Op bezoek bij grootje.
Keetje heeft veel pret in haar leven; ze is de jongste van het gezin en wordt daardoor door vader en moeder verwend, door broers en zusters vertroeteld, die haar wel dikwijls plagen, maar toch nooit in ernst.
Bijna iederen dag van het jaar vindt ze even prettig, maar er zijn toch dagen waar met meer verlangen naar wordt uitgezien dan naar de anderen; 't zijn namelijk die als ze op bezoek gaat bij Grootje.
Grootje is o, zoo oud, maar ook o, zoo goed en o, zoo lief! Keetje kan zich niet herinneren dat Grootje ooit op haar gebromd heeft. En vertellen dat Grootje kan; geen sprookjes, neen echte gebeurtenissen, die zij zelve heeft meegemaakt. 't Is thuis wel prettig, maar een bezoek bij Grootje, - daar haalt niets bij.