Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen
(1967)–Anoniem Hymni, ofte Loff-sangen op de Christelijcke feest-dagen– Auteursrechtelijk beschermd
Den lj. Loff-sangh,
| |
[Folio 48v]
| |
Zijnen Geest om CHRISTI wil.
2 Desen Geest is d'Godtlijck' Ader,
Die uyt-gaat van GODT den VADER,
Van gelijcken uyt den Soon.
En ons deylt zijn Gaven schoon.
Wie gelooft can nu verwerven
'Trechte Zegel zijner Erven,
In zijn hert den waren Pandt,
Een Vier 'twelck on-sienlijck brandt.
3 'Tis een Levende Fonteyne,
'Tis een Salvingh die maackt reyne:
'Tis een Trooster in-den noodt,
Dien hy blijft tot in-der Doodt.
'Tis den VVindt die in beswaarheydt
Doet belijden alle Waarheydt:
Die op rechte Vreese geeft,
Wijsheydt, Raadt, en Sterckte heeft.
4 CHRISTI Rijcks Verborgentheyden
Can ons dees Geests kracht verbreyden:
Want hy't al door-soeckt gewis,
En den rechten Trouw-ringh is:
Die des HEEREN Bruydt verknoopet,
Die in CHRISTVM is gedoopet.
Desen Geest hy hebben moet,
Die wil crijghen 'teeuvvigh Goedt.
5 Daar dees Geest niet wordt vernomen,
Can geen Nieuvv'-Geboorte comen:
Want hy is die Heyligh maackt,
En geeft dat-men 'tHeraelsch' smaackt.
'Tis den Vinger, waar door 'tLeven
In ons' Herten wordt geschreven,
Die 'tGemoedt oock haast verkeert,
Hoop, Gelooff, en Lieffd' hy leert.
6 VADER, o sijt ons genadigh,
Seyndt ons desen Geest gestadigh,
| |
[Folio 49r]
| |
Om uw's Soons wil sulckes doet,
Die ons heeft gestort zijn Bloedt:
Wilt ons zijne Vrucht in-lijven:
Vrede, Lieffd' laat by ons blijven:
Wat Aerdtsch is dat sy veracht,
En vernieuwt ons door zijn kracht.
|
|