Despars in zijne Cronijcke van den Lande ende Graefscepe van Vlaenderen, (Dl. IV, bl. 22-35 van de uitgaaf van J. de Jonghe); daarentegen heeft deze de plechtigheden van de intrede van Margaretha en vooral de versierselen der Bruggenaren tot in de kleinste bijzonderheden opgeteekend.
Een derde, doch korter verhaal van dezelfde feesten en spelen is naar het H.S. uit de bibliotheek van van Hulthem medegedeeld door den Heer de Ram, in de Compte-Rendu des Séances de la Commission Royale d'histoire, tom. V. p.168-174. Dit Latijnsche stuk heeft tot titel: ‘De nupciis Karoli ducis Burgundie et Margarete de Yorck, Sororis Edwardi, illius nominis quarti, regis Angliae.’
Het is met behulp van deze bronnen, dat O. de le Pierre in het tijdschrift Trésor National, 2e Série, Brux. 1844. Livr. 10 et 11, een opstel gaf getiteld: ‘le Mariage de la princesse Marguerite d'Yorck avec Charles le Téméraire.’
Doch keeren wij naar de beschrijving van de Roovere terug, die nog niet in druk is verschenen. Ik heb dit H.S. met bovengenoemde verhalen vergeleken, en heb bemerkt, dat er in vele kleinigheden verschil bestaat; maar dat over 't geheel geen nieuw licht verspreid wordt over de reeds zoo goed bekende feesten. Hieruit volgt evenwel niet, dat de uitgaaf van deze beschrijving overbodig zou zijn; integendeel zou ik daarop zeer aandringen, daar het mij voorkomt, dat deze wapenkoning even goed mag gehoord worden als Olivier de la Marche, wiens ‘lour entendement’ tegen hem pleit. Voor de spelling der eigennamen en voor de taal bevat dit H.S. nog verschillende lezingen, die aandacht verdienen.
Terwijl Olivier de la Marche zeer lang stil staat bij