid, Onward. A Magazine, vol. I. New-York 1869. - G: Watts de Peyster. | |
Werken van verschillenden inhoud.* G.W. Vreede, Republiek of constitutionele monarchie? Utrecht 1869.
Adres van onderwijzers in het 1ste schooldistrict in Z.-Holland aan de Tweede Kamer. 's Gravenh. 1848.
Congres international de statistique à La Haye. La Haye 1869. 4o. - G: Regeering.
J.T. Buys, Het regt van de Tweede Kamer. Haarl. 1866. - G: Kruseman.
* J.J. Momma, Art. 56 van het Nederl.-Indisch regeeringsreglement. Amst. 1870.
* G. Ph. F. Groshans, Bedenkingen tegen het ontwerp van wet op de uitoefening van de geneeskunst. Rott. 1845.
W.J. Baron d'Ablaing van Giessenburg, Regtmatigheid van schadevergoeding voor afgeschafte heerlijke regten. 's Gravenhage 1849. | |
[pagina 55]
| |
* B.D.H. Tellegen, Disput. de jure in mare, inprimis proximum. Gron. 1847. B.D.H. Tellegen, De mest-inrigting der stad Groningen. Gron. 1851. - Beginselen der volkshuishoudkunde. Ald. 1853. - Volkshuishoudk. en regtswetenschap. Ald. 1861. - Stahl. Ald. 1862. - De wet. Ald. 1865.
* A.P. Th. Eyssell, De regtsmagt over vreemdelingen in Nederland. 's Gravenh. 1864.
J. Goblerus, Den spieghele der rechte. Vert. d.S. Cock. (Antw. 1560). 4o.
M. Hugen, Ars notariatus oft ortographie ende formulaer. Vert. door C. Ablyn. Thantw. 1561. 4o.
W. de Groot, Inleyding tot de practyck van den Hove van Holland. 's Gravenh. 1667. 4o.
* G. Diephuis, Handboek voor het Nederl. handelsregt. Gron. 1865-'67. 3 dln. - Het Nederl. burgerlijk regt, dl. I. Ald. 1868.
D. Tieboel Siegenbeek, G. Fr. Wegener, J. de Kruyff, Cl. Sandenbergh Matthiessen, Adr. Joh. Noels, H.J.J. van Convent ten Oever, Arn. J. Th. de Bordes, G.J. de Martini, D.v.d. Wynpersse, Adr. C. Snoeck, G. Groen van Prinsterer, J.v.d. Houven v. Anckeren, J.D.C.v. Heeckeren tot Kell, C. Wiersma, G.J. Huygens, G.M. de Brauw, D. van Akerlaken, G.A. Alting van Geusau, A.A. del Court, E. de Lang 's Graeuwen, Dissert. juridicae. - G: Bergman.
* W.B.S. Boeles, De geestelijke goederen in de provincie Groningen. Gron. 1860.
* W.C. Knottenbelt, De kerkvisitatie toegelicht. Leid. 1869.
* L.S.P. Meyboom, Raadselachtige verhalen uit het O. en N. Verbond. Gron. 1869.
* G. Ebers, Aegypten und die Bücher Mose's, Bd. I. Leipzig 1868.
* J. Abbadie, Chemical Change in the Eucharist. From the French by John W. Hamersley. London 1869.
* P.J. Andriessen, Jezus de volmaakte leermeester. Amst. 1844. | |
[pagina 56]
| |
* R. Koopmans van Boekeren, Handleiding voor den liturg. Groningen 1860.
* W.B.J. van Eyk, Diss. theol. de Jesu Christi eloquentia oratori sacro imitanda. Traj. ad Rh. 1851.
* J.W. Colenso, The Pentateuch and Book of Joshua critically examined. London 1863-'65. 5 Part. J.W. Colenso, Natal sermons. London 1867. J.W. Colenso, Natal sermons. Sec. series. London 1868.
* D. Burger, Overzicht der wijsbegeerte van Herbart. Amersf. 1866.
B. Nieuhoff, Over Spinozisme. Harderwijk 1798.
* B.H.C.K. van der Wijck, Over het ontstaan van wetenschap en wijsbegeerte. Gron. 1864. B.H.C.K. van der Wijck, Open brief aan Dr. W. Scheffer. Ald. 1865. B.H.C.K. van der Wijck, Het lager onderwijs en Dr. A. Pierson. Ald. 1869. B.H.C.K. van der Wijck, De opvoeding der vrouw. Ald. 1870.
C.W. Opzoomer, De waarheid en hare kenbronnen. Amst. 1862. - G: Gebhard, evenals de volgende. C.W. Opzoomer, Wetenschap en wijsbegeerte. Ald. 1857. C.W. Opzoomer, De godsdienst. Ald. 1867. C.W. Opzoomer, De vrucht der godsdienst. Ald. 1868. C.W. Opzoomer, Het wezen der kennis. Ald. 1867. C.W. Opzoomer, Zeventien voorlezingen en redevoeringen. C.W. Opzoomer, Nog eens: oud of nieuw? Ald. 1866. C.W. Opzoomer, Naar aanleiding van een testament. Ald. 1863. C.W. Opzoomer, De wijsbegeerte der ervaring en de moderne theologie. Ald. 1862. C.W. Opzoomer, De leer van God bij Schelling, Hegel, Krause, st. I. Leiden 1846.
* E.W. Geuring, Theorie der liefde. Rott. 1869.
* L.J. van Rhyn, De doodstraf verdedigd. Utr. 1870. L.J. van Rhyn, De doodstraf nader verdedigd. Ald. 1870.
* J.v. Vloten, De weidevraag te Kampen en Genemuiden. Dev. 1868. - De algem. kiesdag. Ald. 1866. - Een verbijsterd ministerie. Ald. 1866. - Nederlands constitutioneel of grondwettig koningschap. Ald. 1867. - De gemeenteraad van Deventer ter verantwoording geroepen. Kampen 1867. - Uit Nieuw-Abdera. Deventer 1867. - De Nederl. opstand der 16de en de Nederl. Katholieken der 19de eeuw. Ald. 1868. - Rectorale redevoering. Ald. 1867. | |
[pagina 57]
| |
* D.J.A. Samot, Open brief aan Mr. Abr. van Luik. Kral. 1869.
* B.D.H. Tellegen, De toekomst der vrouw. Gron. 1870.
L.J. van Rhijn en H.J. Koenen, De anti-gezanggeest in onze Nederl. hervormde kerk. Middelb. 1869. - G: Leesmuseum.
P. Holm, Stuurmans rechtwysende compas. Amst. 5848 (sic).
* Renard, Beschouwingen over de taktiek der infanterie in Europa. Vert. door H.M.F. Landolt. Amst. 1858.
* Floto's Handbuch für Offiziere. Neu bearb. von Hantelmann. Berlin. 1869.
Kaerle Stevens en J. Libaut, De landtwinninghe ende hoeve. Antw. 1582. 4o.
* Fr. de Peyster, Address on the culture demanded by the age. New-York 1869.
Is. P. Trimble, A treatise on the insects enemies of fruit. New-York 1865. - G: Watts de Peyster.
J.W. Draper, Human physiology. New-York 1868. - G: Watts de Peyster.
Franklin B. Hough, Results of a series of meteorological observations made at Sundry Academies in the State of New-York from 1826 to 1850. Albany 1855. 4o. - G: Watts de Peyster.
LLoyd's Map of the Eastern States en andere kaarten van N. Amerika. - G: Watts de Peyster. | |
Handschriften.Een devoot boekje met gebeden. HS. op papier van de 16de eeuw. - G: Sloet van de Beele.
Lijst met Groningsche woorden. HS. van de 18de eeuw. - G: L. Ph. C. van den Bergh.
De kapel van Cosmas en Damianus te Wimmenum. - Memorye en liedt van 't Capelleken van C. en D. tot Bergen. - Vrije navolging van een oud gedicht op de zoogenaamde Deelbroodsdag. - G: Erven Halbertsma. | |
[pagina 58]
| |
J.R. Groshans, Naamlijst van uitgevers, boekdrukkers en boekverkoopers in de Nederlanden en België. fol. - G: G. Ph. F. Groshans, evenals de drie volgende.
J.T. Bodel Nijenhuis, Opgave van beschrijvingen der gewesten, steden, enz. Met aant. van J.R. Groshans. fol.
J.R. Groshans, Register op de naamlijst van plaatsbeschrijvingen door Bodel Nijenhuis. fol. J.R. Groshans, Bibliographische aanteekeningen. 4 dln. fol.
Ev. van Reydt, Handschriften van en betreffende Ev. v.R. fol.
Gesteldheid der dagvaarden onder Aalbrecht van Beieren ao. 1377-1390 en andere adversaria van Prof. Kluit.
Brieven (afschriften van) van P.H. van de Wall, Adr. Kluit, P. Bondam en H. van Wyn.
T. Asselyn, Gedichten. - G: Swaving.
P.C. Hooft, Historien van C. Tacitus. HS. van Justus Baak.
Genootschap. Verzameling van stukken betreffende het Gen. Dulces ante omnia Musae. - G: H.W.T. Tydeman.
M. Tydeman, Miscellanea hist. et litter. - G: Dez.
Wij ontvingen ten vervolge en tot aanvulling: J.A.V.D. Chijs, Verslag van het inlandsch onderwijs in Nederl.-Indië over 1866. - Verslag van Burg. en Weth. te Leiden aan den Gemeente-Raad. - Evang. Bibliotheek, 2 stukken. - De Rederijker jaarg. 5-8, - J.C. de Jonge, Besluiten van de Stat.-Gen. II. - Jaarboekje voor het notaris-ambt, 1868, '69, '70. - Volks-Alm. voor Nederl. Katholieken, 1870. - Handel. van het tiende Nederl. taalen letterkundig congres. - W.J.F. Nuyens, Geschiedenis der Nederl. beroerten, IV. 1. - Gids, 1869. - Leidsche Courant, 1868. - Leidsch Dagblad, 1869. - Verslag van het Gymnasium te Leiden. - P.V.D. Brandeler, Inventaris van het archief van Dordrecht, 3de ged. - Harrebomée, Spreekwoordenboek, aflev. 11, 12. - Leidsche | |
[pagina 59]
| |
weesverzen. - De Toekomst, 1869. - Bibliotheek van Middel-Nederl. letterkunde, afl. 2. - Vlaamsch Idiotikon, afl. 11. - de Vries en te Winkel, Woordenb. der Ned. taal, afl. 5-7; tweede reeks, afl. 1, 2. - Annales Academici, 1864-'65. - van Doorninck, Bibliotheek der Nederl. anonymen, afl. 6-8. - Kneppelhout van Sterkenburg, De gedenkteekenen in de Pieterskerk, afl. 7, 8. - Bijdr. voor de vaderl. geschiedenis, V. 3, 4. - W. Crecelius, Collectae IIa. Berol. 1870. - Grimm's Deutsches Wörterbuch, IV. 2, 3, V. 8, 9. - Kühn und Schleiger, Beiträge zur vergl. Sprachforschung, V. 3, 4, VI. 1-3. - Haupt, Zeitschr. f. Deutsche Alterth., II. 1-3. - Wackernagel, Deutsches Kirchenlied, III. 1-8.
Wij hebben overdrukjes ontvangen van: W.J. Brn. d'Ablaing van Giessenburg 1, P.J. Andriessen 13, Em. de Borchgrave 1, R. Koopmans van Boekeren 9, J.F.B. Baert 2, J.T. Bergman 2, D. Burger 1, D.J. den Beer Portugael 1, W.W. Buma 1, W.B.S. Boeles 1, Em. van den Bussche 1, H. Böttger 4, R. Chalon 4, D. van de Casteele 1, F. Caland 1, J.W. Colenso 2, M. Cohen Stuart 1, J.J. Doedes 1, W.B.J. van Eyk 6, A.P. Th. Eyssell 5, W. Eekhoff 2, F.N.M. Eyck van Zuylichem 1, R. Fruin 5, S. Gorter 4, G. Ph. F. Groshans 2, J. Habets 4, G.A. van Hamel 2, D.F. van Heyst 13, J.H. Hessels 1, J.G. de Hoop Scheffer 9, L.J.F. Janssen ruim 50 (G: Bodel Nijenhuis), J.P. de Keyser 5, W.J. Knoop 1, A. Kuyper 1, P.A. Leupe 3, A.C. Loffelt 1, L.S.P. Meyboom 30, H.M.C. van Oosterzee 1, W. Pleyte 1, W.N. du Rieu 9, H.C. Rogge 6, Ch. Rahlenbeck 1, J.H.L. van der Schaaff 1, G.D.J. Schotel 3, C. Sepp 3, J. Soutendam 1, G.N. de Stoppelaer 1, G.C.B. Suringar 1, H.J. Swaving 1, K. Sybrandi 1, | |
[pagina 60]
| |
B.D.H. Tellegen 9, I. Telting 3, H.N. van Teutem 1, C.P. Tiele 3, P.A. Tiele 2, H.W.T. Tydeman 2, J. van Vloten 5, W.J. de Voogt 1, C. Vosmaer 4, A. de Vries 2, J. de Vries Jzn 2, R. Westerhoff 1, Watts de Peyster 5, J.A. Wynne 1. De. hr. J. Tideman schonk ons het zegel van den keizerl. procureur crimineel in het Depart. van de Zuiderzee en een zegel van denz. in de provinciën Holland (Noorder kwartier) en Utrecht.
Van Binnen- en Buitenlandsche Genootschappen ontvinvingen wij het volgende: Koninkl. Akad. v. Wetenschappen: Versl. Afd. Letterk. XII; Afd. Natuurk. N.R. III; Jaarb. 1869; Programma certaminis poet.; Verslag v.d. Comm. v.d. overblijfselen d. vaderl. kunst, 1869. - Maatsch. tot bevordering van Toonkunst: Geschied. en Handel. N.R. 5, 6. - Holl. Maatsch. van fraaije Kunsten: Verslag 1869. - Indisch Gen.: Verslag 1869. - Friesch Gen.: Verslag 41. - Zeeuwsch Gen.: Archief VI; Wet 1868; Verslag van de Alg. verg. bij het eeuwfeest. - Prov. Utrechtsch Gen.: Verslag 1869; Aant. Sect. verg. 1869; Dr. E. Haeckel, Zur Entwickelungsgesch. der Siphonophoren. - Histor. Gen. te Utrecht: Kronijk 1868; Werken N.S. 8, 12. - Bataviaasch Gen.: Tijdschrift XVI, XVII; Verhand: XXXIII; Notulen IV-VI; Katal. d. ethnologische en numismatische afd. v.h. Museum. - Teylers Gen: Archives II. - Vereen. v. Nederl. muziekgeschiedenis: Berigten 2-4; J.P. Sweelinck's Regina Coeli, met partituur. - Koninkl. Instit. v. taal-, land- en volkenkunde: Bijdragen 3de R. IV.; G.K. Niemann, Bloemlezing uit Maleische geschriften. - Vereen. tot daarstelling v. eene alg. openb. bibl. te Rotterdam: Verslag 11. - Maatsch. tot Nut v. 't Algemeen: | |
[pagina 61]
| |
Volksalm. 1870; Naar en uit Egypte. - Instit. v. Doofstommen te Groningen: Alg. verslag 1869. - Koninkl. Bibliotheek: Versl. 1869. - Rijksarchief: Versl. 1869. - Penningkabinet: Verslag 1868. - Soc. hist. et d'archeol. du Limbourg: Public. V. Acad. royale de Belgique: Bull. XXVII, XXVIII; Annuaire 1870; F.A. Snellaert, Nederl. gedichten uit de 14de eeuw van J. Boendale, H. van Aken en anderen. - Institut archéol. Liégeois: Bull. IX. - Soc. archéol. de Namur: Ann. X; Rapport 1869. - Soc. scientif. et litter. du Limbourg: Bull. X. - Willemsfonds, Uitgaven Nos. 12, 15, 20, 26, 32, 40, 41, 46, 48-51, 53, 54, 57-60, 63, 65, 66; Volks-Alm. 1864, '65, '67-69; Versl. 1854, '57, '61, '63-'68; Jaarb. 1870. - Soc. d'émulation pour l'étude de l'hist. et des antiq. de la Flandre: Ann. VII-XIII; 3me Ser. I-IV. Société pour la recherche des monuments hist. dans le Grand-Duché de Luxembourg: Publ. XXIV. Histor. Verein d. fünf Orte Uri etc.: Geschichtsfr. XXIV. - Soc. d'hist. de la Suisse Romande: Mém. et docum. XXIII. - Antiq. Gesellschaft in Zürich: Mitth. XV 6, XVI 1a. Geschichts und Alterthumsf. Gesellsch. d. Osterlandes: Mitth. VII. - Histor. Verein in Mittelfranken: Jahresber. 34, 35. - Histor. Verein im Regierungsbez. von Schwaben und Neuburg: Jahresber. 34; Dr. Fr. J.V. Allioli, Die bronze Thüre der Domes zu Augsburg. - Verein f. Gesch. und Alterthumsk. von Oberfranken: Regesten der Grafen von Orlamuende Lief. 1. - Verein von Alterthumsfr. im Rheinlande: Jahrb. XLVI-XLVIII. - Schlesische Gesells. f. vaterl. Kultur: Generalbericht; Abhandl. Phil. Hist. 1868, '69; Naturw. und Medicin 1868/69. - Kais.-Kön.-Mährisch-Schlesische Gesells. zur beförd. des Ackerbaues: Mittheil. 1869; Notizen-Blatt. - Bergischer | |
[pagina 62]
| |
Geschichtsverein: Zeitschr. VI. - Verein für Gesch. und Alterthumsk. zu Frankfurt a/M: Archiv N.F. IV; Mitth. III; Neujahrs-Blatt 1868, '69, '70; J.G. Battonn, Oertliche Beschreibung der Stadt Frankf. a/M. - Oberlausitzische Gesells. d. Wissenschaften: Neues Magazin XLVI. - Histor. Verein f. Steiermark: Mitth. 17; Beiträge VI. - Abtheil. der Gesells. für Pommersche Gesch. und Alterthumsk.: Dr. Th. Pyl, Pommersche Geschichtsdenkmäler, III. - Histor. Verein für Niedersachsen: Nachricht 31; Zeitschrift 1868. - Verein f. Siebenbürgische Landesk.: Archiv VIII; Jahresbericht 1868/1869; Festgabe 1869; J. Trausch, Schriftsteller-Lexikon der Siebenbürger Deutschen I; F. von Zieglauer, Harteneck, Graf d. sächsischen Nation und die siebenbürgischen Parteikämpfe 1691-1703. - Ferdinandeum f. Tirol und Vorarlberg: Zeitschr. 3e F. XIV. - Schleswig-Holstein-Lauenb. Gesells.: Jahrb. X. - German. National-Museum: Anzeiger 1869. - Histor. Verein d. Oberpfaltz und von Regensb: Verhand. XXVI. - Vaterl. Museum Carolino-Augusteum: Jahresbericht 1869; Katalog. - Verein f. Mecklenburgische Gesch. und Alterthumsk.: Jahrb. XXXIV. - Verein f. Gesch. und Alterth. d. Herzogth. Bremen und Verden: Archiv 1869. - Gesells. f. nützliche Forschungen: Jahresber. 1865-'68. - Kais. Akad. d. Wissens. zu Wien: Sitzungsber. LX-LXII, Register VI. - Kais.-Kön.-Geogr. Gesellschaft zu Wien: Mitth. XII. - Histor. Verein v. Unterfranken u. Aschaffenburg: Archiv XX. - Gesellschaft für Beförderung der Gesch. und Alterthumsk.- u. Volkskunde: Zeitschr. I. - Anthropol. Gesells. in Wien No. 1-3. Soc. des Antiquaires de la Picardie: Mémoires Sér. III. t. I. II.; Documents inédits VII. - Soc. Dunkerquoise: Mémoires XIII, XIV; Programme 1870. - Soc. d. Antiquaires de la Morinie: Bull. 18 Année. | |
[pagina 63]
| |
Litterary and philos. Soc. at Manchester: Memoirs 3 Ser. III; Proceedings V-VII. Konglig Nordiske Oldskrift Selskab, Kjöbenhafn: Mémoires N.S. 1868. - Kongel. Norske Universitet, Christiania: C.R. Unger, Thomas saga Erkibyskups; Dr. C.P. Caspari, Ungedr. Quellen zur Gesch. des Taufsymbols und Glaubensregel II; E. Hertzberg, En fremstilling af det Norske aristokratic historie indtil kong Sverres tid. Gelehrte Esthnische Gesells. zu Dorpat: Sitzungsbericht 1868; Schriften 7; Verhandl. V. Smithsonian Institution: Report 1867. |
|