Beschrijving van het ontstaan eener Zon- en Maaneclips. (Vertaling uit de Manik-majo [Bijbelgeschiedenis der Boedhisten, door een Javaan beschreven]).
Een ieder, die eenigen tijd op Java heeft doorgebracht en daar een zon- of een maaneclips bijwoonde, heeft bij een dergelijk natuurverschijnsel dat eigenaardige geluid gehoord, veroorzaakt door het slaan der inlanders op de rijstblokken, zonder er misschien bij te denken, hoe die gewoonte is ontstaan. Voor hen, wien dit nog een raadsel is, diene het volgende:
Batoro (de Godheid) Goeroe, wenschende, dat de wereld (het eiland Java) door een berg werd vastgespijkerd, opdat ze niet door de zee kon worden bewogen, verkreeg dien berg, door zonder ophouden daarom te bidden, in het westen van het eiland. Deze berg, Djamordipo geheeten, was echter zóó groot en zwaar, dat hij de wereld naar het westen deed overhellen, en daarom gaf Batoro Goeroe den Goden den last, om hem naar het oosten te doen vervoeren.
Terwijl de Goden hiermede bezig waren, werden zij door de groote hitte en de inspanning dorstig, dronken van het water, dat zich langs de helling van den berg naar beneden stortte, en - stierven allen.
Batoro Goeroe, die van dit water niet gedronken had, vond op den top van dienzelfden berg een levenswater, Martokamandaloe genaamd. Hiermede besproeide hij de Goden, die daarop het leven weder terugkregen en hun werk weder hervatten.
Toen de berg naar het oosten vervoerd was, werd hij daar ergens neergeworpen en deed de bergen Mojo, Pandan, Bantjak, Semeroe en meer andere ontstaan. Het werk geheel afgeloopen zijnde, kregen de Goden van Batoro Goeroe het levenswater Mertokamandaloe te drinken, waarop een reus, Remboetjoeloeng geheeten, en dit van uit den hemel ziende, nederdaalde en mede van dat levenswater dronk. Een der Goden, Wisnoe genaamd, die dit opmerkte en bevreesd was, hem, ten gevolge van de uitwerking van het levenswater, niet te zullen kunnen bestrijden, spande oogenblikkelijk zijn boog, schoot, en trof hem aan zijn hals. Daar het levenswater zich reeds in het hoofd van den reus bevond, was dit in staat, zich van den romp te scheiden en weer opwaarts te stijgen, waar het, volgens overleveringen der Boedhisten, de zon en de maan opat, waardoor de wereld werd verduisterd. Om nu deze beide hemellichamen te hulp te komen, werd op het rijstblok geslagen, hetgeen na dien bij de Javanen een gewoonte is geworden bij een zon- of maaneclips.
Carlos.