Oud- en nieuw-Rotterdam.
Met bijschriften van J.H.W. Unger.
Het kijkje op een plekje van oud-Rotterdam, dat onderstaande afbeelding ons geeft, doet bij eerste beschouwing niet zooveel verandering bespeuren als wel inderdaad het geval is, als men de onderdeelen der teekening aan een nauwkeuriger onderzoek onderwerpt. De huizenrij is ongeveer nog dezelfde, enkele gevels zijn veranderd; maar het grootste verschil is aan den mond van de Oude Haven te vinden.
Men ziet daar links nog de fraaie Oude Hoofdpoort afgebeeld, waarvan in een der volgende afleveringen van dit tijdschrift een reproductie zal worden opgenomen. De oude Spanjaarsbrug was toen nog een ophaalbrug van bescheiden afmeting.
Aan het uiteinde der Geldersche kade ziet men de Jan-Kuitenbrug, eveneens nog als valbrug afgeteekend. Deze voert naar het Oude Hoofd en het Bolwerk, waar toen ook nog een poort stond: de Wester Oude Hoofdpoort, in 1827 afgebroken, veel minder fraai en groot dan de Oude Hoofdpoort, die in 1856 werd gesloopt, aan de andere zijde der Oude Haven.
De verbinding tusschen Spaansche kade en Haringvliet met Geldersche kade, Wijnhaven en Boompjes had toen door
‘de geldersche kaden en oude haven van de gapersbrug gezien, omstreeks ao 1800.’ kopergravure van joh. bemme, naar d. moens.