Vijf Adviseurs, aan de tweede Verhandeling, geteekend met de Engelsche spreuk uit Blair, den Gouden, en de zesde een buitengewoonen Zilveren Eerepenning toekennende; terwijl allen eenparig oordeelden, dat de eerste Verhandeling, geteekend met de spreuk uit Virgilius, vooral ook, omdat dezelve het tweede gedeelte der voorgestelde vrage slechts even aanroerde en in het geheel niet ontwikkelde, ter bekrooning niet in aanmerking konde komen; wordt met eenparigheid van stemmen besloten, aan den Schrijver der eerstgemelde (in tijdsorde de tweede) Verhandeling, den uitgeloofden Eerprijs toe te kennen: doch tevens bepaald, dat de aanmerkingen, in sommige der advijsen voorkomende, bij afschrift aan hem zullen worden medegedeeld, met verzoek om naar aanleiding daarvan zijne Verhandeling, bijzonder in het eerste gedeelte, hier en daar te bekorten.
In overweging genomen zijnde, of ook van het eerste en voornaamste gedeelte der andere Verhandeling, door verscheiden Adviseurs als eene beknopte en geleidelijke schets der Odinische Godenleer geprezen, eenig gebruik voor de werken der Maatschappij konde gemaakt worden; wordt na deliberatie hiervan afgezien en besloten alleen de bekroonde Verhandeling uit te geven.
Het biljet, tot dezelve behoorende, geopend