Indische Letteren. Jaargang 2
(1987)– [tijdschrift] Indische Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
De hoogte van de galg
| |
[pagina 72]
| |
Karel Wybrands (1863-1929)
| |
[pagina 73]
| |
Maar er is in Indië rond de eeuwwisseling één journalist, die weinig last van die verlegenheid had, en die in zijn eerste kritiek op De miljoenen uit Deli meteen al een bijtende en felle aanval doet op de geloofsovertuiging van Van den Brand. ‘De Delische Miljoenen’, schrijft deze scribent, is ‘walgelijk christelijk gehuichel...’ Het is Karel Wybrands (1863-1929), een van de meest bekende tropenjournalisten, later deel uitmakend van het befaamde drietal, dat dr. C. Wormser in zijn boek Journalistiek op Java als volgt omschreef: ‘drie persoonlijkheden, die grooten invloed hebben gehad op de wording der berichtgeving en op de vorming van de journalistiek, en alhoewel deze invloed in menig opzicht ver van zegenrijk is geweest, hun arbeid is in nog grootere mate Indië ten goede gekomen, en hun fouten moeten gezien worden in het kader van hun tijd en van hun afkomst.’Ga naar eind1 Drie mannen, die meestal werden aangeduid met hun initialen: K W, Z, en D W B: Karel Wybrands, Zentgraaff en Dominique Berrety. Bij Wormser heet Karel Wybrands ‘de geestige, onverzoenlijke, de onbeheerschte, de groote Indische journalist uit het begin dezer eeuw’ en Zentgraaff - in ons land vooral bekend door zijn polemiek met Du Perron - ‘de bekwaamste, meest gelezen, meest belezen, meest gevierde en meest verwenschte hoofdredacteur’.Ga naar eind2 Maar wie het werk van Du Perron goed kent, weet dat deze bedrijvers van de zogenaamde ‘tropenstijl’ hun faam vooral ontleenden aan een vorm van vuilspuiterij, verdachtmaking en revolverjournalistiek. Du Perron schrijft in 1939 in een brief naar Nederland over Karel Wybrands het volgende: De man schreef zijn leven lang als de aap van Multatuli, maar heeft zich later prachtig aan de kant van de koloniale bezitters geschaard, en in zijn krant geschreven dat ‘de Inlander moest worden opgeheven tot de hoogte van de galg’. Voor mij (ik heb hem persoonlijk gekend) een onfris tropenverschijnsel met wat meer lef; verder niets.Ga naar eind3 En wie wat meer wil weten over K W doet er goed aan het tweeëntwintigste hoofdstuk uit Het land van herkomst nog eens te lezen. Immers, de hoofdredacteur die in het hoofdstuk, getiteld De Maatschappij, wordt opgevoerd als W D, is niemand minder dan Karel Wybrands. Zijn krant De Nieuwsbode is in feite Het Nieuws van de Dag, de krant waar Du Perron destijds in Batavia vier maanden werkte. Iedereen kende, schrijft Du Perron, ‘zijn Janklaassenprofiel met romeinse pretenties’. Welnu, het is dezelfde Wybrands die in 1902 zijn fiolen van toorn | |
[pagina 74]
| |
uitstort over de brochure van Van den Brand. Het blijkt een klassiek staaltje te zijn van die soort Indische revolverjournalistiek, die jaren later zo groot heette te zijn. Zijn kritiek op De miljoenen uit Deli staat vol dubieuze debatteer-trucjes, halve waarheden en verdachtmakingen. D.M.C. Koch - ook al zo'n befaamde oude Indische journalist, maar een die wèl deugde - schreef eens over K W: ‘Hij gebruikte de krant voor het uitoefenen van een terreur. Hij hanteerde daarbij voornamelijk het wapen van de spot [...] en belasterde zijn tegenstanders in termen die de lasteraar voor de rechtbank ongrijpbaar maakten.’Ga naar eind4 Het gaat helemaal op voor de kritiek op De miljoenen uit Deli, waarvan hij de strekking onder tafel probeert te vegen door hoofd- en bijzaken sluw om te wisselen; het voor te stellen alsof de wreedheden het werk zijn van enkele individuen met ‘geslachtelijke afdwalingen’ en de boude constatering dat de Javaanse koelie voldoende in Deli verdient voor zijn behoefte. Van den Brands appèl aan het christelijk geweten geldt voor K W al helemaal niet; hij is maar ‘een nagemaakte dweeper’... Het leek mij interessant - als bijdrage aan de discussie rond Koelies, planters en koloniale politiek - om de kritiek van K W uit Het Nieuws van de Dag van vrijdag 5 december 1902 in zijn geheel af te drukken (onder dankzegging aan de Centrale Bibliotheek van het KIT, die mij de kritiek toespeelde).
N.B. De kritiek van K. Wybrands werd overgenomen uit Het Nieuws van de Dag van vrijdag 5 december 1902, 7e jaargang, nr. 280 (Centr. Bibliotheek KIT). |