IX.
In plaats van den in October e.k. aftredenden Bestuurder Prof. A. Kuenen wordt uit het voorgedragen dubbeltal, bestaande uit de Heeren Dr. L.J.F. Janssen en Ds. C. Sepp, eerstgenoemde gekozen.
Nadat aldus de Punten van den Beschrijvingsbrief zijn afgehandeld, vraagt de Heer W. Eekhoff het woord, en leest een Voorstel voor, strekkende om door de Maatschappij te doen vervaardigen eene Geschiedenis van de Nederlandsche Letterkunde, als voortzetting van die der Middel-Nederlandsche Letterkunde van Prof. Jonckbloet.
De Voorzitter geeft in bedenking dit voorstel tot inlichting en raad in handen van de Commissie voor Taal- en Letterkunde te stellen.
De Heer Eekhoff neemt hiermede genoegen.
De Heer Delprat zegt, namens de aanwezige leden,