Indische Letteren. Jaargang 26
(2011)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| ||||
De Reflector moet je lezen!
| ||||
[pagina 15]
| ||||
Anonieme cartoon, waarschijnlijk van menno van meeteren brouwer (uit: De Reflector 6 (1921), p 334).
| ||||
[pagina 16]
| ||||
Veel aandacht is er in De Reflector voor muziek, toneel, beeldende kunst, techniek en wetenschappen. Daarnaast voor sport, film, mode en actualiteiten. Vooral de eerste drie jaargangen hebben een grote bijdrage aan de letteren geleverd. Er zijn feuilletons, korte verhalen, toneel, poëzie en (reis)brieven, maar ook boekbesprekingen en Indische spreekwoorden. Ook het literaire leven in het algemeen wordt belicht. De Reflector gaf ook een ‘Kinderblad’ uit, dat helaas in het door mij gebruikte exemplaar niet bewaard is gebleven. | ||||
Een weekblad voor en door Indo-EuropeanenDe Reflector werd goed gewaardeerd en had veel abonnees; op het hoogtepunt was de oplage zesduizend exemplaren. Waarom was het blad zo succesvol? De Nieuwe Soerabaja Courant schreef bij verschijning: Het blad maakt een bizonder goeden indruk; gedrukt op mooi papier, met tal van scherpe illustraties naar photo's en teekeningen, en niet te zwaar van inhoud, legt het een gunstig getuigenis af èn van het kunnen der firma, welke de uitgifte op zich heeft genomen, èn van den goeden smaak der redactie, welke ‘kijk’ toont te bezitten op het Indische publiek. De Soerabajase krant had geen ongelijk. De Reflector was gevarieerd van inhoud. Het ging bovendien gevoelige onderwerpen niet uit de weg. De politieke situatie in de kolonie bijvoorbeeld werd voortdurend belicht en de moeilijke positie van de Indo-Europeaan kwam daarbij regelmatig ter sprake. Het vanaf het begin van de eeuw gevoerde ethische beleid was gericht op de emancipatie van de bovenlaag van de Indonesische bevolking. Uitbreiding van het onderwijs was een belangrijke doelstelling van dat beleid. In de loop van de jaren meldden zich steeds meer Indonesiers met een westerse schoolopleiding op de arbeidsmarkt. De indo - die het sociaal-economisch altijd al moeilijk had gehad - zag zich in toenemende mate in zijn bestaan bedreigd. Bedreigd voelde hij zich ook in politiek opzicht. Weerzin voelde hij - zoals trouwens ook de ‘totoks’ - tegen de in 1912 opgerichte nationalistische | ||||
[pagina 17]
| ||||
Sarekat Islam (SI) die zich steeds uitdrukkelijker manifesteerde. De oprichting, in 1919, van het Indo-Europeesch Verbond (IEV) was een van de reacties daarop. Dat De Reflector sympathiek stond tegenover het IEV verbaast natuurlijk niet. De weerstand tegen de ethische politiek onder de Indo-Europeanen vinden we verwoord in het volgende gedicht van een zekere Rauch: Ethica
Hooge Heeren delibreeren
Over vage Ethica
Hooge Heeren converseeren
Maar Gezag? ... tida-adah!
Paperassen, zwarte dassen
Maar S.I. die lacht hen uit,
Contrabassen hoort men krassen ...
Hu! dat wordt een vreemd geluid!
Wie zal borgen, dat ik morgen
Oogsten zal van eigen land?
Elken morgen heb ik zorgen
Om te weren dievenhand.
Door hun lessen - de excessen,
Dr. Hazeu,Ga naar eind6 dat wordt sneu!
Nu excessen - straks de messen!
De regeering zijn ze beu.
Hooge Heeren, accepteere'
Deze les die 'k gratis bied
Voor die beeren - muilepeeren!
Delibreeren helpt U niet.
Evolutie - mét politie
Dat kán zijn wat Indië redt,
Revolutie? - Houdt vendutie
Van dit land en sluit de pret.Ga naar eind7
Op andere plaatsen in het tijdschrift wordt overigens enige nuance aangebracht in dit doorgaans negatieve standpunt over de ethische politiek, zoals ook de Sarekat Islam er niet altijd slecht vanaf komt. | ||||
[pagina 18]
| ||||
Een artikel over de ‘rassenkwestie’ is ‘Volbloeds’ van de hand van Berretty.Ga naar eind8 Het laat hem koud, zo schrijft hij, of iemand al dan niet van gemengd bloed is. Hij gaf daarmee tegelijkertijd het standpunt weer van De Reflector: ‘Dit blad heeft nooit meegedaan aan het dwaze melk-en-cacao-ge-theoretiseer’. Het blad achtte de koloniale dominantie van Nederland terecht, onder andere - en hier krijgt de ethische politiek een verdediging - omdat het moederland de belangen van de inheemse bevolking behartigde. In het artikel ‘De beteekenis van Nederland's overheersching’ van maart 1920 lezen we: Nederland's overheersching is een historisch feit en bij de beantwoording van de vraag of die wettig is, heeft men zich op het standpunt te stellen wat het Nederlandsch gezag thans voor de Inlandsche bevolkingsgroepen beteekent; niet den nadruk te leggen op de donkere kanten van de koloniale geschiedenis, nog daargelaten dat men die kanten te veel blootlegt en in gebreke blijft ook het goede aan te toonen.Ga naar eind9 De Indo-Europeaan E.F.E. Douwes Dekker, die streefde naar een Indië ‘los van Nederland’, werd door het tijdschrift negatief benaderd.Ga naar eind10 Maar ook hier toonde zich gaandeweg enige nuance. Zoals in een artikel van juni 1919 over het achtste zogenaamde ‘Indiërs’-congres van de vereniging Insulinde (met daarin progressieve indo's en Indonesiërs).Ga naar eind11 Douwes Dekker speelde een belangrijke rol op dat congres. Alle in Indië wonende mensen zijn gelijk; rassenscheiding is uit den boze, had hij daar verklaard. In De Reflector werd hij om die uitspraak geprezen. In het algemeen kan gezegd worden dat De Reflector in politiek opzicht gematigde en vooral ook genuanceerde standpunten koesterde. | ||||
De letterkundige inhoudZoals hierboven opgemerkt verscheen er veel letterkundig werk in allerlei genres in De Reflector. Bijzondere aandacht verdient mijns inziens het in de tweede jaargang gepubliceerde ‘De Profeet van Soenda’ van Hans van de Wall. Behalve dat het heel goed geschreven is (met indringende monologen), geeft het een mooi tijdsbeeld. Vermoedelijk wilde de schrijver het in boekvorm uitgeven.Ga naar eind12 In ‘De profeet van Soenda’ nemen zowel de ethische politiek als de Sarekat Islam een voorname plaats in. Hoofdpersonen in het verhaal zijn de controleur Van der Wolk, zijn vrouw en de huisjongen (tevens klerk) Ardjo. Van der Wolk is een groot voorstander van de ethische politiek: | ||||
[pagina 19]
| ||||
Zijn persoonlijkheid paste zich ganschelijk aan den ethischen koers, door het Gouvernement ten aanzien der Inlandsche bevolking genomen. [...] Van der Wolk heeft heel veel vertrouwen in Ardjo. Maar deze komt geleidelijk, mede onder invloed van de Sarekat Islam, in opstand tegen de Nederlandse overheersing. In Nederland verblijvend - hij vergezelt Van der Wolk tijdens diens verlof - houdt hij in een toespraak zijn Indonesische toehoorders het volgende voor: Werk aan de goede zaak mede, door van nu af aan U niets minder te voelen dan een europeaan, al hebt ge niet zooveel geleerd als hij. Dat leeren is 'n kwestie van onderwijs. Men heeft ons opzettelijk dom gehouden al de eeuwen onzer overheersching. Dus is 't van onze overweldigers geen verdienste, als zij ‘knapper’ zijn dan wij. | ||||
[pagina 20]
| ||||
met het heilig voornemen in uw hart, om elk afzonderlijk en allen te zamen den slapenden tijger te wekken. En de nieuwe profeet, door Allah gezonden, zal niet lang meer op zich laten wachten om u vóór te gaan in de opheffing, voorlichting en bevrijding van het arme volk van Indië, dat nu al drie eeuwen lang zucht onder het juk van een gehate overheersching... Na terugkomst in Indië ziet Ardjo zichzelf steeds meer als die profeet: de profeet van Soenda. Hij maakt gebruik van de goedgelovigheid van Van der Wolk en jut het volk steeds meer op. Uiteindelijk resulteert dit in een brede opstand tegen de Europeanen. Ardjo zelf overleeft deze opstand niet. Hoewel het riskant is om de strekking van een verhaal direct te vereenzelvigen met de gedachten van de auteur ervan, durf ik in dit geval toch wel te beweren dat Hans van de Wall met zijn ‘De profeet van Soenda’ wilde waarschuwen voor de ethische politiek en voor de Sarekat Islam. | ||||
Indische spreekwoordenIn de eerste jaargang van De Reflector verscheen regelmatig de rubriek ‘Indische spreekwoorden’. Het is niet bekend wie deze spreekwoorden heeft bedacht: de rubriek is anoniem. Het is de moeite waard er enkele te citeren: Wie goed kuilen weet te graven voor een ander, maakt snelle promotie.Ga naar eind15 | ||||
[pagina 21]
| ||||
GedichtenVooral in de eerste jaargangen van het weekblad staan heel veel gedichten. Het ene gedicht is duidelijk van hogere literaire waarde dan het andere. Sommige zijn romantisch van aard, andere rationeel van toon. Heel wat van die gedichten zijn typisch Indisch. Een favoriet gedicht van mij is het volgende, ondertekend door een zekere Gerrit: Het blonde kampongkind
Gelukkig vindt men het niet veel,
Maar toegeschroefd wordt mij de keel,
Als 'k over de sawah haar zie sjouwen,
Gewapend met een tak, achter een troep karbouwen,
Het blonde kampongkind.
Gelukkig kan zij nog niet weten,
Dat hij die toch haar vader is, haar kon vergeten,
Haar aan de hebzucht van haar bruine moeder overliet,
Zich niet bekommerde om d'ellende en 't verdriet
Van 't blonde kampongkind.
Zij weet niet, dat de zorgen van 't bruine wijf,
Zij eenmaal zal betalen met 't maagdelijk lijf,
De moeder die nu alreeds in fel begeeren,
De prijs berekent voor 't onteeren
Van 't blonde kampongkind.
Straks wordt ze 't eigendom van een Chinees,
Nog weet zij niet, de arme wees,
Dat ze dan verkwanseld wordt van hand tot hand.
Tot dat verafschuwd door een ieder zij sterft in 't stadsverband.
Het blonde kampongkind.
En rijk of goed gepensionneerd,
Is hem een zetel in de Kamers geoffreerd.
En tijdens een fijn-christelijk ministerie,
Kletst hij wat over Goddelijk mysterie,
De vader van 't blonde kampongkind.
| ||||
[pagina 22]
| ||||
Men prijst hem als een man met veel gevoel
Die 'thuis met een schijnheilig sm..l
Spreekt over het slecht der hedendaagsche jonglingschap.
Met kracht de wet verdedigt tot onderzoek naar 't vaderschap,
Hij de vader van het blonde kampongkind!Ga naar eind19
| ||||
Tot besluitNaar mijn smaak zijn vooral de eerste jaargangen van De Reflector interessant. Er staan veel artikelen in van onder anderen Berretty en Van de Wall, beiden talentvolle schrijvers. Berretty was gedurende de eerste jaren hoofdredacteur. Vrijwel wekelijks opende hij het blad met verslagen van gebeurtenissen en opiniestukken. Van de Wall nam een groot deel van de letterkundige bijdragen voor zijn rekening. Een voorbeeld van zijn pregnante stijl: Wie interesseert zich voor zoo'n taalradbrakende njonja, wie gaat er om met zoo'n hartstochtelijken sinjo of domme nonna; wie hecht waarde aan verhalen over giftmengende njaï's? Waarom het weekblad na zeven jaar ophield te bestaan is niet duidelijk. De redactie heeft het over ‘bezwaren van technischen aard’.Ga naar eind21 Een waarschijnlijke reden is dat het werd weggeconcurreerd door het in 1922 opgerichte en buitengewoon succesvolle weekblad De Zweep. Het is zes jaar geleden dat ik De Ref ector voor de eerste keer onder ogen kreeg, maar ik kan nog steeds met een gerust hart zeggen: ‘De Reflector moet je lezen’. | ||||
Bibliografie
| ||||
[pagina 23]
| ||||
Heleen Oostebrink studeerde Nederlands aan de Universiteit Leiden. Momenteel werkt ze bij diezelfde universiteit bij het Expertisecentrum Studenten- en OnderwijsZaken (SOZ). |
|