[Nummer 3]
Redactioneel
Wat verdichtsel is in het bijzonder, wordt waarheid in het algemeen, schreef Multatuli. Twee artikelen in dit najaarsnummer van Indische Letteren handelen over het spanningsveld tussen literatuur en werkelijkheid.
De naoorlogse polemieken over Multatuli's Max Havelaar en over Jeroen Brouwers' Bezonken rood hebben het Nederlandse literaire leven decennialang beziggehouden. Beide romans zijn op historische feiten gebaseerd, maar hebben de werkelijkheid ook ‘verdicht en opgesierd’. Hoeveel vrijheid mag een schrijver hierin nemen? Rob Nieuwenhuys en Rudy Kousbroek hadden over beide boeken een mening, zo niet een zeer uitgesproken mening. Mark Loderichs vergelijkt hun argumenten en komt tot de ontdekking dat zowel Nieuwenhuys als Kousbroek zichzelf tegenspreken, ze wisselen van standpunt. De mythe van Lebak versus de mythe van het Oostindisch kampsyndroom.
Ook De kus van Jan Wolkers werd, net als Max Havelaar, gelezen als een realistisch en grotendeels autobiografisch verslag toen de roman in 1977 uitkwam. Maar de werkelijkheid in De Kus is verzonnen, laat Cor de Jong in zijn bijdrage zien. Sterker nog, de schrijver speelt met opzet met de begrippen echt en onecht, met het spanningsveld tussen waarheid en verbeelding. Waarom doet Wolkers dat?
Ten slotte is Peter van Zonneveld bijna veertig jaar lang verbonden geweest aan de vakgroep Nederlands in Leiden. Vorig jaar nam hij afscheid, wat ‘het einde van een tijdperk’ werd genoemd. Natuurlijk had Peters afscheidscollege een Indisch onderwerp: schrijverszonen die naar Indië gingen, over de zonen van Hieronymus van Alphen, Hendrik Tollens, Jacob van Lennep, Nicolaas Beets en Willem Bilderdijk. Deze septembereditie opent ermee.
Graag zien en spreken we u weer tijdens ons jaarlijkse symposium op Bronbeek op zondag 9 november. Dit jaar is het thema: reizen in Indië. Speciale gasten: Gustaaf Peek en Adriaan van Dis, van wie beiden dit najaar een nieuwe roman verwacht wordt. Het volledige programma van het symposium vindt u achterin dit nummer.