Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1863
(1863)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 29]
| |
Verslag van den staat der Boek- en andere Verzamelingen, gedurende het verstreken maatschappelijke jaar 1862-1863.Mijne Heeren!
In de maandelijksche Vergadering van October 1.1. is, gelijk U bekend zal zijn, de zorg voor de Bibliotheek onzer Maatschappij voorloopig aan mij opgedragen. Reeds den volgenden dag heeft Dr. du Rieu, die sedert het bedanken van Dr. te Winkel het Bibliothecariaat had waargenomen, mij in de zaal rondgeleid, mij alle bescheiden enz. op onze verzamelingen betrekkelijk overhandigd en mij op de hoogte gebracht van 't geen er reeds gedaan was en nog te doen overbleef. In de eerste plaats zij het mij vergund U meê te deelen, in welken toestand ik onze boekerij gevonden heb èn bij mijn eerste bezoek èn toen ik er langzamerhand nader meê bekend werd. Het zal niemand, die den heer du Rieu zelfs maar oppervlakkig kent, | |
[pagina 30]
| |
verwonderen als ik de verzekering geef, dat alles in de meest volkomen orde was. Ik zou van Uw geduld misbruik maken als ik hier uitvoerig aanwees wat hij ten nutte onzer Bibliotheek gedaan heeft. Slechts omtrent één punt wil ik wat meer zeggen. Hij had o.a. een zeer groot gedeelte van zijn beschikbaren tijd ook gedurende de twee zomermaanden, besteed om onze gansche Boekerij met den Catalogus te vergelijken en naauwkeurige aanteekening te houden van die geheele werken of afzonderlijke deelen, welke hem bij dat onderzoek bleken niet aanwezig te zijn. Ik zal U niet behoeven te zeggen, welk een tijdroovend en weinig aantrekkelijk, maar te gelijk welk een hoogst nuttig werk hij daaraan gedaan heeft. Ik mag dan ook, zonder vrees voor tegenspraak, zeggen dat de goede staat, waarin zich de Boekerij, een der grootste sieraden Uwer Maatschappij, bevindt, voornamelijk aan hem te danken is. Vergunt mij nu, M.H., U kortelijk meê te deelen, wat er in de laatste maanden voor de Bibliotheek gedaan is. Gij zult U herinneren, dat er in het vorige verslag gewezen is op het havelooze uiterlijk der boeken en vooral der Hss. Daarin is groote verandering gebracht. Vele boeken en bijna alle Hss. zijn opgeknapt of ingebonden. Aangenaam zal het mij zijn zoo Gij, M.H., U daarvan straks door een bezoek wilt overtuigen. Het aantal boeken, dat wij gekocht hebben, is niet zoo groot geweest als andere jaren. Toch is dit jaar niet onvruchtbaar geweest en vele werken, die wij | |
[pagina 31]
| |
moesten hebben doch nog steeds misten, hebben wij ons aangeschaft. Inzonderheid zijn wij gelukkig geweest in ons ruilstelsel met vele buitenlandsche Genootschappen. Van eenige hebben wij de ons ontbrekende deelen hunner werken ontvangen, met andere hebben wij ons in betrekking gesteld. Vele leden dezer Maatschappij en ook eenigen, die nog niet in haar midden zijn opgenomen, hebben de Bibliotheek ook dit jaar op nieuw rijkelijk bedacht. Wat wij aan elk hunner te danken hebben, hoop ik U aan het einde van mijn Verslag meê te deelen. Slechts van ééne gift zij het mij geoorloofd afzonderlijk melding te maken. Ons hooggeacht eerelid, Prof. Tydeman, die gedurende zijn gansche leven zoo vele bewijzen van belangstelling aan onze Boekerij heeft geschonken, heeft ook nog door zijn uitersten wil getoond hoe nà deze instelling hem aan het harte lag. Door zijne betrekkingen is ons, uit zijn naam, ter hand gesteld eene uitgebreide verzameling tijdschriften uit de vorige en uit deze eeuw. Onder deze zijn vele zeldzame, doch alle zijn zij in onze boekerij op hunne plaats. Moge zijn voorbeeld door velen gevolgd worden. Zoowel op als buiten de leeskamer is er van de Bibliotheek ijverig gebruik gemaakt. Er zijn 232 nummers uitgeleend en wèl aan 40 leden en 9 niet-leden. Aan den Catalogus wordt met ijver voortgewerkt. Gelijk U bekend is, zal er een derde deel worden uitgegeven 't welk al de boeken zal bevatten, die reeds | |
[pagina 32]
| |
in de beide Supplementen staan, benevens die, welke tot 1 Julij 1862 zijn ingekomen. Met de bewerking van dat deel hebben zich de heeren Bodel Nijenhuis en Bergman welwillend belast. Er bestaat gegronde hoop dat het in het begin des volgenden jaars geheel afgedrukt zal zijn. Dit zijn de voornaamste bijzonderheden, M.H., die ik U betreffende de Bibliotheek heb meê te deelen. Ik ga thans over tot de vermelding der boeken, waarmeê zij in het afgeloopen jaar verrijkt is. Ik begin volgens gewoonte met de vermelding der Handschriften, waarmede onze Boekerij vermeerderd is. Wij hebben aangekocht: Extraits des lettres de Jean Luzac à Mr. Jean Valckenaer, 1789-1796, 24 pag. fol. - Een folio register, op papier geschreven, groot 336 bladz., bevattende afschriften der charters die in verschillende registers der voormalige rekenkamer of kamer van Holland gevonden worden, meest betreffende West-Friesland en zijne dijken enz., van 1118 tot 1656 (Cat. Kluppel, Leiden, 3 Junij 1863). Ten geschenke hebben wij ontvangen van Prof. H.W. Tydeman, Das gelehrte Batavien oder Lexicon der Schriftsteller der Batavischen Republik von D.U. Heynemeyer; Stichtelyke verzen en meditatiën, in 1694 uit jufvrouw Braekels rymen uitgeschreven; Een histories verhael der voornaamste lotgevallen en byzonderste ontmoetingen raakende de perzoon, geboorte, opvoeding en familie van Gerardus de Jong; Witsen Geysbeek, | |
[pagina 33]
| |
Biographisch Woordenboek, 4 Dln. 4o. Eindelijk van den heer J. van Heukelom alhier: Het welvaaren der stad Leyden, beschreeven door Pieter de la Court. Dit HS. keurig geschreven op 196 bladz. langw. formaat is vollediger en naauwkeuriger dan het HS., dat reeds in het bezit der Maatschappij was. Overgaande tot de boekwerken, die de Maatschappij gekregen heeft, zal ik in de eerste plaats opnoemen de door ons gekochte, en in de tweede plaats die, welke wij ten geschenke hebben ontvangen, in de vakken van Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, elk in den wijdsten omvang. Aangekocht hebben wij, hetzij op verkoopingen, hetzij in den winkel: I.L. Benloew, De quelques caractères du langage primitif; Gaston Paris, Étude sur le rôle de l'accent latin dans la langue française; Meyer, Die noch lebenden Keltischen Völkerschaften, Sprachen und Literaturen; Edelestand du Méril, La mort de Garin le Loherain; W.L. Holland, Die Legende der heiligen Margarete; J. Hatoulet et E. Picot, Proverbes Béarnais; Schwartz, Der heutige Volksglaube und das alte Heidenthum im Nördl. Deutschland; Hansen, Altfriesischer Katechismus in der Sylter Mundart; Kirchendienstordnung und Gesangbuch der Stadt Riga nach der ältesten Ausgabe von 1530; N.G. Van Kampen, Beknopte geschiedenis der letteren en wetenschappen in de Nederlanden; Dr. Schotel, Geschiedenis der Rederijkers in Ne- | |
[pagina 34]
| |
derland; Dez., Letter- en Oudheidkundige Avondstoden; De Letter-, Historie- en Boekbeschouwer; De Vaderl. Letteroefeningen van 1761-1857; Sprenger van Eyk, Spreekwoorden aan de scheepvaart, het dierenrijk en het landleven ontleend; Lingua Erasmi, dat is dye tonghe, wt de latine int duytsche eerst overgheset; Dan. Heinsii, Nederduytsche Poemata; De CL Psalmen Davids in musyk gebracht door Claudyn le Jeune; Poirters, Het masker van de Wereldt afgetrocken; Gedichten van J. van Broekhuizen, derde druk; J. van Effen, De Hollandsche Spectator. II. P.G. Quack, Joseph von Radowitz, een Pruisisch Staatsman; De Jonghe, Desolata Batavia Dominicana; Jhr. Mr. A.M.C. van Asch van Wijck, Geschiedenis van het Ambtsgebed in de Nederlanden; E. Laspeyres, Volkswirthschaftliche Anschauungen der Niederländer; G.A. Fokker, Geschiedenis der Loterijen in de Nederlanden; J. Bosscha, Neêrlands Heldendaden te land; J. Wertheim, Verhandeling over het Nederlandsch Consulaatregt; J.J.F. de Jong van Beek en Donk, Bijdrage tot de Geschiedenis van den Raad en Leenhove van Brabant; D.P.Z., Korte historie en beschrijving van Franeker; H.H. Brucherus, Geschiedenis van de opkomst der Kerkhervorming in Groningen tot 1594; Dez., Gedenkboek van Stad en Lande; S. Feyerabend, Annales sive historiae rerum Belgicarum; J.A. van Gennep, De Simone Renard; N.C. Lam- | |
[pagina 35]
| |
brechtsen, Dissertatio sistens defensionem civit. Vlissing. anno 1572; J. Alderkerk, De wonderdaden des Allerhoogsten in het beleg en ontzet der stadt Leyden; Révolutions des Provinces-Unies sous l'étendard des divers Stadhouders; P. Fleming, Oostendes vermaerde, gheweldighe, lanckduyrighe ende bloedige belegeringhe in 1601, 2, 3, 4; G.B. Depping, Geschiedenis van den oorlog der Munsterschen en Keulschen; Jhr. J.P. Cornets de Groot, Levensschets van Mr. Pieter de Groot; N.J. den Tex, Jacob Hop; A. zu Dohna, Der Feldzug der Preussen gegen die Franzosen in den Niederlanden im Jahr 1793; Leven van Maria Louiza, princesdouairière van Oranje; T. Jorissen, De Omwenteling van 1813; W. van de Poll, Schets van den Watervloed in 1855; N.G. van Kampen, Geschiedenis der Nederlanders buiten Europa. Van de Academie-Bibliotheek hebben wij in ruil gekregen: J.C.S. Cramberg, Schetsen van Afrika's westkust; Bulstrode Whitelocke, A journal of the Swedish Embassy in the years 1653, 1654: revised by H. Reeve; De Mirabeau, Doutes sur la liberté de l'Escaut; P. Cluverius, Batavische Oudheden; Adres van participanten der Nederlandsche O.I. Maatschappij aan het Staatsbewind der Bataafsche Republiek. Als geschenken zijn ons gegeven door de heeren: A. van Akerlaken, De Banken van leening in Ne- | |
[pagina 36]
| |
derland in het algemeen, en de Bank van leening te Hoorn in het bijzonder. Dr. N. Beets, zijne uitgave der Gedichten van A.C.W. Staring. P. Blommaert, De Nederduitsche Schrijvers van Gent. Mr. J.T. Bodel Nijenhuis, zijne Bibliographie der plaatsbeschrijvingen van het Koningrijk der Nederlanden; en T.P. van Pfau, Geschiedenis van den veldtogt der Pruissen in Holland in 1787, Amsterd. 1792. Dr. J. Bosscha, zijn Kroon en Ministers. Prof. W.G. Brill, het 2e Stuk zijner Voorlezingen over de geschiedenis der Nederlanden. Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, het 2e Stuk zijner Studiën en Schetsen. R. Chalon, Recherches sur la seigneurie des Hayons. Prof. P.O. van der Chijs, Notice sur le cabinet numismatique de l'université de Leyde. Prof. Dahlgren, te Stockholm, Arkiv till upplysning om Svenska Krigens och Krigsinrättningarnes historia; Konung Gustaf II Adolfs Skrifter; Olai Petri, Svenska Krönika, utgifven af G.E. Klemming; Supplement till Biographiskt Lexicon öfver Namnkunnige Svenske Män. Prof. J. Diemer, te Weenen, zijne uitgave van Genesis und Exodus nach der Milstäter Handschrift, mit Anmerkungen und Wörterbuch; Die Kaiserchro- | |
[pagina 37]
| |
nik nach der aeltesten Handschrift des Stiftes Vorau; Kleine Beiträge zur älteren Deutschen Sprache und Literatur. Mr. J. Dirks, zijn Souvenir de la Haye; déscription de soixante jetons de présence aux funérailles etc. des quartiers de cette ville. Dr. J.C. Drabbe, Leidsche Courant 1862. W. Eekhoff, zijne Bloemlezing uit den Frieschen Lusthof en andere gedichten van J.J. Starter. De H.H. Enschedé, te Haarlem, een prachtig gebonden exemplaar eener nieuwe uitgave van den Staten-Bijbel, in groot folio. H. Frijlink, Elisabeth Wolff en Agatha Deken. J. ter Gouw, Over den oorsprong van het geslacht van Brederode; Het Slot te Muiden. Dr. J.P. Heije, al de Kinderliederen, met platen. S.G. Heringa, de 13e Jaarg. van het Jaarboek der Posterijen. Dr. W.J.A. Huberts, Register van het Zutfensch Archief, Deel 2. Dr. L.J.F. Janssen, J.E. van Gorkum, De Bestorming der vesting Bergen op Zoom in 1814. J.J.L. ten Kate, zijne uitgave der Dichterlijke Nalatenschap van Mr. A. Boxman. Mr. de Bosch Kemper, De Wetenschap der Zamenleving, 4e Stuk. Mr. A.G. Kleyn, te Breda, Den Bibel inhoudende het oude en nieuwe Testament. Gheprent te Cuelen 1565; Een seer nutte bediedinghe eñ wtleg- | |
[pagina 38]
| |
ginghe van den alderheylichsten sinte Gregorius op de seven Psalmen der penitentien, Antw. 1560; Den berch van Myrren; Dit sijn die hondert articulen vāder passien ons liefs Heerē Jesu Christi; Een devote oeffeninghe tot eenen yeghelycken choor der Enghelen; Dit is den berch van Calvarien, Antw. 1581. Mr. J.A. Kluppel, Nalezing tot de Verzameling van stukken betreffende de Hondsbosschen. J.H. van Lennep, te Zeyst, De Notes and Queries, Ser. 1 en 2, 25 Dln. en The Literary Gazette, 24 Dln. (Het eerstgenoemde in bruikleen). Dr. B.F. Matthes, Boegineesch Heldendicht op den eersten Bonischen veldtogt van 1859. Prof. S. Muller, De Baptisten in Engeland. Mr. Is. A. Nijhoff, het 6e Deel, 2e Stuk zijner Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland. Prof. J.J. van Oosterzee, zijn Der Brief des Jakobus, theol.-homil. bearbeitet. Prof. J.J. Prins, De getuigenis van den Apostel Paulus aangaande 's Heeren Opstanding uit de dooden. J.K.H. de Roo van Alderwerelt, zijn De Vestingoorlog en de vestingbouw in hunne ontwikkeling beschouwd. J. Russel, Kronijk of geschiedkundige Beschrijving der stad en voormalige heerlijkheid Sittard. Dr. P. Scheltema, Het Archief van Amsterdam beschreven. | |
[pagina 39]
| |
G.H. van Senden Jr., Het Heike, 2de druk; Geschiedenis der Hervormde gemeente aan de Leur. Mr. C.A. Serrure, Notice sur Engelbert II, Comte de Nassau. C.P. Serrure, Vaderlandsch Museum, V. 1, 2. F. Snellaert, het 2e Deel van J. van Maerlant's Alexanders Geesten. J.H. Sonstral, Geschiedenis van het Hussitismus. Mr. J. Soutendam, Mededeelingen uit het Archief der stad Delft. Prof. G.C.B. Suringar, Stichting der school voor Klinisch Onderwijs te Leiden. C.P. Tiele, Gedichten. Prof. H.W. Tydeman, Hollandsch Magazijn, 3 Dln.; Algemeen Magazijn van Wetenschap, Konst en Smaak, 5 Dln.; Nieuw algemeen Magazijn, 5 Dln.; Letterkundig Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak, 15 Dln.; De Rhapsodist, 6 Dln.; De Nederlandsche Spectator, 12 Dln.; De Nederlandsche Lettercourant, 10 Dln.; De Onderzoeker, 4 Dln.; De Philosoof, 4 Dln.; De Borger, 2 Dln.; Hedendaagsche Vaderlandsche Bibliotheek, 3 Dln.; Algemeene Bibliotheek, 3 Dln.; Konst- en Letterbode, van het begin (1788) af. Mr. J.W. Tydeman, Hoe zullen op Java Spoorwegen worden aangelegd? Dr. E. Verwijs, Sinter Klaas. Prof. M. de Vries, Taalkundige Adviezen betreffende zekere testamentaire quaestie; Verslag der | |
[pagina 40]
| |
redactie van het Nederlandsch Woordenboek, te Brugge. Dr. L.A. te Winkel, De grondbeginselen der Nederlandsche Spelling; De Taalgids, IV. Behalve de hier opgenoemde hebben nog een aantal leden en niet-leden in den loop van dit jaar geschriften van kleineren omvang, welke of uit hunne eigene pen gevloeid waren of door hen konden gemist worden, aan onze Boekerij afgestaan. Ik zal de namen der gevers in alphabetische orde opnoemen, met vermelding van het aantal geschriften. W.P. d'Auzon de Boisminart 1; R. Bell 1; Mr. F.W.C.P. van Bylandt 1; Mr. J.T. Bodel Nijenhuis 15; Dr. Nolet de Brauwere van Steelant 1; Jhr. Cornets de Groot 1; Dr. S. Sr. Coronel 1; Mr. J. Dirks 2; S. van Dissel 1; W. Eekhoff 1; Prof. R.T.H.P.L.A. van Boneval Faure 1; Prof. R. Fruin 6; J. ter Gouw 2; Mr. W.J.C. van Hasselt 3; H. Handel 1; Prof. J. van der Hoeven 19; Dr. W.J.A. Huberts 1; H.Q. Janssen 1; Mr. A.G. Kleyn 1; Mr. D.A. Koenen 1; G. Kuyper 1; Ds. A.L. Lesturgeon 2; J. Munnich 1; P. Nyhoff 1; Prof. J.J. van Oosterzee 1; Ds. I. Prins 1; Prof. L.W.E. Rauwenhoff 1; Mr. J.J.A. Schill 1; A.D. Schinkel 1; Dr. G.D.J. Schotel 4; Prof. C.P. Serrure 2; Mr. A.F. Sifflé 3; Mr. J. Soutendam 2; Mr. J.A. Spengler 1; Prof. G.C.B. Suringar 2; Ds. J.J. van Toorenenbergen 1; Prof. H.W. Tydeman 28; Prof. J. van Vloten 5; B.W. Wttewaall 1; Ds. J. Decker Zimmerman 1. | |
[pagina 41]
| |
Van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken kregen wij een exemplaar van L.J.F. Janssen, Terra Cotta's uit het Museum van Oudheden; H. Schlegel, Museum d'Histoire naturelle des Pays-Bas, Livr. 1, 2; C.F.P. de Martius, Dictionnaire Galibi; R.A. van Zuylen, Inventaris der Archieven van de Stad 's Hertogenbosch, 1e Deel; Mémoires de Francisco de Enzinas, Tom. 1, partie 2; het laatst uitgekomen stuk van het vervolg op van Loon's Penningwerk. Van H.H. Curatoren der Leydsche Hoogeschool: Annales Academici 1858-59, 1859-60. Van H.H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden: Het Jaarlijksch Verslag van den toestand der gemeente Leyden over 1862; W.I.C. Rammelman Elsevier, Inventaris van het Archief der gemeente Leyden, 1e Deel. Ook van de buiten- en binnenlandsche Genootschappen, wier werken wij inruilen tegen hetgeen door onze Maatschappij wordt uitgegeven, ontvingen wij weder belangrijke bijdragen. Zoo kregen wij uit Duitschland: van het Histor. Verein für Mittel-Franken het Jahresbericht 1862; van het Histor. Verein von Schwaben und Neuburg het 27e en 28e Jahresbericht; van het Archiv für Geschichte und Alterthumsk. von Ober-Franken, VIII, No. 3; van het Histor. Verein für Steiermark, 11es Heft; van het Histor. Verein für Hamburgische Geschichte, II, No. 1; van het Histor. Verein für Niedersachsen het 25 Nachr. en Zeitschr. | |
[pagina 42]
| |
1861; van het Ferdinandeum für Tirol und Vorarlberg, Bericht über 1860, 61, en Zeitschrift, 10es Heft; van het Verein für Siebenbürgische Landeskunde, V, 2, 3, en Programmata van de Gymnasiën te Mühlbach, Mediasch en Hermannstadt; van het Germanische Museum, Anz. 10, 11, 12; van het Prager Gesellschaft der Wissenschaften, Sitzungsbericht 1862; van het Verein für Oberpfalz und Regensburg, Verhandlungen, N.F. XIII, en een paar vroegere, ons ontbrekende deelen; van het K.K. Geographische Gesellschaft te Weenen, V Jahrg.; van de K.K. Academie von Wissenschaften te Weenen, Sitz.-Berichte XXXIX, XL, 1, 2, 3; van het Verein für Nassauische Alterthüm. und Geschichtforschung, Annalen, I, 2, 3, II, III, IV, 1, 2, VII. 1; van het Correspondenzblatt des Gesammtvereins der Deutschen Geschichte und Alterthümer in Stuttgart, No. 11, 12; van het Verein für Geschichte und Alterthumsk. der Herzogthümer Bremen u. Verden, Archiv, I, 1862; van het Verein für Meklenbürgische Geschichte und Alterthumskunde, Jahrbücher 1826. Uit Belgie ontvingen wij van de Academie Royale Annuaire 1863, Bulletin 1862 en den Catalogus der Bibliothèque de M. le Baron de Stassart, léguée à l'Académie Royale de Belgique; van de Académie d'Archéologie de Belgique, Annales, XIX, 2, 3, 4; XX, 1; van de Société libre d'Emul. à Liège, Annales, 1857-63, van de Société Archéologique de Namur, Annales, VIII, 4. | |
[pagina 43]
| |
Uit Frankrijk zond ons het Comité Flamand de France: Bulletin 15, 16, 17, Annales, VI; de Société d'Histoire du Protestantisme Français, Bulletin 1862, 11, 12, 1863, 1, 2, 3; de Société des Antiquaires de la Morinie, Bulletin XI, 43, 44. Uit Zwitserland kregen wij van het Histor. Verein der fünf Orten, hun Geschichtsfreund, XVIII; van de Antiq. Gesellschaft in Zürich, Mittheilungen, XIV, 5. Uit Engeland ontvingen wij van The Literary and philosophical Society of Manchester hunne Memoirs, Vol. I, alsmede hunne Proceedings, Vol. II. Uit Rusland zond de Esthnische Gesellschaft zu Dorpat, Schriften, No. 2, 3. Uit Noord-Amerika gewerd ons van de Smithsonian Institution, Report 1860; Juvett, Constr. of Catal. of Libr.; Rhees, Manual of public libr. Van de vaderlandsche Genootschappen en vereenigingen heb ik de volgende geschenken te vermelden: de Koninklijke Akademie van Wetenschappen gaf de Verslagen en Mededeelingen der beide Afdeelingen, het Register van Hollandsche en Zeeuwsche Oorkonden, die in de Charterboeken van van Mieris en Kluit ontbreken, uitgegeven door Mr. L.P.C. van den Bergh, en het Verslag en Nader Verslag der Commissie tot het opsporen enz. van overblijfsels der vaderlandsche Kunst; het Noord-Brabantsch Genootschap zijne ons ontbrekende Handelingen van 1837-45, 1855, 1859 en die over 1862; het Friesch Genootschap zijn Verslag en zijn | |
[pagina 44]
| |
Tijdschrift; het Zeeuwsch Genootschap zijn Archief, V; het Historisch Utrechtsch Genootschap zijn Kronijk; de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst haar Album, No. 1-22 en haar Geschiedenis en Handelingen, No. 1; het Genootschap ter beoefening der Geschiedenis van 's Gravenhage zijne Werken; het Genootschap der Leeraren aan de Nederlandsche Gymnasiën de Bijdragen voor 1862. Aan het slot van mijn Verslag, zij het mij geoorloofd den dank der Maatschappij te betuigen aan allen, die iets tot vermeerdering der Bibliotheek hebben bijgedragen, en hare belangen, ook voor het vervolg, dringend aan te bevelen.
17 Junij 1863. W. Bisschop, Bibliothecaris a.i. |
|