Indische Letteren. Jaargang 23
(2008)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 102]
| |||||
De roman Eindexamen 1940 van Diet Kramer
| |||||
[pagina 103]
| |||||
Ook dat is een constatering die nog steeds overeind staat. Het zijn voornamelijk vrouwelijke schrijvers geweest van Indische jeugdboeken die samen een helder beeld hebben geschapen van het kinderleven in Indië. Zij mochten immers de kleine en de grote vreugden van het tropische leven van zonsopgang tot zonsondergang weergeven, niet gehinderd door een vorm van politieke correctheid die later zo vaak de norm werd. Ik noem een paar schrijfsters: M.A.M. Renes-Boldingh, Ems L.H. van Soest en Marie van Zeggelen. Deze drie hebben zeer veel gepubliceerd - en zeer uitvoerig - over het Indische kinderleven. Daar hoort ook Diet Kramer bij, al heeft zij veel minder gepubliceerd. Laat ik beginnen met bijzonderheden over de schrijfster. Zij werd geboren in 1907, en schreef destijds als leerling van de middelbare school de roman Stans van de Vijfjarige, een boek dat zeer gunstig werd beoordeeld. Later was zij actief in het uitgeverswezen en ging in 1933 naar Java waar zij trouwde met de rector van het Bataviaasch Lyceum. Na de Japanse inval werd het gezin geïnterneerd. De man van Diet | |||||
[pagina 104]
| |||||
Kramer overleefde de bezetting niet. Terug in Nederland schreef zij de kamproman Thuisvaart (1948). Ze stierf in 1965 op achtenvijftigjarige leeftijd. Haar boeken spelen vaak in de wereld van de opgroeiende tiener, levend in een redelijk welgesteld milieu, en leerling van een middelbare school. Dat is ook het geval met Eindexamen 1940. Het boek is alleen in het Indië van vlak vóór de Japanse bezetting verschenen, omdat het contact met Nederland sedert 10 mei 1940 verbroken was. Dit is waarschijnlijk de belangrijkste reden dat het boek relatief zo weinig bekend is. Zelfs in een monografie van het Bureau Boek en Jeugd over de persoon en het werk van de schrijfster wordt het boek niet genoemd.Ga naar eind3 Omdat er waarschijnlijk maar enkele exemplaren in Nederland terecht zijn gekomen is het boek ook in het antiquariaat een grote onbekende. Dat is jammer want een boek over het gezinsleven onder de dreiging van de Tweede Wereldoorlog is toch bijzonder te noemen. Zeker in historisch opzicht. Literair is het boek zwak, de stijl wat journalistiek en kennelijk is het in haast geschreven. Zeker de bijfiguren zijn nogal schetsmatig weergegeven, maar de stof blijft natuurlijk interessant. | |||||
Eindexamen 1940Hoofdfiguur in het boek is het Hollandse meisje Egbertje de Lank dat woont in een grote stad op Java en voor haar eindexamen staat. Het gezin telt zeven kinderen, vader De Lank heeft een handelsfirma en een van de zonen zit in Nederland op de Deventer Landbouwschool. De oudste zoon, die eerder een studie in Rotterdam heeft afgebroken, heeft in de jaren dertig door Europa gezworven, vooral in Duitsland waar het nationaal-socialisme in opkomst was. Aan het begin van de roman is de zoon weer thuis en werkt op het kantoor van zijn vader. Zijn taak wordt steeds groter omdat de vader aan een ernstige ziekte blijkt te lijden. De meeste kinderen uit de examenklas zullen - zo hoopt men althans - te zijner tijd naar Nederland vertrekken voor verdere studie, maar de berichten uit Europa worden steeds grimmiger en het optreden van Hitler-Duitsland dreigt roet in het eten te zullen strooien. In feite is de naderende oorlog het hoofdthema van het boek. De literaire aspiraties van de hoofdfiguur vormen het tweede thema, want het meisje heeft stiekem een roman geschreven en opgestuurd voor een prijsvraag van een uitgeverij. Zij haalt de eerste prijs. Hierin zitvoor de schrijfster veel autobiografisch materiaal verwerkt. Diet Kramer schreef immers als middelbare scholier de roman Stans van de Vijfjarige. De roman Eindexamen 1940, uitgegeven door Kolff & Co | |||||
[pagina 105]
| |||||
te Batavia, beslaat het tijdperk november 1939 tot juni 1940, en werd in 1941 gepubliceerd. In de examenklas zitten ook zonen van NSB-sympathisanten die conflicten uitlokken met hun klasgenoten. Diet Kramer verwoordt zo'n ruzie op het schoolplein als volgt: ‘En Duitsland is natuurlijk zo onschuldig als een pasgeboren kind. De geallieerden hebben hun dit nieuwe avontuur opgedrongen. Ze zijn geforceerd. Noorwegen had zich kunnen voegen naar de Duitse wensen en er zou geen druppel bloed gevloeid zijn. En heb je gelezen, wat die kerels tegen Holland durven zeggen? Als Holland zich bij een mogelijke invasie van de Duitsers maar net zo netjes en gedwee gedraagt als Denemarken, dan zal voor Holland alles goed aflopen. Bah!” “Het beest is nu eenmaal los in Europa. Het vliegt alles wat kleiner en zwakker is naar de keel.” “Macht is recht” heeft Herr Hitler uitgemaakt”, zei Eef schijnbaar laconiek.’Ga naar eind4 Het loopt zelfs uit op een vechtpartij en enkele medeleerlingen vragen Sjoerd de Lank om eens uit te leggen hoe dat in Europa waar hij onlangs nog verbleef allemaal toegaat. Zijn fel anti-Duitse betoog beslaat in het boek maar liefst twaalf bladzijden. Zijn visie is meer dan duidelijk: ‘“Ik heb in Tsjecho-Slowakije mensen gezien, die terug kwamen uit concentratiekampen .... jongens, een paar jaar ouder dan Tom, jongens zoals Jaap. Ik .... ik kan er niet over spreken. Vergeten zal ik het nooit.”’Ga naar eind5
Sjoerd de Lank schetst voor zijn medeleerlingen het Duitsland van de jaren dertig: Hoe dan ook, de macht was in handen gekomen van een kleine clique van machtswellustelingen, abnormalen, materialisten-van-de-grofste soort. En die clique breidde zich met de dag uit met lui, die begerig waren naar goede banen, naar macht, naar geld en zeggingsschap .... al was het dan maar over een gouw, over een stadje, over een troep kinderen. Met geen mogelijkheid kon het volk de macht terugkrijgen van deze ‘leiders’. Het leerde wèl en op hardhandige wijze, die leiders vereren, het leerde juichen en betogingen houden en enthousiast-doen, op straffe des doods. En de dood in de concentratiekampen was en is een gruwelijke dood. Terreur werd het wachtwoord.’Ga naar eind6 Verder worden er in het boek letterlijk tientallen bladzijden gewijd aan de fronten in Europa; in Noorwegen, Polen, Tsjecho-Slowakije, en Finland. Dan breekt de tiende mei aan met het bericht dat Nederland door de Duitsers is binnengevallen. In het | |||||
[pagina 106]
| |||||
boek worden ook aan dit gebeuren vele tientallen bladzijden gewijd. Het betekent dat Indië niet meer kon steunen op het moederland en alleen zijn weg moest zoeken in de internationale politiek. Het betekent ook dat de hoofdfiguur niet voor verdere studie kan afreizen naar Holland. Het beeld van die uiterst spannende dagen en weken wordt heel levendig weergegeven. Over de opening van de Volksraad schrijft Diet Kramer het volgende: Het werd een hele kring om de radio. Gespannen luisterden ze naar de drukte rondom het Volksraadsgebouw, die bijna feestelijk klonk. Daarna de aankomst van den Gouverneur-Generaal, commando's tot de erewacht van soldaten, het Wilhelmus. De Gouverneur-Generaal sprak. Ze hadden die stem in de laatste weken wel goed leren kennen. Het was een lange redevoering en de jongsten uit de kring toonden ongeduld. Dit ging boven hun begrip! De staatkundige positie, de interneringen, de scheepvaart, de export. Ook met belastingverhogingen hadden zij niets te maken. [...] In zeker opzicht was de Volksraad in de plaats van de Tweede kamer gekomen. Een groot deel van de taak en de zware plichten der Staten-Generaal rustte thans op de schouders van hen, die het gebouw in het Hertogspark betraden. Hij sprak over eensgezindheid en offervaardigheid, over loyaliteit, zoals die reeds door schier alle bevolkingsgroepen getoond was.Ga naar eind7 Het boek besluit met een gezamenlijke maaltijd na de begrafenis van de vader enkele weken eerder. De hoofdpersoon filosofeert over verleden en toekomst: Veel was er veranderd in de laatste maanden. Het leek nog maar zo kort geleden, dat ze een blaag met weinig zorg en geen enkel verdriet, op de schoolbanken zat. Zo kort geleden had het leven nog eenvoudig en prettig en makkelijk geleken. Daarna .... de ernst om wat Sjoerd tot hen gezegd had, het nadenken erover, het eindexamen en de verwarde, angstige tijd er om heen, het eindiploma, de woorden van den directeur, vaders ziekte, vaders dood en het ontstellende, dat zich in die tijd in Europa had afgespeeld.Ga naar eind8 | |||||
Vrije mensen in een vrij landWat het boek zo interessant maakt, is het accurate beeld van een Hollands gezin in Indië onder de dreiging van een komende wereldoorlog. Blijft de vraag of het boek in literair opzicht de streep haalt. Of blijf je het vooral lezen om de politiek-histori- | |||||
[pagina 107]
| |||||
sche feiten die als in een caleidoscoop aan je voorbij trekken? Ik denk het laatste, want de karakters in het boek zijn - ik schreef het al - vlak weergegeven, weliswaar met veel stemverheffing en uitroeptekens, maar echt tot leven wil het maar niet komen. Maar ook aan die grote aandacht is iets grondig mis.
Ik grijp even terug op een ander citaat uit de toespraak in de Volksraad: Hare Majesteit de Koningin heeft de vijf-entwintigste Mei Haar rede tot Nederland overzee beëindigd met haar gebod: Dit lezende en dan vooral dat ‘tientallen millioenen burgers’ brengt je tot het besef dat in de roman met geen woord wordt gesproken over de verhouding Nederland-Indonesië. En dat voor een boek dat zo politiek correct wil zijn. Er wordt letterlijk met geen één woord gesproken over het streven van grote groepen Indonesiërs naar een vorm van onafhankelijkheid. Geen woord over Boven Digoel, geen woord over de muiterij op de Zeven Provinciën, geen woord over de veelvuldige arrestaties van Soekarno. En dat in een boek waarin toekomstverwachtingen zo'n grote rol spelen. Als de kinderen de Lank de bedienden proberen uit te leggen wat er in Europa gebeurt, lezen wij het volgende: Bertie keek naar hun gezichten, naar Djaïns oude gerimpelde kop, naar de aandachtige, donkere ogen van den kebon. Hoe is het mogelijk, vraag je je anno 2008 af, dat het Indonesische vrijheidsstreven nergens in de roman aan bod komt. Een mogelijke verklaring is het feit dat het merendeel van de uitgezonden Nederlanders volstrekt op zichzelf leefde en nauwelijks wiste wat er in de Indonesische maatschappij speelde. Er zijn historici die het mis- | |||||
[pagina 108]
| |||||
lukken van de Nederlands-Indonesische vredesbesprekingen deels willen wijten aan dat fenomeen. Men kende elkaar niet en de meeste Nederlanders - ook zij die het goede voor hadden met de ex-kolonie - wisten niet wie in het Republikeinse kamp de echte leiders waren, en wie niet. Waarschijnlijk idem dito aan Republikeinse kant ten aanzien van hun Nederlandse counterparts. Het gezin De Lank in de roman is zo'n goed voorbeeld van het nauwgezet overbrengen van het Hollandse huisgezinnetje naar de Oost. Al die Nederlandse gezinnetjes, verenigingen en clubverbanden waren als eilandjes in een zee van Indonesisch leven. | |||||
Een ver paradijsEen jeugd in Indië heeft veel paradijselijke kanten, zo blijkt uit veel bronnen in de Indische letteren. Het is goed om zo nu en dan op de schaduwzijden te wijzen. Tot besluit nog wat opmerkingen over de Indische tieners, zoals die worden geportretteerd in de roman Eindexamen 1940. Dat de politiek hun paradijselijke leven is binnengetreden wordt zonder meer duidelijk aan de hand van de politieke discussies in het boek. Je zou zelfs kunnen vaststellen dat niet heel plotseling van de ene dag op de andere hun leven ingrijpend zou veranderen. Vanaf midden jaren dertig werd het openbare leven geconfronteerd met het naderende oorlogsgeweld, maar wij wilden het kennelijk niet zien. De paginalange vertogen over de politieke toestand bewijzen dat wel. De conflicten met de kinderen van NSB-ouders zijn - meen ik - waarheidsgetrouw weergegeven, maar anderzijds grijpen ze niet echt in op hun leven. Daarvoor was Europa - bij de opvoeding van het Indische kind toch meestal als voorbeeld gesteld - letterlijk te ver van hun bed. Het leven van de bedienden speelde voor hen geen rol van betekenis, zelfs de Indonesische maatschappij in het algemeen niet. Je zou kunnen zeggen dat de Indische ouders van toen hun kinderen vooral wilden laten lijken op de jeugd in Nederland. Deze conclusie levert de jeugdroman van Diet Kramer wel degelijk op en daarom is het boek - naar mijn mening - een waardevolle bron voor verdere studie. | |||||
[pagina 109]
| |||||
Bibliografie
|