De val eener mode.
Tot aan het jaar 1712 was er aan het voor geheel Europa toonaangevende hof te Versailles een haartooi bij de dames in zwang, die zich étagère-achtig over het kapsel tot een vrij groote hoogte verhief, wat natuurlijk een zeer opvallenden indruk maakte. Aan deze overdreven mode kwam, door een bezoek van koningin Anna van Engeland aan het hof te Versailles, plotseling een einde.
Toen laatstgenoemde koningin met twee harer hofdames voor de eerste maal de eetzaal van Lodewijk XVI betrad, viel den Franschen hofdames de lage haartooi der Engelsche vorstin in het oog. Een oogenblik heerschte er een pijnlijke stilte, waaraan evenwel een einde kwam toen men om den mond van den koning een spotachtig lachje meende te bespeuren. Dit was voor de dames het sein om de lage, Engelsche haardracht met een weinig beleefd gelach te begroeten.
De koning trachtte evenwel aan deze ongepaste vroolijkheid zijner hofhouding een einde te maken door de koningin galant de hand te kussen en haar toe te fluisteren: ‘Gij kunt hier bemerken, mevrouw, dat de al te hooge haartooi nadeelig op de hersens der verschillende dames schijnt te werken!’
Natuurlijk was er niets meer noodig om een plotselinge revolutie in den haartooi in het leven te roepen. Gedurende den nacht, die op dit gedenkwaardig middagmaal volgde, hadden kameniers en modisten handen vol werk om de lint- en vedertorens der dames te veranderen in de veel eenvoudiger haardracht der Engelsche vrouwen. Den dag daarop zag de koningin van Engeland slechts laag gekapte dameshoofden, en de vriendschappelijke verstandhouding, die er sedert dien tijd tusschen de beide hoven heerschte, was voor het grootste deel toe te schrijven aan de revolutie in het haarkapsel ten gunste van Engeland.