Lord Salisbury en diens opvolger.
(Bij het portret op blz. 313.)
Het was reeds lang voor velen geen geheim meer, dat Lord Salisbury op zijn buitengoed Hatfield zich nog maar zeer weinig met de staatszaken bezighield. Hij leidde het conservatieve Kabinet nog slechts in naam, zonderde zich af met zijn boeken voor zijn chemische studiën en liet het regeeren aan zijn ambtscollega's over.
Nu is hij ook officieel afgetreden en de dagbladen plaatsen lange artikelen om zijn verdiensten als staatsman te huldigen. Reeds uit de helft van de vorige eeuw dateert zijn optreden in het openbare leven, toen hij als redenaar tegen het ‘kracht- en energielooze’ regiment der liberalen optrad. Hij overlaadde zijn politieke tegenstanders met spot en hoon, en viel hen voornamelijk in tijdschriften met scherpe artikelen aan. Voor deze artikelen liet hij zich, niettegenstaande den rijkdom zijns vaders, ruimschoots betalen, daar deze hem uit ergernis over het huwelijk met een rechtersdochter zeer krap hield.
Spoedig evenwel had hij een goede positie, en kreeg reeds in het jaar 1853 als drie-en-twintig-jarig jongeling een mandaat voor het Lagerhuis. Als diplomaat verwierf hij zich de eerste lauweren op het Berlijnsche congres in het jaar 1878, waar hij met Lord Beaconsfieid de eischen van Rusland zeer wist te beperken. Van toen af werd zijn positie steeds beter, totdat hij in 1885 voor het eerst tot Engelands eersten staatsman benoemd werd. Na een tijdelijken ommekeer nam hij in het volgend jaar de kabinetsvorming voor de tweede maal op zich en bleef tot in 1892 premier. Toen loste Gladstone hem af, die in 1895 evenwel weer het veld voor hem moest ruimen, van welken tijd af de conservatieve partij onder Salisbury voortdurend aan het roer bleef.
Als redenaar in het parlement bezat hij niet veel tact. Als een marmeren beeld stond hij kaarsrecht aan zijn spreekgestoelte, sprak zijn rede, zonder ooit zijn stem uit te zetten, tot het einde toe uit en vermeed angstig zijn toehoorders in de oogen te zien. Van Gladstone's vuur was in zijn rede geen spoor te ontdekken, hoewel hij van bijtend en bijna cynisch sarcasme hield. Zijn rede liep altijd glad van stapel, als hij tenminste met zijn rechterhand kon steunen op een op den rand van zijn spreekgestoelte rechtopstaand boek. Was dit niet het geval, dan raakte hij den draad kwijt en in de war.
Hij bezat een bizondere gave om zijn partij tegen de oppositie te verdedigen; op die wijze gaf hij den grooten Gladstone dikwijls handenvol werk, en heeft diens positie meermalen aan het wankelen gebracht.
De nieuwe premier Balfour overtreft zijn voorganger stellig op één punt: het golfspel (kolven). Hierin is hij een onovertroffen meester, terwijl Salisbury er nooit groote vorderingen in maakte. Overigens is Balfour Salisbury's leerling, daar hij steeds voor diens opvolger doorging. Naast Chamberlain is hij een der knapste redenaars in het Kabinet en een der beste diplomaten.