Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1855
(1855)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
Verslag van den staat der Boek- en Zegelverzameling in 1854-1855.Het strekt mij tot genoegen bij den aanvang mijner jaarlijksche taak in deze Vergadering U de verzekering te kunnen geven, dat de Bibliotheek der Maatschappij zich in eenen gewenschten toestand bevindt, dat haar inhoud in het afgeloopen maatschappelijk jaar wederom aanzienlijk is vermeerderd, en dat ik begonnen ben ook in hare inrichting eene, zoo als ik vermeen, aanmerkelijke verbetering aan te brengen. Wat de verrijking van onzen boekenschat betreft, zij is wederom geschied door deels zeer aanzienlijke geschenken zoo van leden der Maatschappij en andere letterkundigen als van vaderlandsche en vreemde genootschappen en commissiën; ten andere door belangrijke aankoopen, waartoe eene verhooging van de jaarlijksche toelage den Bibliotheeksraad in staat heeft gesteld. Bij den aanvang toch van het nieuwe maatschappelijke jaar vond het Bestuur goed, in plaats van de gewone ƒ 150, dit maal ƒ 250 ten behoeve der Bibliotheek af te staan. Om de eenmaal aangenomene volgorde te behouden | |
[pagina 25]
| |
zal ik in de eerste plaats de eer hebben U de titels der voornaamste aangekochte boekwerken mede te deelen. Naar aanleiding van verschillende hier ter stede en elders gehoudene auctiën heeft de Raad der Bibliotheek gemeend hare aandacht bijzonder te moeten vestigen op land- en stedebeschrijvingen, ten einde onze ook in dit opzicht reeds aanzienlijke verzameling zoo veel mogelijk aan te vullen. Dien ten gevolge zijn aangekocht: J. Wagenaar, Amsterdam in zijne opkomst, aanwas, geschiedenissen, voorregten, koophandel, gebouwen enz., 13 deelen in 8o met platen, plans en kaarten; C. Commelin, Beschrijving der stad Amsterdam, 2 dln. in fol. met plans en platen; Ampzing, Beschrijving en lof der stad Haarlem, in 4o met platen; I. W(alvis), Beschryving der stad Gouda, in 4o met platen; J. Schrassert, Hardervicum antiquum, 2 dln. in 4o; G. de Cretser, Beschrijvinge van 's Gravenhage, in 4o; J. Smetius, Chronijk en Handvesten van de stad der Batavieren, 3 dln. in 8o; S. Hanewinkel, Geschieden aardrijkskundige beschrijving der stad en meijerij van 's Hertogenbosch; J.G. van Oldenbarneveldt genaamt Tullingh, Brieven over Texel en nabij gelegene eilanden; T. Speeleveldt, Brieven over het eiland Walcheren; C. Schotanus, Beschryvinge van de Heerlyckheydt van Frieslandt tusschen 't Flie en de Lauwers, in fol. met kaarten en plans. - Ook de geschiedenis des Vaderlands is onze aandacht niet ontgaan; voor dit vak zijn aangekocht: Recueil de pièces diplomatiques relatives aux affaires de la Hollande et de la Belgique en 1832, 3 vol. in 8o; Holland und Belgien. | |
[pagina 26]
| |
Eine Untersuchung über Belgiens Verhältnisse zu Holland mit Rücksicht auf die Trennungsfrage; Het koningrijk der Nederlanden van deszelfs stichting af tot op den oogenblik der afscheiding, uit het fransch van den Baron de Montemart Boisse; A.E. van Noothoorn, Nederland en de Nederlanders; Reygersbergh en Boxhorn, Chroniick van Zeeland, 2 dln. in 4o; L.P. van de Spiegel, Historie van de satisfactie van Goes; Dr. M.J. Noordewier, Nederduitsche regtsoudheden; Th. de Rouck, Den Nederlantschen Herauld, ofte Tractaet van wapenen en politycken adel, in fol. met platen; Oudheden van Kennemerland, Amstelland, Noord-Holland en West-Friesland, uit het latijn vertaald door H. v(an) R(ijn), 2 dln. in 8o. Van werken tot andere rubrieken behoorende vermeen ik te moeten vermelden: van 's Gravenweert, De Ilias van Homerus vrij gevolgd, 4 dln. in 8o; Wey, Historie des révolutions du langage en France; M. Harrison, The rise, progress, and present structure of the english language; Isidori Hispalensis de nativitate Domini epistolae versionem francicam edid. A. Holtzmann; Hoffmann von Fallersleben, Horae Belgicae, Part. IX, X et XI; van denzelfden schrijver: Die deutschen Gesellschaftslieder des 16ten und 17ten Jahrhunderts; Spenden zur deutschen Litteratur-Geschichte, 2 bände, en Politische Gedichte der deutschen Vorzeit; A. Castréns Vorlesungen über die Finnische Mythologie; A. Holtzmann, Die Kelten und Germanen; Diccionario de la lengua Castellana, per la real Academia, quarta edicion, 1803. - Ook is door de | |
[pagina 27]
| |
Maatschappij gekocht een HS. getiteld: Acta ader Lehengedinge und process tusschen Albrecht van Voirsts, Anlegger, und Philips van Varick, beclaighter, anderdeils, zu Keppel under der linden uisgefuert. Tot de geschenken overgaande vermeen ik in de eerste plaats die te moeten vermelden, welke ons uit den vreemde, hetzij van genootschappen, hetzij van bijzondere personen geworden zijn. De Académie d'Archeologie de Belgique zond ons de 3de, en 4de, aflevering van het 11e deel harer Annales; de Société scientifique et litteraire du Limbourg het 2e deel 1e en 2e fascicule van haar Bulletin; de Secretaris der genoemde Société een verhael van de Incendie et déstruction de la ville de Tongres; de Kaiserliche Academie für Wissenschafte te Weenen het 4de en 5de Heft van het 11de, het 12de, 13de en 14de deel harer Sitzungsberichte; van de Monumenta Habsburgica Abth. I, Band I, van het Archiv für Kunde Oesterreichischer Geschichtsquellen het 12de en 13de deel, alsmede de jongste vervolgen op haar Notizenblatt; het Historische Verein für Steiermark het 4de Heft harer Mittheilungen en haar Jahresbericht; het Historische Verein für Niedersachsen, haar Archiv, Jahrg. 1849; het Kongelige Nordiske Oldskriftselskab te Koppenhagen eene aflevering van haar Antiquarisk Tidskrift. - Voorts ontvingen wij uit Belgie, van onze medeleden R. Chalon vier numismatische Verhandelingen, van Prof. J. David zijne Geschiedenis van de stad en de heerlijkheid Mechelen, zijne met talrijke aanteekeningen verrijkte uitgave van Bilderdijk's Ziekte der Geleerden en het tijdschrift de Middelaer, 3 dln in 8o; | |
[pagina 28]
| |
van Dr. J. Nolet de Brauwere van Steeland een dichtstuk, getiteld Vrede; van den heer J.M. Dautzenberg, zijne vertaling in dietsche ïamben van Augier's Giftdrank; van den heer Ph. Kervyn de Volkaertsbeke zijne Correspondance de François de la Noue; van de heeren Mertens en Torfs de Tafels op de Geschiedenis vast Antwerpen; van Prof. Serrure de Messager des sciences historiques, des arts et de la bibliographie de la Belgique, de jaargangen 1853 en 1854; voorts van den heer F. Driesen eene verhandeling De l'absence de principe dans le théatre moderne, en van den heer J. Kersman een gedicht getiteld Zangloover. Uit Duitschland zond ons de Freiherr von Aufsess het Erste Jahresbericht, eenige nummers van den Anzeiger für Kunde der deutschen Vorzeit, uitgegeven door het bestuur van het Germanische National-Museum te Neurenberg; alsmede Aufruf das Germanische National-Museum betreffend; der Organismus des Germanischen National-museums, en des ritterlichen freien Adels zu Franken leben und sitten; Dr. Steiner twee afleveringen van zijne Sammlung und Erklärung altchristlicher Inschriften im Rheingebiete; Dr. A. Rein een stukje met Drei Uerdinger Weisthümern, voorts Erinnerungen, eine Festgabe, en Spinneker's Zinnebeelden; Dr. Pfeiffer schonk ons die Deutsch-ordens Chronik des Nic. von Jeroschin; Dr. Hoffmann von Fallersleben zijn Hannoversches Namenbüchlein en zijne uitgave van de Epistola Adami Balsamiensis ad Anselmum; de heer P. Wigand zijne Denkwürdigkeiten gesammelt aus dem Archiv des Reichskammergerichts zu Wetzlar en Wetzlarsche | |
[pagina 29]
| |
Beiträge für Geschichte und Rechtsalterthümer; Dr. Wurm twee programmen over Foppe van Aitzema, eersten Nederl. Resident bij de Hansesteden; uit Engeland de heer J. Yates zijne verhandeling On the French system of measures, weights, and coins. Ook onze vaderlandsche zustergenootschappen hebben ons de gewone geschenken doen geworden. Het Historisch Genootschap te Utrecht gevestigd zond ons van zijne Kronijk den 10den jaargang, het eerste deel van de tweede Serie van den Codex diplomaticus Neerlandicus en het 1ste stuk van het 5de deel zijner Berigten; het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant zijne Handelingen over den jare 1853 en Charters en bescheiden betrekkelijk het land van Ravestein, Deel II, stuk III; het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen zijn Verslag van het verhandelde op de algemeene vergadering in 1854; het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen het 20ste deel der Verhandelingen en den 1sten jaargang van zijn Tijdschrift voor Indische taal-, land- en volkenkennis; de Redactie van het maandschrift de Morgenster jaargang 1853-54. - Van Z.E. den Minister van Binnenlandsche Zaken mochten wij ontvangen het 1ste Stuk van het Overzigt van het Nederlandsche Rijksarchief en het 9de deel der Publications de la société pour la récherche et la conservation des monuments historiques dans le Grand-Duché de Luxembourg en de Commissie voor de Internationale ruiling van voorwerpen van Wetenschap en kunst zond 12 | |
[pagina 30]
| |
meerendeels zeer belangrijke werken van taal-, geschieden oudheidkundigen aard en haar Rapport over 1854; HH. Burgemeester en Wethouders dezer stad het jaarlijksch Verslag aan den Gemeenteraad van Leyden; de heer Rector van het stedelijk Gymnasium het programma over 1854. Talrijk en deels zeer aanzienlijk zijn de geschenken, met welke sommige onzer medeleden den boekenschat der Maatschappij hebben verrijkt. Tijd en geduld zouden tekortschieten indien ik de titels van al die geschriften wilde vermelden. De Vergadering zal ongetwijfeld zich zelve de verveling van het aanhooren en mij de moeite van het oplezen willen besparen, doch mij vergunnen eenige weinige uitzonderingen te maken. Onze geachte Voorzitter schonk aan de Bibliotheek: A. Anselmus, J.B. Christijn en J.M. Wouters, Placcaeten, Ordonnanciën, Landcharters, Blijde incomsten en Instructiën aen de ingezetenen van Brabant, Vlaenderen en andere Provinciën uitgegeven, vervolgens De ordonnanciën, statuten, edicten ende placcaeten van Vlaenderen, te zamen 16 deelen in folio in gelijkvormige lederen banden gebonden, alsmede Tegenwoordige Staat der Nederlanden 12 dln. in 8o met platen, plans en kaarten, behalve nog 67 andere werken en brochures; Mr. J.T. Bodel Nijenhuis, behalve een honderdtal andere boekwerken of werkjes, J. le Clerc, Geschiedenissen der Vereen. Nederlanden, 3 folio deelen, het tijdschrift de Vereeniging, Christelijke Stemmen, dertig stukken in druk uitgegeven door de algemeene Maatschappij van Weldadigheid, ten vervolge, loopende van | |
[pagina 31]
| |
April 1850 tot Januarij 1855, een HS. bevattende Anciennes chansons Maltaises avec traduction française par le Chevalier St. Priest 1791 en eene gravure der 16e eeuw met zinnebeeldige voorstellingen van een twintigtal nederl. spreekwoorden; Mr. J.G. La Lau ten vervolge de Leydsche Courant van 1854, fraai gebonden; Ds. Chantepie de la Saussaye het tijdschrift Ernst en Vrede; Dr. H.R. de Breuk de verschenen afleveringen van De Rederijker en, in HS. een Verhaal van hetgeen te Schiedam is voorgevallen bij de omwenteling in staats- en stadsbestuur, 1787; de heer J.F.G. Meijer eene Genealogie in HS. van het geslacht Reich of Rijk, opgemaakt door wijlen zijnen schoonvader L.A. van Weleveld. - Voorts hebben de heeren A.J. van der Aa (1), Dr. P.J. Arend (l), Prof. C.J. van Assen (2), D.J. den Beer Poortugael (1), Dr. J.T. Bergman (1), P.J. Helvetius van den Bergh (1), Ds. H. van Berkum (2), Prof. J. Bosscha (1), Ds. Chantepie de la Saussaye (1), Dr. J.J. Doedes (1), Ds. J. ab Utrecht Dresselhuis (2), Mr. F.N.M. Eyck van Zuylichem (1), Mr. H.O. Feith (1), Jhr. Mr. M. de Haan Hettema (1), Dr. J.H. Halbertsma (1), Mr. M.C. van Hall (1), Mr. J. Heemskerk Az. (1), Dr. A.A. van Heusden (4), Ds. H.G. Janssen (1), Prof. N.C. Kist (1), J. Kneppelhout (2), Mr. H.J. Koenen (3), G. Kuyper Hz. (1), Dr. C. Leemans (3), Ds. A.L. Lesturgeon (3), Mr. D.H. Levyssohn (l), Dr. L.S.P. Meyboom (1), Prof. W. Moll (1), F. Muller (1), Mr. I.J.D. Nepveu (1), Mr. I.A. Nijhoff (1), Dr. J.J. van Oosterzee (1), Ds. H.M.C. van Oosterzee (1), Mr. A. Oudeman en Mr. G. Diephuis (1), Mr. A. Oudeman en Mr. E.T. de Jongh (1), Mr. A. Oudeman alleen (1), A.C. | |
[pagina 32]
| |
Oudemans (1), Mr. J. Pan (1), Ds. Is. Prins (1), Ds. J.J. Prins (1), Mr. J.T.H. Nedermeijer van Rosenthal (1), Dr. S.A.J. de Ruever Groneman (1), Dr. P. de Raadt (1), Jhr. Mr. H. Baerdt van Sminia (1), Jhr. J.W. van Sijpesteyn (3), A.D. Schinkel (1), Prof. J.H. Scholten (l), Dr. G.D.J. Schotel (1), Mr. A.F. Sifflé (1), J.H. Sonstral (3), B. Schreuder (2), Mr. H.J. Swaving (1), Mr. A. Telting (2), J.A. Alberdingk Thijm (1), Prof. H.W. Tijdeman (2), Prof. S. Vissering (l), Prof. J. van Vloten (4), Prof. M. de Vries (1), Mr. J. de Vries (1), Prof. G.W. Vreede (1), Prof. J. de Wal (1), L.A. te Winkel (7), vroeger of later door hen uitgegevene geschriften geschonken. Ook hebben wederom verscheidene leden de Bibliotheek met voortbrengselen van andere schrijvers verrijkt. Behalve van de boven reeds genoemde edelmoedige schenkers mochten wij van Mr. H.J. Swaving (56, meest dichtwerken), van den heer K.J.R. van Harderwijk (5), van Mr. L. Ph. C. van den Bergh (5), van Prof. H.W. Tijdeman (3), van Dr. C. Leemans en Jhr. J.W. van Sijpesteyn (2), en van de heeren Dr. H.R. de Breuk, Mr. H.O. Feith, Dr. R. Fruin, Prof. N.C. Kist en Mr. H.J. Koenen (1) boekgeschenk ontvangen. Insgelijks hebben eenige letterkundigen, wien de eer van het lidmaatschap der Maatschappij nog niet is te beurt gevallen, haar welwillend bedacht. De heer E.J. Brill schonk ons Het gebed des Heeren in 14 talen, tot proeve van letters, van het gewoone Europeesch charakter afwijkende en op zijne drukkerij aanwezig; de heer M. Roest Mz., onder den naam van | |
[pagina 33]
| |
Chaloeda, eene beschouwing van De Hebreeuwsche poëzij in Nederland; Dr. W. Gleuns zijne beschrijving van het Mundomotorium; de heer S. Gille Heringa zijn Nederlandsch jaarboekje der Posterijen over 1854; de heer C.J. Hellingwerf een HS., behelzende Oudheiden geschiedkundige berigten van de Binnen-Egmonden met geteekende kaarten en afbeeldingen; J.J. Nieuwenhuizen, 2 taalkundige stukken; de heer W.N. du Rieu zijne beschrijving van De intrede en inhuldiging van Karel V in 1515 tot Graaf van Holland binnen Dordrecht (1855); en Mr. A. de Vries Jerz., 2 stukken. Alzoo is dan door geschenken en aankoopen onze boekverzameling met circa 470 nommers vermeerderd. Het aantal der sedert primo Mei 1854 uitgeleende boeken heeft 313 bedragen, en dus het cijfer van het vorige jaar niet bereikt, wat aan het vertrek van een der werkzaamste leden der Maatschappij naar elders is toe te schrijven. Evenwel mag dit getal in vergelijking met dat van vroegere jaren nog steeds aanzienlijk geacht worden. Wat de bovenvermelde verbetering in de inrigting der Boekerij aangaat, zij betreft de Tooneelspelen. Deze staan in eene afzonderlijke kast van de overige boeken gescheiden, wel alphabetisch gerangschikt maar niet van nommers voorzien. De ondervinding heeft geleerd, dat deze inrichting onvoldoende is, daar het zoeken van eenig verlangd stuk en vooral het wederplaatsen tijdroovend en soms hoogst moeijelijk was, doordien de naam des schrijvers niet altijd in het boek vermeld staat, maar dikwijls slechts van elders kan gekend wor- | |
[pagina 34]
| |
den. Het stond dus te vreezen, dat er verwarring ontstaan en de eenmaal met groote opoffering van tijd tot stand gebrachte rangschikking nu en dan herhaald zou moeten worden. Daarom ben ik te rade geworden ook dit gedeelte onzer boekverzameling, even als het overige, van nommers te voorzien, waardoor verwarring voorkomen en het vinden en wegzetten der boeken gemakkelijk gemaakt zal worden. Eene langdurige ongesteldheid echter heeft mij verhinderd dit werk, waaraan eigenaardige moeijelijkheden verbonden zijn, geheel ten einde te brengen; ik hoop echter Deo volente er binnen weinige maanden mede gereed te zijn. Mocht aan het sphragistische kabinet uit zijnen aard niet dezelfde belangstelling als aan de Bibliotheek te beurt vallen, het is dit jaar niet geheel ongebruikt gebleven. Eenen letterkundige, die zich met beraldieke onderzoekingen onledig houdt en ons een 70tal afdrukken van cachetten, door den heer Boonzajer te Gorinchem aan de Maatschappij geschonken, ter hand stelde, zijn een honderdtal dergelijke afdrukken, grootendeels van denzelfden geëerden schenker afkomstig, ter onderzoeking verstrekt. Behalve het genoemde geschenk van den heer Boonzajer ontvingen wij nog twee fraaije afgietsels in gips van zegels der Abdij van Egmond, gehecht aan charters van 1263 en 1323, die op het Rijksarchief aanwezig zijn; alsmede van Prof. J. van der Hoeven eenen afdruk in lak van het cachet des Vorsten van Neuwied, en van Mr. Kneppelhout van Sterkenburg het stadszegel van Doetinchem, in lak afgedrukt. | |
[pagina 35]
| |
Gaarne zult ge mij toestaan, Mijne Heeren, dat ik in naam der Maatschappij dezen en allen vroeger genoemden schenkers opentlijk den dank der Maatschappij toebrenge, en onze beide verzamelingen bij voortduring in hunne welwillende belangstelling aanbevele. Eer ik eindig heb ik in het bijzonder nog eenen pligt van dankbaarheid te vervullen, waarin ge mij wel niet zult willen verhinderen. Het zij mij namelijk vergund den heer Bodel Nijenhuis, die gedurende mijne langdurige ziekte mijne functiën aan de Bibliotheek wel heeft gelieven waar te nemen, mijne erkentelijkheid voor de betoonde hulpvaardigheid te betuigen. Moge Z.E. steeds voor dergelijke rampen bewaard blijven.
Leiden, 30 April 1855. L.A. te Winkel, Bibliothecaris. |
|