len. Esther Op de Beek richt zich ten slotte op de Indiëromans van Jeroen Bouwers en onderzoekt de daarin beschreven vriendschappen en de herinnering eraan. Vooral de relatie met een Indonesisch jeugdvriendinnetje en de rol die zij later speelt in het geheugen, vormen de basis voor deze beschouwing over vriendschap in een koloniale context.
Gerard Termorshuizen en Coen van 't Veer publiceren dit najaar een boek over Dodo Berretty, zoon van de bekende krantenmagnaat, die zich ontwikkelde tot een internationaal gewaardeerde fotograaf. Hij nam deel aan het verzet, verbleef in Duitse gevangenissen en kampen, en voegde zich in 1946 bij de Stoottroepen om naar Indië te woorden uitgezonden. Hier een artikel over de brieven die hij van daaruit naar zijn moeder schreef.
Graag willen we uw aandacht vestigen op de Vijfde Indische Letterenlezing, die op 1 oktober in Leiden zal worden gehouden. Prof. dr. Siegfried Huigen spreekt over ‘Kennis van de kolonie’, over de manier waarop deze kennis wordt overgedragen aan een publiek dat weinig van die kolonie weet, en de betekenis daarvan. Nadere informatie in deze aflevering.
Op 14 november hopen we dan weer een regulier symposium op Bronbeek te houden. Het thema is: ‘Kritische stemmen in de Indische letteren’. Vier lezingen, een gesprek met Alfred Birney, een muzikaal intermezzo en de presentatie van twee boeken: De postkoloniale spiegel. De Nederlands-Indische letteren herlezen van Rick Honings, Coen van 't Veer en Jacqueline Bel, en Door de ogen van Dodo Berretty van Gerard Termorshuizen en Coen van 't Veer. Ook hiervoor geldt: nadere informatie achterin dit nummer.
We wensen u veel leesplezier en hopen u in het najaar in goede gezondheid bij onze activiteiten te mogen begroeten.