Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1856
(1856)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– AuteursrechtvrijVerslag van den staat der Boek- en Zegelverzameling in 1855-1856.De ondergeteekende mag ook dit maal zijn jaarlijksch Verslag wederom beginnen met de verzekering, dat de boekverzameling der Maatschappij in het afgeloopen maatschappelijk jaar de belangstelling van velen heeft mogen ondervinden; dat zij, zoo door aankoopen als door geschenken, op nieuw aanmerkelijk vermeerderd is, en dat hare schatten niet ongebruikt gebleven zijn. Volgens de eenmaal aangenomen orde zal ik de eer hebben U in de eerste plaats de titels van de voornaamste aangekochte boekwerken mede te deelen. Onder deze verdienen vermelding de gezamentlijke werken van | |
[pagina 24]
| |
E. Wolff, geb. Bekker, en A. Deken, te zamen 52 deelen in nette banden; de Poëtische Mengelstoffen van het dichtlievend genootschap: Kunstliefde spaart geen vlijt, 12 banden; Proeve van Poëzij door het genootschap: Vlijt volmaakt; Dichtoeffeningen van het kunstlievend genootschap: Studium scientiarum genitrix, 5 dln.; J. van Leyden, Kronijk van Egmond; Schrassert, Codex Gelro-Zutphaniensis; Goudhoeven, d'Oude Chronijcke van Hollant; Van Oosten de Bruyn, de stad Haarlem en hare geschiedenissen; J. Marcus, Sententien en indagingen van Alva, uitgesproken in den bloedraad; H. Bosscha, Geschiedenis der Nederlandsche Staatsomwenteling in 1813, 2 dln.; G. Leti, Leven van Philips II; Astorga, Leven van Alvarez de Toledo; W. Lothian, History of the United Provinces; G.P.R. James, Letters illustrative of the reign of William III, 3 vlms.; P. Gemblet, Letters of William III and Lewis XIV, 2 vlms.; A. Trevor, The life and times of William III, 3 vlms.; Alkemade en van der Schelling, Nederlandsche Displegtigheden, 3 dln.; Villmar, Die Enstehung und Bedeutung der deutschen Familiennamen; Goldmann, Der Lobgesang auf den H. Anno; Lex Salica, edid. E.A.J. Laspeyres; A. Schrader, Germanische Mythologie; A.L.J. Michelsen, Nordfriesland im Mittelalter; het Nieuwe Testament in het Neger-Engelsch, Bretonsch en Servisch; J. Smith, Gallische Alterthümer; O'Donovan, An Irish Grammar; C.K. Barth, Die Druiden und Kelten; S.J. Honnorat, Dictionnaire Provençal-Français, 4 vlms.; C.A.E. Seymour, English and German Glossary; Marriott, Collection of English miracle-plays. Voorts is | |
[pagina 25]
| |
door de Maatschappij ingeteekend op C.P. Serrure's Vaderlandsch Museum, op het Correspondenzblatt der Geschichts- und Alterthums-Vereine, en op J.G.L. Kosegartens Wörterbuch der Niederdeutschen Sprache; en zijn de vervolgdeelen van werken, waarop vroeger ingeteekend was, ontvangen. Ten gevolge van nieuwe betrekkingen, door het Bestuur aangeknoopt, waren de geschenken, die de Maatschappij van buitenlandsche genootschappen mocht ontvangen talrijker dan in vorige jaren. Zoo ontving zij uit Belgie van de Académie royale de Belgique tome XX, XXI en XXII, 1re en 2me partie, hare Bulletins, de Annuaires voor 1854 en 55, en de Bibliographie académique; van de Académie d'Archéologie de Belgique het XIIde deel harer Annales; van de Société scientifique et littéraire du Limbourg de 2de en 3de fascicule van T. II en de 1ste van T. III van hare Bulletins; van het Institut Archéologique Liégois tome I en II van hare Bulletins, en Nécrologue Liégeois, 1852-55. Uit Duitschland ontvingen wij van de Kaiserl. Academie der Wissenschaften te Weenen deel XV, XVI, en Heft I en II van deel XVII der Sitzungsberichte; van het Historische Verein für Steiermark, Mittheilungen Heft V en VI; het Jahresbericht über den Zustand des Vereines in 1855, en eene verhandeling van Prof. Knabl en van den Archivaris Pratobevera; van het Historische Verein für Krain, 8 zijner jaarlijksche Mittheilungen, en Schriften des histor. Vereins für Inner-Oesterreich 1s Heft; van het Genootschap für Ober-Oesterreich zu Linz, Beyträge zur Landeskunde für Oesterreich ob der Enns und Salz- | |
[pagina 26]
| |
burg, 10 stukken; van de histor. Gesellschaft für Nassau, een deel zijner geschriften; van het Historische Verein te Osnabrück Mittheilungen B. IV, en eene verhandeling van de heeren Oldenburg en Greverus; van het Historische Verein für Niedersachsen te Hannover Jahrgang 1851 van zijn Zeitschrift; van het Verein zur Erforschung der Rheinischen Geschichte und Alterthümer zes Afleveringen Abbildungen en het Bericht über die Wirksamkeit des Vereines; van de Geschichts- und Alterthums-Vereine zu Cassel, Frankfurt a.M., Mainz und Wiesbaden hunne Periodische Blätter, No. 1-6; van het Historische Verein für Unterfranken und Aschaffenburg B. XIII Heft III van het Archiv; van het Historische Verein von Oberpfalz und Regensburg B. XVI der Verhandlungen; van het Historische Verein von Schwaben und Neuburg het 20ste Jahresbericht en Dr. F.J. von Allioli's beschrijving en afbeelding van die bronze Thüre des Doms zu Augsburg; van het Voigtländische Verein de Jahresberichte van 1838-52; van de Gesellschaft für Vaterländische Alterthümer te Basel Mittheilungen Heft I-VI en Dr. Wackernagels biographie van Walther von Klingen; van het Bestuur van het Germanische Museum te Neurenberg de Catalogussen zijner bibliotheek en handschriften-verzameling, en ettelijke nummers van den Anzeiger für Kunde der deutschen Vorzeit; van de Gesellschaft für nützliche Forschungen te Trier de Jahresberichte über 1853 und 1855; van de Königl. Mährisch-Schlesische Gesellschaft zur Beförderung des Ackerbaues in Brünn hare Mittheilungen over 1852-55; van de Société d'histoire de la Suisse Romande, | |
[pagina 27]
| |
drie Coups d'oeil sur ses publications en eene gedrukte Lijst harer Mémoires. Het Swenska Fornskrift Slskap te Stockholm zond ons de zes eerste deelen en twee Hftar van het VIIde deel zijner werken, te zamen 21 stukken; het Kongelige Nordiske Oldskrift Selskab te Kopenhagen zijn Antiquarisk Tidskrift 1849-51, de sage van den H. Jatvarder, de Mémoires de la société des antiquaires du Nord 1840-44, en eene verhandeling over de ontdekking van Amerika door de Noormannen, in het Nederlandsch, Fransch, Hoogduitsch en Engelsch.De buitenlandsche letterkundigen, deels leden der Maatschappij, die door het schenken van boekwerken, meest door hen zelven uitgegeven, hunne belangstelling lieten blijken, zijn: de Heer R. Chalon, van wien wij zeven numismatische verhandelingen ontvingen; de Heer U. Capitaine, die een veertiental verhandelingen, levensberichten of mededeelingen zond; de Heer F.A. Snellaert vereerde ons zijn Verslag van den jury, gelast met het toekennen van den vyfjaerlykschen eereprys voor de Vlaemsche Letterkunde; de Heer E. Quinet zijn geschrift, Fondation de la république des Provinces-Unies; de Heer Sleeckx zijne Ontmoetingen; de Heer F. Driesen eene verhandeling over La fontaine de Pline à Tongres, en Note sur deux figurines antiques; Dr. L.J. Koenigswarter drie oudheidkundige geschriften; Dr. G. Rathgeber eene verhandeling über hundert und zwanzig mystische Spiegel; Dr. L. Tross een bericht van J.G.L.R. Berthold, betreffende Jacob von Maerlant und ein Manuscript der öffentlichen Bibliothek zu Detmold; Dr. H. | |
[pagina 28]
| |
Hoffmann von Fallersleben een prachtexemplaar van het aan de Maatschappij opgedragen XIde deel der Horae Belgicae; alsmede Vreugd, moed, troost, Liedjens voor den loopenden tyd, opgedragen aan de bevolking van Vlaenderen, 12 afleveringen; Dr. E. Th. Gaupp zijne uitgave van de Lex Francorum Chamavorum; Dr. E. von Groote de door hem uitgegevene Reimchronik der Stadt Neuss en de Lieder Muskatbluts; Dr. C.L. Grotefend drie vruchten van zijne pen; Dr. O. Klopp, Geschichte Ostfrieslands von 1570-1751, (of 2e deel); Dr. C.F. Wurm zijne Studien in den Archiven van Braunschweig, Bremen, Haag und Wolfenbüttel. Urkundliche Mittheilungen über Foppius von Aitzema en Der Europäische Hintergrund der Smitger-Jastramschen Wirrungen in Hamburg; Chr. T. Beke, A true description of voyages undertaken by Gerrit de Veer; Dr. Klein Annalen des Vereines für Nassauische Alterthumskunde und Geschichtsforschungen, B. IV. H. 3; Dr. A. Rein zijne verhandeling over het Haus Bürgel; H. Freiherr von Aufsess zijne Geschichte des Hauses Aufsess; Dr. R. Lepsius Standard Alphabet for reducing unwritten languages; de Heer K. Wilhelmi zijn werk over Island, Hvitramannaland, Grönland und Vinland, oder der Norrmänner Leben auf Island und Grönland; Dr. W.G. Wilda zijne verhandeling Von den unechten Kindern. Ein Beitrag zur deutschen Rechtsgeschichte.
Ook het meerendeel onzer vaderlandsche zustergenootschappen hebben ons de gewone geschenken doen geworden. Het Provinciaal Utrechts genootschap van | |
[pagina 29]
| |
Kunsten en Wetenschappen schonk ons de Verslagen van het verhandelde in de Algemeene en in Sectie-vergaderingen van 1854 en 55, de Naamlijst der Leden van het Genootschap, de Beschrijving van het metereologisch observatorium te Utrecht, en de Uittreksels en Uitkomsten der metereologische waarnemingen, te zamen 14 stukken; het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant, zijne Handelingen over 1854; de Kon. Akademie der Wetenschappen het meerendeel der Verslagen en mededeelingen en verscheidene deelen van de Werken van het voormalig Koninklijk Instituut, alsmede de Verslagen, mededeelingen en het eerste stuk van den Catalogus der Koninkl. Akademie, te zamen 43 stukken; de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen haar Programma voor 1855; de Overijsselsche Commissie tot ontwikkeling van Provinciale welvaart, de verhandeling van Mr. B. Baron Sloet tot Oldhuis over het Zwolsche Diep; La Commission pour les Archives de l'Eglise Wallone den Catalogue de la Bibliothèque Wallone déposée à Leyde; Z.E. de Minister van Binnenlandsche Zaken de Publications de la Société pour la recherche et la conservation des monuments historiques dans le Grand-Duché de Luxembourg over 1855; de Heer Rector van het Stedelijk Gymnasium van Leiden het Programma des Gymnasium van 1854; HH. Burgemeester en Wethouders der Stad Leiden hun Jaarlijksch Verslag aan den Gemeenteraad, over 1855. Ook eenige letterkundigen in ons Vaderland, die nog niet in den kring der Maatschappij zijn opgeno- | |
[pagina 30]
| |
men, hebben haar vereerd door het schenken van boekwerken, door hen zelven uitgegeven, namelijk de Heeren Dr. J.H.C. Kern, die haar zijn Specimen Historicum exhibens scriptores Graecos de rebus Persicis Achaemenidarum monumentis collatos deed geworden; J. Chr. Gewin Eugenie Merlin en andere Novellen; M. Roest Joodsche taal in Nederland, en S. Gille Heringa den tweeden druk van zijn Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland. Talrijk waren wederom de boekwerken, die de Maatschappij van velen harer inlandsche leden mocht ontvangen. Afzonderlijke melding verdienen de geschenken van Mr. D. Tieboel Siegenbeek, die een dertigtal deels zeldzame werken uit de bibliotheek van zijnen vader, wijlen den Hoogleeraar M. Siegenbeek, en 19 grootere of kleinere ons nog ontbrekende geschriften zijns vaders, edelmoedig aan de Maatschappij vereerde; vervolgens een legaat van wijlen ons medelid Mr. W.H. van Voorst te Haarlem, bestaande in de Encyclopédie, ou Dictionnaire universel raisonné des connaissances humaines, édition d'Yverdun, 58 dln in 4o. De President der Maatschappij, Prof. J. de Wal schonk haar eene bijna volledige verzameling van de Processen Verbaal der zittingen van het Kon. Nederl. Instituut, verscheidene Verhandelingen van de Tweede en Derde Klasse des Instituuts, de Werken van J. Cats, zijnde de eerste folio uitgave, van 1658, benevens nog andere grootere en kleinere werken, te zamen 140 nommers; terwijl haar Secretaris, Mr. Bodel Nijenhuis hare bibliotheek met 137 nommers verrijkte. Een onbekend lid schonk haar | |
[pagina 31]
| |
L. ab Aitzema, Saken van Staat en Oorlogh in en omtrent de Vereenigde Nederlanden, beginnende met het jaer 1621 en eindigende met het jaer 1669, 6 dln in folio, alsmede de Staatkundige Geschriften van Mr. S. van Slingelandt; Ds. C. Sepp twee handschriften, het eene eene zoogenoemde Evangelienharmonie of Leven van Jesus Christus, het andere een Brief Aan het volk van Nederland, geteekend te OostEnde den 3 September 1781, en Placcaat tegen dit werkje van de Staaten van Holland en Westfriesland, van 19 Oct.; als mede een zeldzaam gedrukt boek, getiteld: Een goede leeringhe en̄ vertroestinghe der ghelatenre menschen, Ende vāder verclaringhe d' conscientie, en̄ is nye gheprent gheweest dan nu in den Jare m. ccccc en̄ ij Tot leyden in Hollant bi mi iāsoen van Woerden. Ende is ghecorrigeert en̄ emendeert in een cloester gheheten roemburg buten leyden; Mr. B. Baron Sloet zestien brieven van en aan wijlen Prof. J. de Rhoer, in HS.; Mr. J.G. La Lau schonk wederom een fraai gebonden exemplaar van al de Leydsche Couranten van het vorige jaar; Dr. H.R. de Breuk een nederd. HS. der 16e E., Instructie aan die van Haarlem door Commissarissen van mijnen genad. Heeren (Keizer Karel V), benevens het tijdschrift de Rederijker; Dr. Wap het tijdschrift Astrea; voorts hebben de Heeren Prof. H.W. Tijdeman (17), Prof. H.C. Milliës (5), Ds. H.M.C. van Oosterzee (3), Prof. de Vriese, oud-lid (2), Mr. L. Ph. C. van den Bergh (2), D. Chantepie de la Saussaye, Dr. L.J.F. Janssen, Mr. I.A. Nijhoff en Jhr. F.A. Ridder van Rappard ieder één boekwerk ten behoeve der bibliotheek afgestaan. | |
[pagina 32]
| |
Ook hebben een aantal leden een exemplaar gezonden van geschriften, in den loop van het jaar of reeds vroeger door hen in het licht gegeven, met wier afzonderlijke vermelding ik echter uw geduld niet op de proef mag stellen. Ik zal mij daarom vergenoegen met alleenlijk de namen der gevers in alphabetische orde op te noemen, met vermelding van het aantal hunner geschriften. Zij zijn de heeren: A.J. van der Aa (1), Prof. C.J. van Assen (2), D.J. den Beer Poortugael (1), Prof. A. Beeloo (1), Dr. N. Beets (1), Mr. L. Ph. C. van den Bergh (1), Mr. J.T. Bodel Nijenhuis (3), Mr. P. Bosscha (1), Dr. W.G. Brill (2), A. Clavareau (1), Mr. J. Dirks (5), Dr. J. Ab Utrecht Dresselhuis (3), W. Eekhoff (1), Mr. W.C.K. Evertsen de Jonge (1), Mr. U.A. Evertz (2), Ds. P.A. de Genestet (1), P.J. Harrebomee (1), J. Honig (2), Dr. A. de Jager (2), Ds. R. Bennink Janssonius (2), Prof. N.C. Kist (2), Ds. J.P. de Keyser (1), Mr. H.J. Koenen (3), Dr. C. Leemans (1), Mr. D.H. Levyssohn (1), Jhr. C.A. Rethaan Macaré (1), Mr. G.A. de Meester (1), J.F.G. Meijer (1), Prof. W. Moll (2), F. Muller (3), Mr. J.A.D. Nepveu (1), P.M. Netscher (1), J.J. Nieuwenhuyzen (2), P. Nijhoff (3), J.J.F. Noordziek (3), J. van Oosterwijk Bruyn (2), A.C. Oudemans (3), Prof. J.J. Prins (2), Jhr. F.A. Ridder van Rappard (1), Mr. S.J.E. Rau (1), Dr. P.P. Roorda van Eysinga (2), Jhr. Mr. J. Th. Nedermeijer van Rosenthal (2), Prof. J.H. Scholten (1), Dr. G.J.D. Schotel (4), Jhr. C.A. van Sypesteyn (2), Jhr. Mr. H. Baert van Sminia (2), Dr. G. Acker Stratingh (2), | |
[pagina 33]
| |
Mr. L.A.J.W. Baron Sloet (1), Dr. W.H.D. Suringar (1), W.L. de Sturler (1), Mr. A. Telting (1), J.A. Alberdingk Thijm (1), Mr. J.W. Tijdeman (1), Mr. L.J.A. Tollens (4), Prof. S. Vissering (1), Prof. J. van Vloten (6), Mr. W.H. van Voorst (sints overleden) (2), Prof. G.W. Vreede (2), Mr. J. de Vries (2), Prof. M. de Vries (1), Dr. J.J.F. Wap (1), Dr. L.A. te Winkel (8), W.J. van Zeggelen (1). Telt men het gekochte en geschonkene te zamen, dan is de bibliotheek vermeerderd met het aanzienlijke getal van 597 nommers, zijnde nagenoeg 130 meer dan in het vorige jaar, waaronder natuurlijk niet begrepen zijn de vervolgstukken van tijdschriften en andere werken, waarop door de Maatschappij is ingeteekend, of die zij ten geschenke ontvangt. Het Sphragistische kabinet geniet uit zijnen aard niet dezelfde belangstelling als de bibliotheek. Het is intusschen vermeerderd door een geschenk van Mr. J. Dirks te Leeuwarden, bestaande in nette afdrukken in lak, van zegels der steden Leeuwarden en Stavoren, der abten van het klooster te Dokkum en van Lambertus, Canonik van Wismar. Ook heeft het, door vriendelijke tusschenkomst van Dr. Wap te Utrecht, van den Heer J.P. van der Kellen ten geschenke ontvangen de oorspronkelijke teekening van de prijsmedaille der Maatschappij, geteekend in 1766 door B.C. van Calkar. Vergunt mij, Mijne Heeren, dat ik mij hier wederom belast met de volbrenging van den plicht, die op de Maatschappij rust, en den begunstigers harer beide verzamelingen in haren naam opentlijk den dank toe- | |
[pagina 34]
| |
breng, waar op zij zoo rechtmatige aanspraak hebben, terwijl ik die ook voor het vervolg in hunne welwillende belangstelling aanbeveel.
Leiden, April 1856. L.A. te Winkel, Bibliothecaris. |
|