Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen
(1967)–Anoniem Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen– Auteursrechtelijk beschermdVolgen eenige Morgen ende Avond-Gebeden.
Den lij. Loff-sangh,
| |
[Folio 49v]
| |
HEER, die t'allen stonden
Ons beware voor de Sonden.
2 In ons Mond een Toom doet leggen,
Om de Tongh te dwingen wildt,
Dat wy niemand en mis-seggen,
Maar staan na 'tgeen Twee-draght stilt.
Ons Gesicht stuyrt vroegh en laat,
Dat het d'ydelheyden quaadt
Schouwen leer: oock wilt van binnen
Suyveren ons Hert en Sinnen.
3 Leuyheydt, Gulsigheydt, Pracht moedigh,
Huyden van ons verre sy:
Dat wy als den Dagh gaat spoedigh,
En den Nacht ons comet by
V (die woont in 'sHemelsch Throon)
Dancken voor dees Duechden schoon.
GODT, om uw's Soons wil, van blamen
Door u GEEST bevrijdt ons; Amen.
|
|