IX.
De Vergadering vindt goed, dat in het volgend Wintersaizoen weder drie openbare Zittingen gehouden worden, en wel de eerste op Vrijdag, den 24 November dezes jaars, de tweede op Vrijdag, den 20 Januarij des jaars 1821, en de derde op Vrijdag, den 17 Maart deszelfden jaars.
Tot het houden van voorlezingen in gebondene, of ongebondene rede worden voor de eerste dier Zittingen benoemd de Heeren
A. Simons
en
A. Doijer T.Z.
, voor de tweede de Heeren
J. Clarisse
en Mr.
J.C. van Assen
, voor de derde de Heeren
N.G. van Kampen
eu
B.F. Tijdeman
.