teren, de beschaving en de zeden der Nederlanderen. - en, als Inleiding, Een beknopt geschiedkundig overzigt van de overkomst en vestiging zelve der vlugtelingen.
was één antwoord ontvangen, onder de zinspreuk BELGIUM. FOEDERATUM. PERFUGIUM. MISERIS. Nederlandsche Gedenkpenning.
Na het lezen van de vijf Adviezen en van het daarop gegronde Praeadvies van de Commissie hiertoe in de Vergadering van 4 April benoemd, bestaande uit de HH.H.W. Tydeman, Janssen en Huijser, is, na rijpe beoordeeling, besloten het stuk met goud te bekroonen, met voorslag en uitnoodiging aan den Schrijver, om, zoo veel mogelijk, gebruik te willen maken van de aanmerkingen, in de uitvoerige adviezen der Heeren beoordeelaars aangevoerd. En is, na opening van het naambiljet in de Vergadering, gebleken Schrijver te zijn Mr. H.J. Koenen, Lid van den Raad der Stad Amsterdam en medelid van onze Maatschappij.
Op de andere vraag, naar: eene Geschiedenis der Abdij en de Heerlijkheid van Egmond, en van beider invloed op den Staatkundigen, Kerkelijken en Wetenschappelijken toestand van Nederland, is geen antwoord ingekomen.