Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1787
(1787)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1766-1800]– AuteursrechtvrijI.Gecommitteerden tot het Woordenboek, deeden het volgend verslag van den staat diens Werks.
RAPPORT van Gecommitteerden tot het Woordenboek der Maatschappye.
WEL EDELE HEEREN!
‘De Gecommitteerden tot het vervaardigen van een Algemeen omschryvend Woordenboek van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde, door het genomen besluit van de Algemeene Vergadering der Maatschappye gehouden in den Jaare 1786, instaat gesteld zijnde, om hun, toen ingeleverd, plan te kunnen volbrengen en uittevoeren, hebben de eer van aan deze Vergadering te berigten, als dat zy met de uitvoering van dat plan werkzaam zijn geweest, en ten dien einde nemen zy de vryheid van in deze Vergadering in te brengen 6. afgedrukte Vellen van eene Woordenlijst, die volgends gedagten van Gecommitteerden, in het voornoemde Plan opgegeven, als een Grondslag tot het groote gebouw diende gelegd te worden.
Gecommitteerden zouden gaarn met dien iever, waar mede dat zy gezien hebben, dat de Leden van de laatst gehouden algemeene Vergadering hun plan goedkeurden, op dat eens eindelijk de fundamenten gelegd zijnde, het Gebouw konde begonnen worden, deze Woordenlijst geheel en al afgedrukt in deze Vergadering ingebragt hebben.-Maar, helaas! de weinige vordering tot voltooijing van deze Woordenlijst, is veroorzaakt uit hoofde van de bekommerlyke omstandigheden, waar in het dierbaar Vaderland, zedert eenigen tijd, en wel voornamentlijk geduurende eenige maanden zich bevonden heeft, als hebbende Gecommitteerden door onderscheiden betrekkingen, waar in zy, zo veel in hun gering vermogen was, begrepen, dat zy ten nutte en tendienste van het dierbaar Vaderland konden wezen, geene gelegenheid gehad, om het drukken van die Woordenlijst met alle ernst voort te zetten: waarby | |
[pagina 4]
| |
Ga naar margenoot+ ook nog gekomen is de vertraging van de zyde van den Boekverkoper en Drukker, als hebbende deze laatste door andere zaken, die naar zijn oordeel meer spoed vereischten, verhinderd, dat 'er sterker met dit werk wierd voortgegaan; en wat den Boekverkoper aangaat, deze heeft ook het zyne aan de vertraging van het werk eenigsins toegebragt, door een gering verschil met den Drukker over het loon; doch welk verschil gelukkig ten genoegen van beide vereffend is.
Zie daar, Wel Edele Heeren! de redenen, waarom wy nog maar zo weinig vorderingen gemaakt hebben, met het fundament te leggen van dat groot en omslagtig werk.
Wy hoopen echter, dat, eer wy wederom het genoegen zullen hebben van deze aanzienlyke Vergadering by een te zien, deze grondslagen zo volkomen zullen voleind zyn, dat men geregeld voort zal kunnen gaan tot de volbouwing van dit gewigtig werk.
Intusschen kunnen wy, Wel Ed. Heeren! tot ons zonderling genoegen, U berigten, dat 'er, schoon door zeer weinige, echter een aanzienlyke voorraad van bouwstof, geduurende het afgelopen Jaar, is by den anderen gebragt.
Wy hebben namentlijk, van den Heer. J.L. Verster uit 's Hertogenbosch ontvangen, eene lijst van zonderlinge woorden in de Korenbloemen van den Dichter Const. Huygens voorkomende: en van den Heer Fontein eene Lijst van verscheiden Woorden en Spreekwyzen, welke by de Noord-Hollanders alleen in gebruik zijn, vervaardigd door den Heer Agge Roskam Kool, op verzoek van den zo evengenoemden Heer Fontein.
Waarlijk twee onderscheiden verzamelingen van Woorden, die van het uiterste aanbelang zijn, tot het vervaardigen van een Algemeen Woordenboek.
Wy bedanken dierhalven, die Heeren voor hunne edelmoedige diensten hier door aan dit voornaam Werk dezer Maatschappye toegebragt; en wenschen niets vuuriger, dan dat andere Heeren, door dit voorbeeld aangemoedigd van iemand, welke geen lid is van deze Maatschappy, zelven leden zynde, zich van hunne meer dan eens gedaane beloften, in het geven van de door hun toegezegde Excerpten, zullen quyten.’ | |
[pagina 5]
| |
Ga naar margenoot+Gecommitteerden voor dit hun verslag dank gezegd zijnde, werdt beslooten, met byvoeging der redenen, den Leden de reeds afgedrukte bladen van de Woordenlijst, te gelijk met de Handelingen dezer Vergadering, toetezenden, en den Heere Kool voor deszelvs aangenaamen en gewichtigen arbeid schriftelijk te bedanken. |