laat Gothischen tijd, - zijn kostbare kunstschatten in de kerk, de begraafplaats der graven van Erbach, zijn oude bronnen en vriendelijke erkers, doet ons al dadelijk kennismaken met de eigendomlijkheden der streek en voert ons midden in het Erbachsche gebied.
Niet ver hier vandaan liggen de sloten Fürstenau en Erbach, de verblijfplaatsen der graven Erbach - Fürstenau en Erbach - Erbach, tot wie als derde geslacht de graven van Erbach - Schönberg en het slot Schönberg aan de Bergstraat zich aansluiten.
Uit deze drie takken namelijk bestaat het Erbachsche geslacht sedert het jaar 1672, toen de eerste verdeeling in het gravenhuis plaats had, die evenwel nooit, ook niet toen ze in het jaar 1747 door het uitsterven van een der takken herhaald werd, tot een grond- of landverdeeling aanleiding gaf. Er was en is slechts één graafschap Erbach in drie deelen.
Met de oplossing van het Duitsche rijk en het in het leven roepen der tegenwoordige vorstenhuizen is natuurlijk ook haar uiterlijke positie veranderd. Al is ook de Groothertog van Hessen de souvereine heerscher over het gebied van het graafschap geworden, dan hebben toch de graven van Erbach, krachtens het edict van 1858, op hun bezittingen een reeks privilegiën behouden, o.a. het patrimonium over kerken en scholen, het recht van het besturen
Raadhuis te Michelstadt.
van het land door eigen beambten, die in zekeren zin een miniatuur regeering vormen. En welke waarde hieraan gehecht wordt, blijkt het best uit het feit, dat in den tak Erbach en Fürstenau, jongere leden uit het grafelijk huis voorname betrekkingen bekleeden, terwijl in Schönberg aan het hoofd van het grafelijk rentmeesterschap een kind van het land, een zoon van den voormaligen Berlijnschen hofprediker Wilhelm Baur staat, en met ijver, liefde en verstand de belangen van zijn ‘Heer’ waarneemt.
De groote genegenheid, die tusschen het Erbachsche gravenhuis en de bevolking bestaat, heeft, dank zij de menschlievende en voorname gezindheid van dat geslacht, een band doen ontstaan, die zijn uitdrukking vindt in eene onwankelbare aanhankelijkheid en vereering, en waar zij den ‘Heer’ (zoo noemen de bewoners van het Odenwald hun graaf) er een bewijs van kunnen geven, zullen zij het niet nalaten.
Deze liefde van het volk is het hoogste goed, dat het Erbachs-geslacht bezit, en evenals destijds graaf Eberhard met den Baard, kunnen ook heden ten dage nog de graven van Erbach zich geheel op hun onderdanen verlaten.
De sloten en stamzetels der graven dragen ook het eigenaardig karakter van het landschap en zijn bewoners; geen trotsche burchten, geen zuilen, geen strenge afzondering, maar bekoorlijke verblijfplaatsen in een lieve streek, midden tusschen de idyllische dorpen en steden van het Odenwald.
Het slot Fürstenau bijv., bewoond door graaf Adalbert, is zeer schilderachtig gelegen tusschen hemelhooge boomgroepen en een netwerk van klimop en wilde rozen.
Een indrukwekkende booggalerij, die tot de mooisten behoort in den tijd der renaissance gebouwd, verhoogt den romantischen aanblik van het vreedzame slot. Op een goed uur afstands van Fürstenau ligt het stadje Erbach, de woonplaats van graaf Albrecht IV van Erbach-Erbach en diens gemalin, een dochter van den regeerenden graaf van Stolberg-Stolberg.
Het slot Erbach, dat midden in het stadje van dien naam ligt, heeft als gebouw weinig waarde, maar des te rijker is het aan kunstschatten van zeldzamen aard, die meest allen door den voorvader Frans I van Erbach-Erbach (1754-1823) verzameld zijn.
In dit eerwaardig, maar toch bizonder eenvoudig gebouw vinden wij eene verzameling van kunstvoorwerpen, die zelfs het grootste museum tot sieraad zou kunnen verstrekken.
Wanneer wij het dal der Mümling, tegenover Darmstadt, opgaan, komen wij op het gebied der Erbach - Schönbergsche bezittingen, aan de overoude heerlijkheid Breuberg, die zich om een der interessantste Duitsche burchten, de vesting Breuberg, groepeert.
Het slot en de heerlijkheid Breuberg - ook dit is bizonder interessant - zijn nu gemeenzaam eigendom van twee geslachten, die in geen enkele familierelatie tot elkaar staan, de vorst van Löwenstein - Wertheim en de graaf van Erbach - Schönberg, die er beiden op uit zijn, door zware geldelijke offers den burcht op den Breuberg in haar tegenwoordigen toestand te houden, als getuige der grootheid uit lang vervlogen tijden.
Tot de heerlijkheid Breuberg behoort ook het zeer oude klooster Höchst en het slot König, de woonzetel van den graaf van Erbach - Schönberg. De Schönbergsche linie heeft haren stamzetel op het slot Schönberg, in de buurt van Bensheim, dat op een hoogte gelegen, een heerlijken aanblik oplevert op berg en dal. Hier, in het liefelijkst deel van het Odenwald, resideeren graaf Gustaaf Ernst von Erbach - Schönberg en zijn vrouw, prinses Marie van Battenberg, zuster van den gestorven vorst van Bulgarije.
Graaf Erbach - Schönberg is de senior van het huis en staat door zijn huwelijk in familierelatie tot de vorstenhuizen van Engeland en Hessen.
Een nieuwe band met het geslacht van Waldeck - Pyrmont is gesloten door het huwelijk van den erfgraaf met prinses Elisabeth van Waldeck, een zuster van den regeerenden vorst, tevens een zuster van onze Koningin-Moeder, waardoor ook ons vorstenhuis verwantschap heeft gekregen met het geslacht van Erbach - Schönberg.
Hier, op het van de wereld afgezonderde slot König, was het, dat onze Koningin Wilhelmina in den herfst van 1900 in het strengste incognito vertoefde, waar zij haar tegenwoordigen gemaal, hertog Hendrik ‘heel toevallig’ ontmoette.
Hier werd de band tusschen hen beiden gesloten, die korten tijd daarop in Arolsen wereldkundig gemaakt werd.
Het slot Schönberg bezit nog kostbare herinneringen uit lang vervlogen tijden; hier woonde eens de onvergetelijke koningin Louise van Pruissen, wier vertrekken men uit een gevoel van piëteit onveranderd heeft gelaten; hier prijkt een door koningin Victoria van Engeland zelf geplante eik, bij gelegenheid van een bezoek aldaar.
Al is ook het Erbachsche gravengeslacht van zijn vroegere rechten als dynastie niets meer overgebleven dan het erfdeel hunner vaderen in grond en rechten en hun geschiedenis, dan hebben zij toch het hoogste op aarde, de liefde van hun volk, weten te verwerven en te behouden.