Indische Letteren. Jaargang 23
(2008)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
Huwelijksadvertentie Louis Couperus en Elisabeth Baud in Het Vaderland (1891). Uit: G. Borgers e.a. (samenst.). Louis Couperus. Schrijversprentenboeken, no. 9. 3e dr. 's-Gravenhage 1980.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een dienblad vol verhalen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zigheden. Zo zorgvuldig mogelijk heb ik de periode die daarna volgt, in trachten te vullen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BaweanOp 30 oktober 1867 wordt Elisabeth Wilhelmina Johanna Baud in Batavia geboren. Zij is vernoemd naar haar grootmoeder Elisabeth Wilhelmina Petronella Couperus, een zuster van de vader van Louis Couperus inderdaad. Deze grootmoeder is de echtgenote van dokter Steenstra-Toussaint bij wie Elisabeth later woont wanneer haar vader naar Deli vertrokken is.Ga naar eind5 Deze tante, en hier raakt de lezer wellicht het spoor al bijster, is ook de vrouw naar wie Couperus Leonie van Oudijck uit De stille kracht (1900) gemodelleerd heeft. Ze is gescheiden van haar man en met haar zonen naar Parijs vertrokken en daar overleden. Omdat zij en haar dochter op dezelfde Franse generaal verliefd werden. Maar dit terzijde. Elisabeth wordt precies vijftien maanden geboren nadat haar moeder van een overleden zoon beviel. Haar vader is sinds een klein jaar secretaris van de residentie Batavia, een startersfunctie bij het Binnenlands Bestuur voor veelbelovende, jonge mannen uit bekende Bataviase families. Plotseling wordt de vader van Elisabeth ziek. In oktober 1868 wordt hij nog benoemd tot secretaris bij de plaatselijke schoolcommissie,Ga naar eind6 een verplicht vrijwillige functie voor de secretaris van de residentie Batavia. In december van dat jaar staat onverwacht in de krant dat hij vertrekt als secretaris van Batavia,Ga naar eind7 om vervolgens officieel een tweejarig verlof wegens ziekte naar Nederland verleend te krijgen.Ga naar eind8 In beide secretarisfuncties wordt hij opgevolgd door jonkheer C.H.A. van der Wijck, die later gouverneur-generaal van Indië zal worden, de hoogst haalbare functie van het Binnenlands Bestuur. Wanneer Elisabeth en Louis in 1899 Indië bezoeken, zullen ze te gast zijn bij gouverneur-generaal Van der Wijck tijdens een bal in het paleis van Buitenzorg. Ik weet niet of ze geweten heeft dat hij haar vader destijds heeft opgevolgd, maar ze kenden elkaar in ieder geval wél.Ga naar eind9 De enige tastbare herinnering aan het verblijf in Den Haag zijn de foto's die van haar ouders in een fotoatelier genomen zijn.Ga naar eind10 Hij, een magere man met een gespannen, onrustige oogopslag; zij, een ernstige vrouw met een moederlijke uitstraling. Omdat het Suezkanaal er toen nog niet was, heeft de tocht naar Nederland, om Kaap de Goede Hoop heen, drie maanden geduurd. Elisabeth was toen anderhal.Ga naar eind11 Zij zal zich hier niets van herinnerd hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer ze precies zijn teruggekomen, is niet bekend maar op 2 september 1871 wordt in Batavia Rica Jeanne Baud geboren, het zusje van Elisabeth die vernoemd wordt naar haar vader en moeder. Tussen Elisabeth en Rica zit er bijna 4 jaar leeftijdverschil. Het is goed mogelijk dat het gezin in de periode tussen hun aankomst in 1870/71 in Batavia en hun vertrek in mei 1872 bij grootvader Steenstra-Toussaint gewoond hebben. Helaas kan ik dit niet met zekerheid zeggen. Ricus Baud lijkt volledig te zijn genezen wanneer hij benoemd wordt tot assistent-resident van Bawean, een eiland tweehonderd kilometer ten noorden van Soerabaja.Ga naar eind12 Het eiland wordt gedomineerd door een uitgestorven vulkaan in het midden van het eiland. Er is maar één woonplaats die ook Bawean heet en één smalle weg om van Zuid naar Noord te reizen. Op 15 mei vertrekt het hele gezin met de boot naar Soerabaja waarvandaan ze naar Bawean reizen. Over het verblijf van de familie Baud daar is niet veel bekend. Ze wonen er tot Ricus het bericht krijgt dat hij benoemd is tot assistent-resident van Meester Cornelis. Een ‘voorstad’ van Batavia.Ga naar eind13 Hoewel hij voor dezelfde functie benoemd wordt als die hij al had en het in dat opzicht geen promotie is, is het toch een subtiele promotie omdat Meester Cornelis nu eenmaal hoger stond aangeschreven dan Bawean. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PresenteerbladenHet gezin Baud keert terug naar Batavia en gaat wonen op Meester Cornelis, aan de Rawa Bunkee.Ga naar eind14 Vader Ricus begint aan zijn nieuwe baan, Elisabeth, 6 jaar oud, zal ongetwijfeld naar school gegaan zijn en Rica, 2 jaar oud, wordt door een baboe verzorgd. Op 12 januari 1874 wordt broer Willem geboren. Dan neemt de loopbaan van Ricus een verrassende wending, hij wordt eervol op eigen verzoek uit 's lands dienst ontslagen.Ga naar eind15 Het blijft raden naar de reden van dit plotselinge ontslag. Was het Binnenlands Bestuur te star en eenzijdig voor Ricus? Kreeg hij opnieuw last van de ziekte die hem eerder het werken onmogelijk had gemaakt? Vragen waar ik geen antwoord op kan geven. Dat hij voorgoed afscheid neemt als ambtenaar, blijkt uit de krantenadvertentie waarin de lijst met goederen die te koop aangeboden worden, opgenomen is: Vendutie op donderdag den 12 den maart aanstaande, ten huize van den heer J.C.W.R.Th. Baud, op Meester Cornelis (Rawa Bunkee) door Van Vleuten en Cox., van een geheel nieuwen inboedel, als: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Solied Inlandsch meubilair, spiegels, een gymnastiektoestel, petroleum kroonen en hanglampen, porceleinen eet- en theeserviezen, glaswerk, Japansche kopjes, pleetwerk. Een revolver met toebehoren, Een Lefaucheux jagtgeweer met toebehoren. Een compleet costuum voor Assistent-Resident, een Engelsche kookkagchel, een stel staatsbladen van Nederlandsch-Indie en bijbladen op het staatsblad, en voorts alles wat tot een goed geordende huishouding behoort en een Americaine met beweegbare bok, een span tuigen voor sydneypaarden en een stel tuigen voor 4 kleine paarden.Ga naar eind16 ‘Een compleet costuum voor Assistent-Resident’! Het is duidelijk dat Ricus een punt achter zijn carrière bij het Binnenlands Bestuur gezet had. Hij verkoopt zijn pak, zijn nieuwe inboedel en maakt plannen voor een nieuwe betrekking terwijl het gezin inwoont bij grootvader Steenstra-Toussaint. Inmiddels is Louis Couperus in Indië gearriveerd met zijn ouders, broers en zussen. Ze hebben hun intrek genomen in een groot, wit huis, met pilaren aan de voorkant, aan de Noordzijde van het deftige Koningsplein in Batavia. Couperus, 9 jaar oud, geniet van de zon en van de luxe van het grote huis met veel bediendes. Hij rijdt er in een bendi met een kleine vos ervoor die hij zelf mende.Ga naar eind17 Hij ontmoet er zijn nichtje, Elisabeth Baud.Ga naar eind18 Samen spelen ze wanneer de volwassenen overdag rusten. Hij verzamelde allerlei kleinigheden waarmee wij dan samen ‘verhalen maakten’ maar ieder van ons maakte zijn eigen verhaal, zijn eigen roman. Alles was van onze gading: leege lucifer- en pillendoosjes, klosjes, linten. De ouders bezaten als alle families in Indië heel grote presenteerbladen, die namen wij in beslag om er onze verzameling op te kunnen doen ‘leven’. [...] Toen de presenteerbladen door de bedienden op hoog bevel ons afgenomen waren, doorzochten wij de kasten en nu was het een oude plank daaruit waarop alles werd geschikt. Dit speelen duurde lange tijd. [...] De oude heer wond zich er erg over op dat zijn zoon zich nog altijd met ‘die kinderachtige rommel’, (en dat was het eigenlijk ook), bezighield, dat hij nog niet wist wat hij moest worden, hij was veel te groot voor dat ‘onnozele gedoe’. Volgens Elisabeth zei Louis na die woorden van zijn vader: De kindertijd is heen, als ze er dan niets van begrijpen, dan er maar nooit meer aan gedaan. En Louis, driftig, met één gebaar, streek alles boos weg. Nooit hebben wij dát spel samen meer gespeeld.Ga naar eind19 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Foto's afkomstig uit collectie van het Haagsch gemeentearchief.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
CoquetVoor Elisabeth moet het leuk geweest zijn om met dit vier jaar oudere neefje verhalen te bedenken. Zij zal, toen al, een inspiratiebron voor hem geweest zijn, wanneer je bedenkt wat zij in haar leven toen had meegemaakt en wat hij had meegemaakt. Hij had alleen nog in Den Haag gewoond, aan de Mauritskade. Heel beschermd, met een lief kindermeisje en een moeder die als een kloek voor hem zorgde. Een vader die al gepensioneerd was. Een zorgelozer bestaan dan dat van Elisabeth. Louis heeft, veel later, over Elisabeth geschreven: Wij zijn neef en nicht en hebben met elkaâr gespeeld: we hebben met elkaar gedanst op kinderbals; we bezitten nog onze kinderportretten: zij in een marqui- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
se-toiletje, een marquisetje van acht jaar, gepoeierd, met een moesje op de wang; ik als een page en ik herinner me nog het pakje, dat mijn zusters hadden gemaakt: zwart fluweel met satijnen crêvés en ik was erg trots op die eerste travestie.Ga naar eind20 Het bal heeft plaatsgevonden op 4 december 1875 in sociëteit De Harmonie. Er werd in kranten voor geadverteerd: ‘Gekostumeerd Kinderbal (kostuum verpligtend). Aanvang 's avonds half acht uur. H.J. Meertens, secretaris.’ Er staat nog een nota bene bij voor de ouders: ‘De directie doet beleefdelijk een algemeen en dringend beroep op de medewerking van Heeren Leden en hunne dames, om het Bal uitsluitend een Kinderfeest te doen zijn en blijven’.Ga naar eind21 Je mag hopen dat de ouders erin geslaagd zijn zich te gedragen. De vader van Elisabeth was op dat moment al in Deli waar hij werkte op een tabaksfabriek. Hij heeft het portretje van Elisabeth opgestuurd gekregen, kleurde het in en schreef er ondermeer bij: ‘Je bent weer zo coquet geweest op dat bal’.Ga naar eind22 Op 20 juni 1876 komt aan deze gezamenlijke kindertijd een einde wanneer Elisabeth met haar vader, moeder, Rica, Willem, John,Ga naar eind23 één gouvernante en acht bedienden naar Deli vertrekt.Ga naar eind24 Dat het leven in Indië in veel opzichten hard was, blijkt wel uit het feit dat zij grootvader Steenstra-Toussaint, die zo veel voor dit gezin gedaan heeft, ziek moeten achterlaten. Tot het laatst heeft die zijn beroep als dokter uitgeoefend. Pas op 9 juni meldt het Bataviaasch Handelsblad: ‘Dr. Toussaint is ongesteld en verzoekt belanghebbenden zich te wenden tot de H.H. Doctoren, Van der Burg, Gutteling, Kloos en Westhoff’. Na een kort ziekbed overlijdt hij op 24 juni.Ga naar eind25 Het gezin Baud zit dan al in de binnenlanden van Deli. Het bedrijf waar de vader van Elisabeth voor werkt heet ‘The two rivers’ en ligt onder Medan op Sumatra, vlakbij Brastagi. Tussen twee rivieren in. Een oom heeft daar een plantage waar tabak verbouwd wordt en het idee is dat Ricus Baud de onderneming te zijner tijd zal overnemen. Hij begint als administrateur. Ze wonen er in een huis hoog op palen, van hout - andere huizen waren van bamboe, en het huis stond op een soort landtong in de rivier, met water aan alle kanten. Daarom heen de schuren, dan de velden, en rondom ons het woud, de geheimzinnigheid, de verlatenheid... Ook al was het druk om ons: de opzichters, de oppassers, driehonderd koelie's... Tusschen driehonderd koelie's waren wij, enkele Europeanen, verlaten... Dichtbij aan den rivier woonde een zonderling, een Franschman, een ex- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plorateur in een klein huisje, heel alleen, en tussen ons huis en het zijne was een klein kerkhof: daar was zijn vrouw begraven, en daar is mijn broertje begraven...Ga naar eind26 Broertje John, oud anderhalf, stierf op 27 januari 1877 aan nekkramp. Elisabeth vervolgt haar verhaal: Zoo vreemd stil somber, dat kleine kerkhof zo vlak bij... In het woud, diep, hadden de Bataks zich teruggetrokken...Het was wel gepacificeerd, zoals dat heette, maar telkens stonden zij op, de Bataks, tegen de Kompenie, die hun land had afgenomen, en dan ondernamen zij roof en moordtochten... telkens werden er moorden gepleegd. [...] Onder ons huis, tuschen palen, waarop het voor de vocht was gebouwd, was... de gevangenis. Soms werd er een onwillige koelie voor de nacht opgesloten. Dan hoorde ik hem beneden mij vloeken, gillen, schreeuwen, stampen, trappen... Ik rilde van den angst in mijn bedje... En het wordt nog doller, er wordt 's nachts een pluk bebloed haar aan een van de palen voor het huis gespijkerd, het is een beleefde waarschuwing, de Bataks hebben honger, ze vragen ‘de grote meester’ op die manier om rijst. Meteen wordt er rijst het woud in gezonden, naar de Bataks. Haar vader is gek op het temmen van woeste paarden, keer op keer wordt Elisabeth bij hem op de bok gezet, het kind staat doodsangsten uit en haar vader zegt: ‘Niet bang zijn, kleine, nooit bang zijn...’Ga naar eind27 In de categorie ‘ongelukken met een rijtuig’ heeft zij dan ook alles meegemaakt: paarden die op hol slaan, assen die breken, bendi's die omkiepen. Eens is er een grote amokpartij bij haar in de buurt en de administrateur van de tabaksonderneming wordt met vrouw en kinderen in koele bloede vermoord. Zijn kinderen worden eerst gemarteld omdat de moordenaars op zoek zijn naar geld. Een van de employés vlucht, bloedend als een rund, naar het huis van Elisabeth's ouders en vertelt daar in geuren en kleuren wat zich heeft afgespeeld. Zelf zegt Elisabeth hierover: En toch, hoewel ik bang was, vond ik het ‘interessant’... Ik was een romanesk kind en vond het ‘interessant’... Toen wij later op Buitenzorg woonden, vond ik het leven bleek, en zonder belang, en zonder emotie, zonder spionnen als tijgers verkleed, zonder bloedige waarschuwingen aan onze deuren, zonder moord, zonder brand, en ik verlangde terug naar het huis op de landtong bij de rivier, daar ginds in Deli...Ga naar eind28 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gymnasium Willem IIIMet Elisabeth in Deli, kunnen we kijken hoe het Louis vergaat in Batavia. Hij is dan begonnen op het Gymnasium Willem III in de eerste klas. De oudere broer van Louis, John Ricus jr. merkte over Louis en hun vader op: Toen wij in 1872 naar Indië terugkeerden, kwam ik al zeer spoedig in Gouvernementsdienst als ambtenaar bij het Binnelandsch Bestuur en moest Louis eigenlijk pas beginnen. Onze vader was in de grond van zijn hart een literator, grondig op de hoogte van zijn Latijn en Grieksch, en evenzoogoed bekend met andere talen: Fransch, Duitsch, Engelsch, Italiaansch en bovendien Maleisch. Mag ik hieruit de conclusie trekken dat de aantrekkingskracht die de schone letteren later op Louis uitoefende, hereditair te noemen is? Daarentegen stond Louis met meetkunde en algebra, met natuur- en scheikunde reeds in zijn jeugd op zeer gespannen voet.Ga naar eind29 In die tijd werden de resultaten van de leerlingen van het gymnasium Willem III in de krant gepubliceerd. Louis ging van de eerste naar de tweede klas voorwaardelijk over met een herexamen voor cijferkunst.Ga naar eind30 Dat de vader van Couperus zich niet zo druk had hoeven maken om zijn jongste zoon is achteraf makkelijk praten! Toen de oudste zonen eenmaal goed en wel bij het Binnenlands Bestuur begonnen waren, vond de oude heer dat er aan het verblijf in Batavia een einde gekomen was. Op 16 april 1878 wordt er vendutie gehouden in het statige huis aan het Koningsplein, waar ‘een fraaijen inboedel’ te koop wordt aangeboden. De meest opvallende stukken wil ik de lezer absoluut niet onthouden zoals daar zijn: fantasie stoelen, ijzeren één- en twee-persoonsledikanten, een toilet duchesse, een grote collectie zang- en pianomuziek, alles ingebonden, van de meest bekende componisten, een weinig gebruikte Europese landauer en tot slot (dikgedrukt) een koe met kalf.Ga naar eind31 Op vrijdag 20 april vertrekken Couperus, echtgenote en één kindGa naar eind32 terug naar Holland. Voor Louis betekent dat afscheid van Elisabeth, die nog in Deli woonde, de zon en een onbezorgd bestaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De laatste jarenIn 1879 keert het gezin Baud terug uit Deli. Vader Ricus heeft er niet de toekomst gevonden die hij had gedacht. Ze installeren zich in Buitenzorg. Ik heb niet kunnen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gymnasium Willem III. Uit: Frédéric Bastet. De wereld van Louis Couperus. Amsterdam 1991.
achterhalen of de vader van Elisabeth in zijn laatste Buitenzorgse jaren een functie vervulde en welke functie dat geweest is. Op 30 augustus wordt daar nog een dochter, Wilhelmina, geboren. Zij is dertien jaar jonger dan Elisabeth. Het gezin telt dan, na het verlies van John in Deli, opnieuw vier kinderen. Het heeft niet lang zo mogen zijn. Op 4 juli 1882 overlijdt Rica, op tienjarige leeftijd. Kort daarna slaat het noodlot opnieuw toe, de vader van Elisabeth overlijdt op 1 januari 1883 in Buitenzorg op 44-jarige leeftijd. Hij laat zijn gezin in zorgelijke financiële omstandigheden achter. Voor het laatst wordt de inboedel verkocht en uiteindelijk verlaten op 4 april 1883 mevrouw Baud, geboren Toussaint, twee kinderen (Willem en Wilhelmina) en mejuffrouw Baud (Elisabeth) Batavia. De Indische jeugd van Elisabeth is ten einde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijdsbalk
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sophie Zijlstra (geboren in Den Haag in 1967) studeerde Sinologie in Leiden. Ze was reisleidster in het Verre Oosten en woonde en werkte in Kaapstad (Zuid-Afrika). In 2007 debuteerde ze met de roman Mevrouw Couperus (uitgeverij Contact). Sinds 2007 is ze lid van de Medisch Ethische Toetsingscommissie van het Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam. Momenteel werkt ze aan haar tweede roman, wederom vanuit een historisch perspectief, die eind Zoog bij dezelfde uitgever zal verschijnen. |
|