Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1867
(1867)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 13]
| |
Verslag over den staat der Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het verstreken maatschappelijke jaar 1866-1867.Mijne Heeren,
Het is mij recht aangenaam U te kunnen mededeelen, dat onze Boekerij in het afgeloopen jaar aanzienlijk is toegenomen. Groote aucties zijn er niet geweest, doch op die van wijlen ons medelid Prof. Schrant, op die van den heer Radink enz. hebben wij menig boek, dat wij tot nu toe tevergeefs gezocht hadden, voor onze verzameling aangekocht. Ik heb daarbij opnieuw de medewerking der heeren Bodel Nijenhuis, Bergman, Fruin en du Rieu mogen ondervinden. Daarenboven hebben wij vele en zeer belangrijke geschenken ontvangen, zoodat het aantal nummers met 475 is vermeerderd, waarbij de vervolgwerken natuurlijk niet in rekening gebracht worden. Onze Bibliotheek is dan ook in omvang zoo toegenomen, dat de beschikbare ruimte zelfs na het verwijderen van de vele dubbele werken nog slechts voor eenige weinige maanden toereikend zal zijn. De bijzonder groote boeken- | |
[pagina 14]
| |
kast, die wij ons vóór ruim twee jaar hebben aangeschaft, is op één vak na geheel gevuld. Is die uitbreiding U welgevallig, nog welgevalliger zal U het bericht zijn, dat er voortdurend veel gebruik van de Bibliotheek gemaakt wordt. Aan 51 heeren zoo binnen als buiten Leiden zijn 437 nummers voor korter of langer tijd uitgeleend geworden. Van de boeken, die alleen op de leeskamer gebruikt zijn, is natuurlijk geen aanteekening gehouden. Ten gerieve der bezoekers zijn de leesuren veranderd, zoodat de Bibliotheek tegenwoordig niet meer van 12 tot 3 uur maar van 1 tot 4 uur open staat voor de Heeren Leden. De leeskamer zelve is onlangs opgesierd door een fraaien afdruk der plaat, vervaardigd bij gelegenheid der plaatsing van een gedenksteen in het huis, vroeger te 's Gravenhage door Bilderdijk bewoond. Hij is ons ten geschenke gegeven door den heer P. de Haan alhier. Op onze leeskamer, die met meer dan Spartaanschen eenvoud is gemeubileerd, kunnen nog andere even gepaste versieringen een geschikte plaats erlangen. Het zij mij thans vergund U mee te deelen met welke boeken onze Bibliotheek vermeerderd is en aan wie wij ze verschuldigd zijn.
De volgende geleerden hebben onze Boekerij met de vruchten hunner pen begiftigd: Mr. P. van Bemmelen, Doodstrafpolemiek. Ds. R. Bennink Janssonius, Gezangen der Engelsche kerk; Gezangen der Grieksche kerk; Gezangen der Fransche Protestantsche kerk; De eerste openbare prediking der hervormden bij en in 's Gravenhage in Augustus 1566, herdacht voor de Gemeente. | |
[pagina 15]
| |
G.H. Betz, Finantiele Beschouwingen, No. I-XIII. Mr. W.B.S. Boeles, De bijzondere finantieele regtsbetrekking tusschen een aantal kerkelijke gemeenten in Groningen en den Staat. G.H.J. Elliot Boswel, Gedichten, 2e druk. R. van Breugel Douglas, Herinneringen uit 1815 door eenen Frieschen vrijwilligen jager. Dr. W.G. Brill, Voorlezingen over de Geschiedenis des Vaderlands, 5e stuk. Mr. J.A. van der Chijs, Verslag van het inlandsch onderwijs in Nederlandsch Indië, over 1864. J.H. van Dale, Taalkundig Handboekje of Alphabetische lijst van alle Nederlandsche woorden. J.M.E. Dercksen, Een Gildeknaap uit de Zeventiende eeuw; Jaarboekje voor het Notarisambt voor 1867. Dr. J.J. Doedes, De Theologische Studiëngang geschetst; Wat zult gij preken, toespraak aan de Studenten in de Godgeleerdheid; Scheurt uw hart en niet uwe kleederen, toespraak; 1566-1866, de Hagepreek herdacht na drie honderd jaren; De leervrijheid in de kerk; De Heidelbergsche Catechismus in zijne eerste levensjaren, 1563-1567. Mr. J.I. van Doorninck, Bibliotheek van Nederlandsche Anonymen en Pseudonymen, 1e afl. Dr. R.P.A. Dozy, Oosterlingen. Mr. A.J. Enschedé, Inventaris van het Archief der stad Haarlem, tweede Afdeeling. Mr. J.W. Staats Evers, Hoe werd in de vorige eeuw de Veepest in ons vaderland bestreden. Mr. F.N.M. Eyck van Zuylichem, Notices sur quelques églises Romanes à Maestricht etc. Mr. H.O. Feith, Register van het Archief van Groningen, eerste Vervolg, Alphab. Gedeelte. | |
[pagina 16]
| |
Mr. C.H. Gockinga, De regeling van het toezigt op het beheer der goederen van de Hervormde gemeenten. J. ter Gouw, De Gilden, eene bijdrage tot de geschiedenis van het volksleven. Mr. J.L.G. Gregory, Martinus Gregorii of Goris, laatste kanselier van Gelderland. Dr. S.A.J. de Ruever Groneman, Matthaeus Zell en Katharina Schütz; Theorie van het Bewustzijn. Dr. G.P.T. Groshans, Dante en de Divina Commedia. Dr. B. ter Haar, Gedichten, derde Verzameling. J. Habets, Exploration d'un cimetière Belgo-Romain à Bergh-Terblyt; Over den wijnbouw in Nederlandsch én Belgisch Limburg gedurende vroegere eeuwen. Dr. K. Halm, Die Deutschen Handschriften der K. Hofund Staatsbibliothek zu Muenchen. E. Hatin, Histoire politique et littéraire de la presse en France, 8 vol.; Les gazettes de Hollande et la presse clandestine aux XVII et XVIII siècles; Bibliographie Historique et Critique de la presse periodique Française. F. de Hellwald, Voyage d'Adrien Matham au Maroc. Dr. A.A. van Heusden, Handboek der Aardrijkskundc, Staatsinrigting enz. van de Nederlanden, 2 dln. H. Hoffmann von Fallersleben, Braunschweigisches Namenbüchlein. J.W. Holtrop, Thierry Martens d'Alost, étude bibliographique. J. Honig, Historische, Oudheid- en Letterkundige Studiën, III, 1, 2. F.L.A. de Jagher, Les ombres enfantines, chants et soupirs, élégies traduites du Hollandais. Mr. K.J.F.C. Kneppelhout, De Gedenkteekenen in de Pieterskerk te Leiden, 4e afl. | |
[pagina 17]
| |
H.M.F. Landolt, Dictionnaire Polyglotte, 2e et 3e parties. P. Leendertz, Gedichten van Hooft, 3e afl. Dr. L. Müller, Hugo Grotius als Latijnsch Dichter beschouwd. Dr. W.J.F. Nuyens, Geschiedenis der Nederlandsche Beroerten in de XVIe eeuw, II, eerste en tweede deel. Dr. I.C. Pool, Frederik van Heilo en zijn schriften. Dr. J.J. Prins, Oratio de Schola et Ecclesia in re Christiana arcte conjunctis nec umquam disjungendis. D. Chantepie de la Saussaye, De roepstemmen van het jaar 1866, zestal leerredenen. Mr. J. Soutendam, Catalogus van Regtsgeleerde en andere werken op de gemeente-boekerij van Delft voorhanden; Catalogus van het Geschiedkundig gedeelte der gemeente-bibliotheek van Delft. Dr. G.C.B. Suringar, Het Theoretisch Geneeskundig onderwijs van Boerhaave; Verval van het Klinisch onderwijs na den dood van Boerhaave; De School van B.S. Albinus. Dr. K. Sybrandi, De Antigone van Sophocles. J.A. Alberdingk Thym, De afstamming der laatste heeren van Brederode. Dr. E. Verwijs, Brandt's Leven van Vondel. Dr. P.J. Veth, Het leven van Dr. J. van Gilse. Mr. S. Vissering, De hand des menschen, Feestrede ter opening van de Twentsche Handelsbeurs. Overdrukjes uit Tijdschriften ontvingen wij van de heeren: Mr. T.M.C. Asser 1. Mr. W.B.S. Boeles 3. Mr. J.A. van der Chijs 1. Mr. J. Dirks 3. W. Eekhoff 1. Jhr. Mr. J. de Bosch Kemper 3. Mr. L.E. Lenting 2. Dr. W.N. du Rieu 4. H.C. Rogge 4. Dr. R.C.H. Römer 1. Dr. G.D.J. | |
[pagina 18]
| |
Schotel 1. Mr. I. Telting 1. J. Tideman 1. Dr. E. Verwijs 1. Dr. P.J. Veth 28. Mr. J. de Vries 1. Dr. J.A. Wynne 1. Bovendien hebben onderscheidene leden en niet-leden onze Boekerij verrijkt, door werken van anderen aan ons af te staan; als: De heer J.G. Burman Becker te Kopenhagen schonk ons: J.P. Trap, Statistisk-topographisk Beskrivelse of Danmark; de heer Bodel Nijenhuis: het eerste deel der briefwisseling van Mr. W. Bilderdijk met de hoogleeraren Mrs. M. en H.W. Tydeman en bovendien nog een dertigtal werkjes, meest alle van biographischen aard; Mr. W.B.S. Boeles: negen boekdeeltje geschreven door wijlen ons medelid Dr. Noordewier; de heer Bolhuis van Zeeburg, Stud. alhier: J.F.L. Woeste, Volksüberlieferungen in der Grafschaft Mark; Dr. J.C. Drabbe: de Leydsche Courant 1865; Mr. B.T. Baron Van Heemstra gaf een bundel met belangrijke stukken, waaronder ook in HS., betrekking hebbende op den Amsterdamschen Schouwburg; de heer van Maanen, 1e Luitenant te Breda: het Jaarboekje voor de koninklijke militaire academie, Jaarg. 2 tot 17; de heer Watts de Peyster: Harpers Pictorial History of the great rebellion in the U.S., J. Parton, General Butler in New-Orleans, The Historical Magazine and Notes and Queries concerning the Antiquities etc. of America, bovendien nog 14 boeken op Amerika betrekking hebbende; Dr. W.N. du Rieu gaf, behalve een viertal andere werken, O. Mühlbrecht, Der Holländische Buchhandel seit Coster; Ds. C. Sepp: de nagelaten Gedichten van D. Smits; de heer P.A. Tiele: dertig blijspelen uit de 17e en 18e eeuw, welke onze Boekerij in hare reeds zoo rijke verzameling nog miste; Prof. de Wal gaf de vertaling van een zijner werken in het Hoogduitsch door den heer R. Stintzing onder den titel van: Beiträge zur Literatur-Geschichte des Civil-Processes. | |
[pagina 19]
| |
Ook hooggeplaatste Staats-instellingen en personen hebben onze Bibliotheek in het afgeloopen jaar niet vergeten. Zoo schonk ons Het Ministerie van Binnenlandsche Zaken: R.A. van Zuylen, Inventaris der Archieven van de stad's Hertogenbosch, 2e deel; C. Broeckx, La chirurgie de Maître Jehan Yperman; Woldemar, Beiträge zur Geschichte u. Statistik der Gelehrten u. Schulanstalten in Rusland, 2, 3; Musée d'Histoire Naturelle, livr. 7, 8; Mémoires anonymes sur les troubles des Pays-Bas, V; S.C. Snellen van Vollenhoven, Essai d'une Faune Entomologique de l'Archipel Indo-Neerlandais, 2 Monogr.; Heeren Curatoren der Leidsche Academie: Annales Academici, 1862-1863; Heeren Curatoren van het Deventersche Athenaeum: A.M. Ledeboer, Notices bibliographiques des livres imprimés avant 1525, conservés dans la bibliothèque publique de Deventer; Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden: Het verslag aan den Gemeenteraad over 1865; de Rector van het Leidsche Gymnasium: het Verslag van die inrichting over 1863-64, met toegevoegde verhandeling van Dr. W. Bisschop, de Woelingen der Leicestersche partij binnen Leiden, 1586, 1587.
Van de Nederlandsche zustervereenigingen zond ons De Akademie van Wetenschappen: Verslagen, Afd. Natuurk., N.R. II, 1, 2, Afd. Letterk. X, 2, 3. XI, 1. Catal. Boekerij, II, 1, Jaarboek 1866; Teylers Genootschap: het 9e Ged., XXVI Stuk harer werken zijnde: P.O. van der Chijs, De Munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche Vorsten; Het provinc. Noord-Brab. Gen.: C.R. Hermans, Gesch. der Rederijkers in Noord-Brabant, 2e stuk; Het Friesch Gen.: B.J.L. de Geer, De Lex. Frisionum uitg. door K. von Richthofen; Het prov. Utrechtsch Gen.: | |
[pagina 20]
| |
Verslag. 1866 en Mr. W. Modderman, De Wettelijke Bewijsleer in Strafzaken; Het Historisch Utrechtsch Gen.: A. de Wicquefort, Hist. des Prov. Unies, Vol. III, H.O. Feith en G. Acker Stratingh, Kronyken van Emo en Menko, met het vervolg van een ongenoemde; Hortensius, Over de opkomst en den ondergang van Naarden met vert. en aant. van Prof. Peerlkamp en Nalez. en Bijvoegsels van A. Perk; De Vereeniging tot beoefening van Overijssels Regt en Geschiedenis: J.W. Racer, Aanmerkingen omtrent de grondbeginselen der zes eerste titels van het landregt van Overijssel.
Ik ga thans over tot het vermelden der geschenken, ontvangen van Buitenlandsche Genootschappen, waarmede onze Maatschappij in betrekking staat. Uit Duitschland zond ons: Die Geschichts- u. Alterthumsforsch. Ges. des Osterlandes, Mittheil. VI. 3. 4; Der Hist. Verein im Reg. bezirke von Schwaben u. Neuburg, 31 Jahresber.; Der Verein f. Geschichte u. Alterthumsk. von Oberfranken, Archiv X. 1; Der Verein f. Geschichte der Mark Brandenburg, Markische Forsch. X. 1; Der Verein f.d. Gesch. der Deutschen in Böhmen, Mitth. I. 1, 3, 4. II. 1-6. III. 1-6. IV. 1-7. V.1, Beiträge u. Jahresber.; Die Schlesische Ges. f. vaterländische Kultur, 43 Jahresber., Abh. Naturw. 1865, 66, Phil.-Hist. 1866; Die Kais. Königl. Mähr.-Schles. Ges. zur Bef. des Ackerbaues, Mitth. 1865; Die Oberlausitzische Ges. der Wissenschaften, Nied. Laus. Mag. 43, 1, 2; Der Hist. Verein f. Steiermark, Mitth. 14, Beiträge, 1, 2, 3; Der Verein f. Hamburgische Gesch. Zeitschr. II. 4; Der Hist. Verein f. Niedersachsen, Zeitschr. 1865, 29 Nachricht; Der Verein f. Hessische Gesch., Landes u. Alterthumsk. Zeitschr. I. 1. Urkundenb.; Die Schl. Holst. Lauenb. | |
[pagina 21]
| |
Ges. f. vaterl. Geschichte, Jahrb. IX. 1; Der Hist. Verein f. Niederbayern, Verh. XI. 1-4; Das Mus. Franc.-Carolinum, 25 u. 26 Bericht; Der Hist. Verein f.d. Wirtemberg. Franken, Zeitschr. VII. 3; Der Hist. Verein von u. für Oberbayern, Archiv XXVI. 2, 3, 27 Jahresber.; Das Germ. Museum te Nürnberg, Anzeiger 1866, No. 7-12. 12 Jahresber.; Der Hist. Verein zu Osnabrück, Mittheil. VIII; Die Ges. f. Pommersche Gesch. u. Alterthumsk. Baltische Stud. 21, 1, 2; Der Verein f. Kunst u. Alterthum zu Ulm, 17 Veröffentl.; Die K.K. Akademie der Wissenschaften zu Wien, Sitzungsber. L. 3, 4. LI. 1, 2, 3. LII. 1-4. LIII. 1-3. Regist. XL-L; Die K.K. Geographische Gesellschaft zu Wien, Mittheil. IX Jahrg.; Der Verein f. Nassauische Alterth. u. Gesch. Annal. VIII; J.G. Lehmann, Geschichte u. Genealogie der Dynasten von Westerburg; Der Hist. Verein von Unterfranken u. Aschaffenburg, Arch. XIX. 1, 2. Uit Zwitserland ontvingen wij van: Die Antiq. Ges. zu Basel: W. Vischer, Antike Schleudergeschosse beschrieben u. erklärt; Der Hist. Verein der fünf Orte, Geschichtsfr. B. XXI, Reg. I-XX; La Société d'Hist. de la Suisse Romande, Mém. et Docum. XXI. Uit Frankrijk kregen wij van: La Société des Antiquaires de la Picardie, Mém. VI; la Société pour l'encouragement des Sciences, Lettres et Arts à Dunkerque Mém. X; Le Comité Flamand de France à Lille, Bullet. IV. 2; La Société des Antiquaires de la Morinie, Bullet. 55, 56; La Société de l'histoire du Protestantisme Français, Bulletin 15e Ann. No. 7-12. 16e Ann. No. 1-3. Uit België zond ons: De Académie Royale Belgique, Bull. XX, XXI. 20 Annuaire, Ad. Mathieu Les Vieux; La Société Libre d'Émulation à Liège, Ann. 1866; l'Institut Archéol. Liégeois | |
[pagina 22]
| |
Bullet. VII. 3; La Société Archéol. de Namur, Ann. IX. 2, 3; La Société pour la recherche des Mon. Hist. du Grand-Duché de Luxembourg, Public. XX, XXI. Nog ontvingen wij van: The Board of Regents of the Smithsonian Institution, Annual Report 1864; The literary and philosophical Society at Manchester, Memoirs Vol. 2, Proceedings, Vol. 3, 4; Die Gel. Esthnische Ges.: C. Grewingk, Das Steinalter der Ostseeprovinzen. Aangekocht hebben wij o.a. Uit het vak der Taalkunde: A.L. Kok, Ontwerp der Neder-duitsche Letterkonst, Amst. 1649; Elemens de la langue Hollandoise, Leide et Paris 1807; p.b. Fondamenten ofte Grond-regels der Nederduytsche Spelkonst, Antw. 1757; C. Folqman, Grammatica Hollandeza, Lisboa 1742. A. de la Porte, Den nieuwen Dictionaris oft Schadt der Duytse en Spaensche Talen, Antw. 1659; H. Hexham, Dictionarium ofte woordenboek begrijpende den schat der Nederlandtsche Tale met de Engelsche Uitlegginge, Rotterd. 1678; J.G. van Heldoren, Een Engels en Nederduits Woortboek, Amst. 1675; Winschooten, Diction. Belgico-Latinum, Lugd. Bat. 1684; J.F. Rodriguez, Nieuwen Dictionaris om te leeren de Nederlandtsche ende Spaensche Talen, Antw. 1634. Fuet, Matinées Sénonoises ou proverbes François, Paris 1789; J.F.A. Belin, Dictionnaire des proverbes, Penig 1805; Lendroy, Parémiographe Français-Allemand, Francf. a/M. 1820. Uit het gebied der Letterkunde: A. Lubben, Reinke de Vos nach der altesten Ausgabe (Lubeck 1498), Oldenburg 1867; D. Jonctys, Apologie of gedrongen onschuld, z.p. 1642; G. Huygens, Koren-bloe- | |
[pagina 23]
| |
men, Amst. 1672; A. Duircants, Doodt-woelende Hyena, medebrengende doodt-schrick, doodt-troost, doodt-trots, 's Grav. 1634; C. Udemans, Afbeeldinge van de verkeerde werelt, Middelb. 1660; J. Beets, Dichtkonst van verscheide Stoffen, Hoorn 1669; P. Dubbels, Bezige uren, Amst. 1661; J. van Paffenrode, Boertige Dichtkonst, Amst. 1670; G. van Nieuwelandt, Poema van den mensch, Antw. 1621; S. van Rusting, De vol-geestige werken, Amst. 1712; E. Krook, Bloempjes, Amst. 1729; R. Feith, Dicht- en prozawerken, Amst. 1784 enz. 28 dln.; H. Tollens, Proeve van sentimenteele Geschriften en Gedichten, Amst. 1799; Proeve van Minnezangen en Idyllen, Amst. 1800; Tooneelstukjes in Proza, Amst. 1799; Tooneelpoëzy, Amst. 1801, 4 dln; Tuiltje van geurige Dichtbloemen op franschen bodem geplukt, Amst. 1803; Nieuwe Verhalen, Rotterd. 1801; Dichtlievende Mengelingen, Rotterd. 1802; Minnedichtjes, 1809 enz. Het Spreeuwtje fluitende en zingende allerhande liedjes, Haarl. 1808; Pans Fluytje ofte Heydens banket, blaazende loopjes met hoopjes enz., Amst. z.j.; T. Kornelis, Een nieuw liedt-boeckje genaemt het dubbelt Emausje, Rotterd. z.j. W. Jansen, De Geestelyke Goudschaale zynde eene versameling uitgesochte Geestelijke liedekens, Leeuw. 1751; F.A. Lampe, Geestelyke Gezangen, Utrecht 1724; J. van Toledoos, Tydquister der Jeugt of Gerymde Bedenekingen op Geestelyke en Wereldse voorvallen, Amst. 1669; J. Bloems, Stigtelyke Zeede-verssen, Amst. z.j. Op het gebied der Nederlandsche Geschiedenis is de Bibliotheek o.a. verrijkt met: du Jardin et Sellius, Histoire Générale des Provinces Unies, Paris 1757-70, 8 vol. 4o.; J. Trigland, Kerckelycke Geschiedenissen, Leyden 1650; F. Gingins la Sarra, | |
[pagina 24]
| |
Dépêches des Ambassadeurs Milanais sur les campagnes de Charles le Hardi, Paris 1858; Astorga, Het leven van Ferdinand Alvarez de Toledo, Hertog van Alba, 's Grav. 1701; J. van Hout, Vertooch by die van Leyden nopende tverhandelde der heeren predicanten tot Middelburch, z. pl. 1582; J.L. Motley, History of the United Netherlands from the death of William the Silent to the Synod of Dort, The Hague 1860; C.M. van der Kemp, Het gedrag van prins Maurits omtrent de Remonstranten verdedigd tegen Adr. Stolker, 's Gravenhage 1828; Richer, Vie de Michel de Ruyter, Paris 1783; de St. Disdier, Histoire des Négociations de Nimègue, Paris 1680; Q.M.R. ver Huell, Het leven en karakter van Carel Hendrik Graaf Ver Huell, Amst. 1847; Charras, Histoire de la Campagne de Waterloo, Leipzig 1858; van der Maelen, Atlas spécial pour l'ouvrage de Charras; C. Gemelli, Histoire de la Révolution Belge de 1830, trad. par P. Royer, Brux. 1860. J.J.F. Wap, Gesch. van het land en der heeren van Cuyk, Utrecht 1858; J. de Riemer, Beschrijving van 's Gravenhage, Delft 1730; O. Dapper, Gedenkwaerdig Bedrijf der Nederl. O.I. Maetschappye op de Kuste van Sina, Amst. 1670.
Mei 1867. W. Bisschop, Bibliothecaris. |
|