Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1857
(1857)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 21]
| |
Verslag van den staat der Boek- en Zegelverzameling in 1856-1857.Het afgeloopen maatschappelijke jaar is voor de Bibliotheek der Maatschappij in meer dan één opzicht belangrijk te noemen. Haar inhoud namelijk was ten gevolge van de aanzienlijke aanwinsten, in de vier laatste jaren verkregen, zoo aanmerkelijk vermeerderd, dat het Bestuur, op voordracht van den Raad der Bibliotheek, in den zomer van het vorige jaar besloot voor dit maal de uitgave van een bijvoegsel tot den catalogus een jaar te vervroegen en het te voren bepaalde tijdsverloop van vijf jaren niet af te wachten. Terstond na dit besluit heeft de ondergeteekende zich onledig gehouden met het maken der noodige toebereidselen tot de voorgenomene uitgave, waarin hij op de hulpvaardigste en welwillendste wijze door de Raden der Bibliotheek, Mr. J.T. Bodel Nijenhuis en Dr. J.T. Bergman, is bijgestaan. Aan deze Heeren komt de eer van de verdeeling en rangschikking der stof geheel toe; terwijl de opsporing van den schrijver en het jaar der uitgave van menig belangrijk en zeldzaam werk aan de uitgebreide bibliographische kennis en den rusteloozen ijver des eerstgenoemden verschuldigd is. Ook heeft het beiden Heeren niet verdroten | |
[pagina 22]
| |
menig uur aan de even moeijelijke als onaangename correctie der drukproeven te besteden. De Geëerde Vergadering zal het mij derhalve wel ten goede houden, indien ik hun hier opentlijk mijnen oprechten dank betuig voor die belangrijke diensten, waardoor niet alleen mijne taak aanmerkelijk verlicht is, maar ook het werk zelf grootelijks in naauwkeurigheid gewonnen heeft. Aanzienlijk waren de aanwinsten, die de Bibliotheek in het afgeloopen jaar ontving, waarvan, zoo veel doenlijk was, nog in het nieuwe Bijvoegsel is opgenomen. Om bij de opsomming de eenmaal aangenomen volgorde te bewaren, zal ik beginnen met het belangrijkste, dat door de Maatschappij is aangekocht, zonder echter melding te maken van de vervolgen op de tijdschriften en andere werken, waarop door de Maatschappij is ingeteekend en die geregeld ontvangen zijn. In de eerste plaats noem ik de belangrijkste geschriften van historischen inhoud: F. Haraei Annales ducum seu principum Brabantiae totiusque Belgii, tomi tres; W. Robertson, Histoire de Charles Quint, 4 volms.; Louis Bonaparte, Documents historiques et réflexions sur le gouvernement de la Hollande, 3 volms; d'Herbigny, Des destinées futures de l'Europe; Ph. Cluverii Commentarius de tribus Rheni alveis et ostiis; N.G. van Kampen, Vaderl. karakterkunde, 2 dln.; Juste, Histoire de la révolution des Pays-bas; D. van Bleyswyck, Beschrijving der stad Delft; De gulden legende van de Stadthouders in Hollandt en West-Vrieslandt; Het egt en waar karakter van den Raadpensionaris J. de Witt, getrokken uit de brieven | |
[pagina 23]
| |
van d'Estrades; De zugt van den Raadpensionaris J. de Witt tot zijn vaderland en deszelfs vrijheid; R.L. Bouwens, lid van de gewezene commissie van vier-en-twintig, tot onderzoek naar het politiek en finantiëel gedrag der leden en ministers van het voorige bewind, aan zyne committenten. Op taal- of letterkundig gebied is gekocht: Mr. J. van Lennep, Zeemans Woordenboek; M. Rapp, Vergleichende Grammatik; A. Schleicher, Die Sprachen Europa's; Wocher, Algemeine Phonologie; de Bijbel in het Boheemsch en het Nieuwe Testament in het Deensch en Serbisch; Spurrell, Dictionary of the Welsh Language; Spurrell, English Welsh pronouncing dictionary; E.A. Schmid, Handwörterbuch der Spanischen Sprache; H. Kellgren, Die Grundzüge der Finnischen Sprache; A. Seiler, Grammatik der Sorben-Wendischen Sprache; von der Gabelentz, Grundzüge der Syrjänischen Grammatik; Castrèn, Versuch einer Ostjakischen Sprachlehre; A. und D. Kyriak Cankof, Grammatik der Bulgarischen Sprache; Kleinschmidt, Grammatik der Grönländischen Sprache; A. Bernolak, Schlowakische Grammatik; Tappe, Russische Sprachlehre; A.J. Murke, Slowenische Sprachlehre; J.A. Berli, Grammatik der Illirischen Sprache; W. Gesenius, Versuch über die Maltesische Sprache; J. Ritter von Xylander, Die Sprache der Albanesen und Schkipetaren; M.G. Bojadschi, Romanische oder Macedonowlachische Sprachlehre; F. Trnka, Lehrbuch der Slawischen Sprache; Boller, Die Finnischen Sprachen; id. Die Conjugation der Finnischen Sprachen; U.W. Dieterich, Svensk Sprklära; voorts een zeldzaam oud Hoog- | |
[pagina 24]
| |
duitsch boek van d.j. 1545, bevattende J. von Schwartzenberg, Ciceros Gebürlicher werk; A. von Halberstat, Ovids Metamorphosen, J. Pauli, Schimpf und Ernst. Voorts is de Maatschappij nog aanzienlijke bestellingen van werken van oudheid- en taalkundigen inhoud wachtende. Ten gevolge van de uitbreiding der betrekkingen met andere maatschappijen, reeds in het vorige jaar aangeknoopt, heeft de Bibliotheek op nieuw menigvuldige geschenken van buitenlandsche genootschappen ontvangen. Zoo ontving zij uit Belgie Annales de l'Académie d'Archéologie de Belgique, Tome XIII, livr. 3 et 4 et XIV, livr. 1re; Publications de la Sociéte du Luxembourg, tome XI; Annales de la Société Archéologique de Namur, Tome IV, livr. 1-4, alsmede het Rapport sur la situation de la Société. Uit Frankrijk het Bulletin des Antiquaires de la Morinie, vol. I et II, 1-4; Bulletin de la Société Archéologique de l'Orléanais No. 24; Bulletin de la Société de l'histoire des Protestants Français, 1re ann. 9 livrs, 5m ann. livr. 1-8; Journal de la morale Chrétienne, Tome V, 3, 5, 6 en VII, 1 et 2. Uit Duitschland ontvingen wij van de Kaiserliche Akademie der Wissenschaften hare Sitzungsberichte, Band XVII, 3; XVIII, 1 und 2, XIX, 1 und 2, XX, 1 und 2, voorts Mittheilungen der Geschichts- und Alterthumsforschenden Gesellschaft des Osterlandes, B. IV, H. 3; van het Verein für Hamburgische Geschichte J. Geffken, Die Hamburgisch-Niedersächsischen Gesangbücher; van het Historische Verein von und für Oberbayern Heft 1 en 2 van het 16de deel van zijn Archiv, alsmede zijn 18de Jahresbe- | |
[pagina 25]
| |
richt; van het Histor. Verein von Oberpfalz und Regensburg, Band IX der neuen Folge; van het Historische Verein in Mittelfranken het Vierundzwanzigste Jahresbericht; van het Hist. Verein für Niedersachsen zijn Archiv, Jahrg. 1845-49, het Zeitschrift, Jahrg. 1850-54, Urkundenbuch, 3 Hefte, 14 Nachrichte, het Programm und Statut des Vereins, en het Alphab. Verz. der Bibliothek; van het Histor. Verein im Regierungsbezirke von Schwaben und Neuburg, het Einundzwanzigste und zweiundzwanzigste combinirte Jahresbericht für die Jahre 1855 und 1856; van het Bestuur des Germanischen Nationalmuseums zu Nürnberg het Systematische Uebersicht der Kunst- und Altherthumssammlung, de Denkschriften des Germanischen Nationalmuseums, B. I, Abth. I und II, en 25 exemplaren van het Dritter Jahresbericht des Germ. Nationalmuseums, von Anfang September 1855 bis 1 October 1856; van het Historische Verein von Unterfranken und Aschaffenburg Band XIV, Heft 1 van het Archiv; van de Kais. Konigl. Mährisch-Schlesischen Gesellschaft zür Beförderung des Ackerbaues, der Natur- und Landeskunde in Brünn hare Mittheilungen, Jahrg. 1856; het Sechszehnter Bericht über das Museum Francisco-Carolinum, Nebst der eilften Lieferung der Beiträge zur Landeskunde von Oesterreich ob der Ems; het Neunundzwanzigste, dreiszigste und einunddreiszigste Jahresbericht des Voigtländischen Alterthumsforschenden Vereins, 1852, 53 und 55; het 11de en 12de Nummer der Mittheilungen des Histor. Vereins für Krain. De buitenlandsche letterkundigen, deels leden der | |
[pagina 26]
| |
Maatschappij, die door het schenken van boekwerken hunne belangstelling lieten blijken, zijn: de Heer R. Chalon, van wien wij vijf numismatische verhandelingen ontvingen, de Heer A. Clavareau, die ons twee dichterlijke vertalingen toezond, getiteld: Le Paradis et la Péri, conte oriental, traduit de Thomas Moore, en Herman, traduit de van Dam van Isselt; van den Heer de Weyer de Streel, La Cinéide ou la vache reconquise, en Poésies Wallonnes, No. 1 et 2; de Heer K. Klein, Ueber Gutenberg und das im ersten Druckhaus desselben ausgefundene Fragment einer Presse; de Heer J.H. Bormans, Lettre à Mr. Grandgagnage sur les éléments thiois de la langue Wallonne; de Heer F.A. Snellaert zijne Recensie van Mr. Pr. van Duyse's uitgave van Willem's Nalatenschap met aanteekeningen; de Heer J.F.J. Heremans, Gedichten van Ledeganck; F.J. Goethals, Dictionnaire généalogique et héraldique des familles nobles du royaume de Belgique, 4 volms gr. in 4o. en Miroir des notabilités nobiliaires de la Belgique, des Pays-bas et du Nord de la France, Tome I, livr. 1-5; van den Heer E. de Coussemaker, zijne Chants Populaires des Flamands de France, avec les mélodies originales, une traduction française et des notes, 3 volms; de baron de Saint-Genois het door hem en den Heer G.A. Yssel de Schepper uitgegeven werk, getiteld: Missions diplomatiques de Corn. Duplicius de Schepper, dit Schepperus, Ambassadeur de Christiern II, de Charles V, de Ferdinand I, et de Marie, reine de Hongrie, gouvernante des Pays-bas. Ook de vaderlandsche zustergenootschappen en an- | |
[pagina 27]
| |
dere collegiën hebben ons de gewone geschenken doen geworden. De Koninklijke Akademie van Wetenschappen zond de drie eerste stukken van het vijfde en het eerste stuk van het zesde deel der Verslagen en Mededeelingen van hare Natuurkundige Afdeeling en de vier eerste stukken van het IIde deel der Verslagen en Mededeelingen van hare Letterkundige Afdeeling; het Departement van Marine, den Catalogus van hare Boekerij; het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, het tweede deel van zijn Archief, de Naamlijst harer leden en het Programma harer algemeene vergadering, gebouden den 1 April dezes jaars; het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, het Verslag harer algemeene vergadering; het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen drie deelen van zijn Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde; het Hist. Genootschap te Utrecht het tweede stuk van het Vde deel zijner Berigten, de 2de afdeel. van het IIIde deel van den Codex Diplom., het Register op zijne Kronyk en de Naamlijst zijner boeken; de Overijsselsche Vereeniging tot ontwikkeling van Provinciale welvaart, den Catalogus harer Boekerij; de Regering der stad Amsterdam het Eerste gedeelte van den Catalogus der stedelijke Bibliotheek; de Commissie van internationale ruiling van voorwerpen van wetenschap en kunst hare rapporten over 1855 en 1856; de Redactie van het Algemeen Nederlandsch Woordenboek, het Verslag harer werkzaamheden van Augustus 1854 tot 1 Julij 1856; de Curatoren der Leidsche Hoogeschool de Annales Academici; de Heeren Burgemeester en Wethouders der stad | |
[pagina 28]
| |
Leyden, hun Verslag aan den Gemeente-Raad; de Redactie van het tijdschrift de Rederijker een exemplaar van haar tijdschrift; de Heer Rector van het Stedelijk Gymnasium te Leyden het Zeventiende en Achttiende verslag aangaande den staat van het Gymnasium. Ook hebben eenige inlandsche letterkundigen, wien de eer van het lidmaatschap der Maatschappij nog niet is te beurt gevallen, door het schenken van werken, door hen uitgegeven, hunne belangstelling in onze Maatschappij doen blijken. De Heer J.B. Rietstap schonk aan onze boekerij een fraai gebonden exemplaar van zijn Handboek der Wapenkunde; de Heeren G.W. van der Voo en A.J. Nieuwenhuis hunne Vertaling van het nieuwe Christendom door Saint-Simon; de Heer J.J. Belinfante zijne Levensbeschrijving van Laurens Jzn Coster, uitvinder der boekdrukkunst; Dr. E. Verwijs zijn Academisch proefschrift, Jacob van Maerlants Wapene-Martijn en zijn gedicht in oudhollandschen stijl: Van Gambrinuse den coninc van Brabant ende hoe hi te Leiden quam; Mr. P. Wierdsma Schik zijn Academisch proefschrift: De Staten van Friesland vóór 1795; Mr. N.J. van Ysselsteyn zijne beide Academische proefschriften: Over den invloed van de kerkelijke wetgeving der middeleeuwen op den regtstoestand van Nederland, en De Fransche Protestanten en de Nederlandsche Republiek in 1625; C.T. van Assendelft de Coningh, mijn verblijf in Japan; Dr. C.A. Engelbregt δευτεραι Φροντιδες over de spelling van Grieksche en Latijnsche eigennamen; een onbekende zond ons een vertoog, getiteld: Bezwaren tegen den hoofdelijken omslag te Leiden. | |
[pagina 29]
| |
Talrijk en deels zeer aanzienlijk zijn de geschenken, met welke sommige onzer medeleden den boekenschat der Maatschappij hebben verrijkt. De tijd en het geduld der geëerde vergadering zouden ongetwijfeld te kort schieten, indien ik de titels van al die geschriften ging vermelden. Zij zal ongetwijfeld zich zelve de verveling van het aanhooren en mij de moeite van het oplezen willen besparen, doch mij vergunnen eenige weinige uitzonderingen te maken. Onze geachte voorzitter Prof. J. de Wal schonk aan de Bibliotheek niet minder dan 581 werken van geschied-, taal- of letterkundigen aard, onder welke een groot aantal hoogst zeldzame Academische verhandelingen en redevoeringen alsmede E. Martene en U. Durand Veterum scriptorum et monumentorum historicorum, dogmaticorum, moralium amplissima collectio, 7 deelen in folio; de ijverige Secretaris der Maatschappij, Mr. J.T. Bodel Nijenhuis schonk haar 54 boekwerken, van welke ik alleen vermelden zal den laatsten jaargang van het tijdschrift de Vereeniging, Christelijke stemmen en de Feller Dictionnaire historique, avec supplément, 10 volms; Mr. J.G. La Lau ten vervolge de Leydsche Courant van 1856; Ds. Chantepie de la Saussaye het tijdschrift Ernst en Vrede; Dr. H.R. de Breuk de verschenen afleveringen van het tijdschrift de Rederijker; Dr. Wap die van zijn tijdschrift Astrea; Dr. L.J.F. Janssen een handschrift, getiteld: B.H. Sijnkruyer, Het beknopt Caracter Boeckie of Onderwijs om met Merckteekenen te leeren schrijven, Amsterdam 1727, bevattende eene methode van snelschrift; Prof. M. de Vries de twee verschenen jaargan- | |
[pagina 30]
| |
gen van het tijdschrift de Dietsche Warande en zijne Proeve van Middelnederlandsche taalzuivering; Mr. L. Ph. C. van den Bergh in HS. Berigt van een middelnederlandsch Handschrift van het British Museum te Londen, Seren Gomer, een Wallisch godsdienstig tijdschrift en de Bloodsukers, een blijspel in het Maastrichtsche dialect; J. Honig, zijne 13 Zaanlandsche Jaarboekjes; Dr. L.A. te Winkel zijn tijdschrift het Nieuw Nederlandsch Taalmagazijn. Voorts hebben een aantal leden een exemplaar gezonden van geschriften, door hen in den loop des jaars of vroeger uitgegeven, te weten de Heeren: J.A. Alberdingk Thijm (2), Prof. C.J. van Assen (2), D.J. den Beer Portugael (1), Dr. W.G. Brill (3), Mr. G. Diephuis (1), Mr. J. Dirks (2), W. Eekhoff (5), F.A. Ebbinghe Wubben (1), W.A. Elberts (2), A. Elink Sterk Jr. (14), Mr. H.O. Feith (2), Mr. J.J.L. Gregory (1), K.J.R. van Harderwijk (2), Bar. van Heeckeren (1), Prof. J. van der Hoeven (1), J.G. Holtrop (1), Dr. L.J.F. Janssen (1), H.Q. Janssen (4), Ds. F.H.G. van Iterson (1), Prof. N.C. Kist (1), G. Kuyper Hz. (1), Mr. H.J. Koenen (1), P.A. Leupe (16), Mr. S.P. Lipman (1), Dr. G.A. van Limburg Brouwer (5), Mr. G.A. de Meester (1), Prof. H.C. Millies (3), Prof. W. Moll (1), Fr. Muller (2), J.J. Nieuwenhuizen (2), I.A. Nijhoff (1), F.J. Domela Nieuwenhuis (2), H.M.C. van Oosterzee (1), Prof. A. Rutgers (1), Dr. P. de Raadt (1), Dr. R.C.H. Römer (2), Dr. G.D.J. Schotel (8), A.D. Schinkel (1), Jhr. Mr. H. Baert van Sminia (1), L.J.A.W. Baron | |
[pagina 31]
| |
Sloet (1), Dr. W.H.D. Suringar (1), J. Tideman (2), Prof. J. van Vloten (2), Prof. G.W. Vreede (1), Prof. W. Vrolik (2), Dr. L.A. te Winkel (5), C.G. Withuis (1). Ook hebben wederom verscheidene leden de bibliotheek door het schenken van werken van andere schrijvers verrijkt. Behalve van de reeds boven genoemde edelmoedige gevers ontvingen wij van de Heeren Prof. C.J. van Assen (1), Dr. J.T. Bergman (8), Mr. L. Ph. C. van den Bergh (2), C.G. Boonzajer (1), Prof. J. van der Hoeven (1), Dr. L.J.F. Janssen (3), Prof. N.C. Kist (1), J. Honig (13), Prof. H.C. Millies (3), H.M.C. van Oosterzee (4), L.J.A.W. Baron Sloet (6), Dr. W.H.D. Suringar (2), J.A. Susanna (3), Prof. H.W. Tydeman (3), J.A. Th. Tydeman (1) boekgeschenken. Alzoo is dan door geschenken en aankoop de boekerij dit jaar met ruim 850 nummers vermeerderd, zijnde zulks ruim 250 meer dan in het vorige. Aangenaam is het voor den bibliothecaris te kunnen melden, dat de boekverzameling der Maatschappij niet slechts vermeerderd is, maar dat zij ook hoogst waarschijnlijk goede vruchten zal hebben gedragen, althans indien men daartoe mag besluiten uit de talrijke uitgeleende boekwerken en de menigvuldige bezoeken, zoo van leden als anderen, vooral van toekomstige rechtsgeleerden en letterkundigen, die uit hare schatten zijn komen putten. Aangaande de zegelverzameling heb ik weinig belangrijks mede te deelen. Alleen kan ik melden, dat | |
[pagina 32]
| |
de Heer S. van der Paauw, een vlijtig verzamelaar van alles wat op de geschiedenis van de stad onzer inwoning betrekking heeft, eenige betere afgietsels van sommige in onze verzameling reeds voorhanden zijnde zegels ter ruiling heeft gegeven. Mij blijft nog overig, dat ik mij de eer geef de tolk van de erkentelijkheid der Maatschappij te zijn en allen geeerden schenkers en begunstigers opentlijk den verschuldigden dank toebreng en de beide verzamelingen in hunne voortdurende welwillendheid aanbeveel.
Leiden, Mei 1857. L.A. te Winkel, Bibliothecaris. |
|