Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1789
(1789)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1766-1800]– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
Ga naar margenoot+Gecomitteerden tot een algemeen omschryvend Woordenboek der Maatschappye hebben de eer aan deze Vergadering te berichten, dat de voorraad van Bouw Stoffen dit Jaar niet aanmerkelijk vermeerderd is; dat alleen ontvangen zijn van den Heer Lublink Excerpten uit het Bremer Nedersaxisch Woordenboek, en van den Heer Kreet Excerpten uit de Gemma Vocabulorum, 1485.
De President doet ter dezer gelegenheid het volgende voorstel, het welk, om deszelvs gewigt, by algemeene stemmen geoordeeld is, dadelijk in overweging te moeten worden genomen, te weten: ‘Eene Commissie te benoemen van Zeven Leden, om, by rapport, ter volgende Jaarlijksche Vergadering voortestellen, wat er hunnes oordeels, diene gedaan te worden, om met den meesten spoed ter eindelyke voltoyinge en uitgave van het Woordenboek werkzaam te zijn, en naar welk Plan de samenstelling best kunne worden ingericht. Dit voorstel werdt algemeen goed gekeurd, en zijn, in gevolge van het zelve, dadelijk tot deze Commissie benoemd de Heeren, van den Berg, Hinlópen, Kluit, te Water, Valk, Clignett en Nozeman; Voorts is goed gevonden, om ter bevordering van spoed, bepaaldelijk één Heer uit deze Commissie te verzoeken tot het vervaardigen van een opstel, geschikt, om, aan den verderen Gecommitteerden ter beoordeeling te worden medegedeeld, en, na met hunne aanmerkingen verrijkt te zijn, tot een grondslag te dienen voor het bedoelde rapport, 't welk als dan, by gemeene raadpleging der geheele Commissie, zoude kunnen worden opgemaakt.
Tot dit werk is de Heer N. Hinlópen verzocht, terwijl voorts besloten is, de gezamenlyke Leden der Maatschappy, by de Handelingen dezer Vergadering, te verzoeken, om de bedenkingen, welke zy op dit onderwerp mogten hebben, voor de maand October aan den Heer Clignett toetezenden, ten einde den Heere Hinlópen te kunnen worden medegedeeld. |
|