deeld, dat het opperhoofd van een land, dat grooter is dan Europa met alle toebehoorende eilanden erbij, een hem waardig woonhuis zou hebben.
het ‘witte huis’.
Langs breede trappen komt men door een in Griekschen stijl gebeeldhouwde portiek in de met groote weelde ingerichte woon- en ontvangkamers. Het schoonste wat Amerika op het gebied van kunst heeft voortgebracht, in decoratie, meubelen, tapijten, gobelins enz., is hier tot een verwonderlijk harmonisch geheel vereenigd.
Wanneer de nieuwe President zijn intrede
de eetzaal in het ‘witte huis’.
in het ‘Witte Huis’ doet, hoeft hij niets mee te brengen; hij vindt er alles, van het eenvoudigste keukengereedschap af, tot aan de prachtige porseleinen, kristallen en zilveren serviezen toe. Hij vindt er alles, maar hij moet er ook alles weer achterlaten wanneer hij afscheidneemt en er een ander in zijn plaats benoemd wordt. Niettegenstaande al deze pracht kan het huishouden van den President toch in de verste verte niet vergeleken worden met de hofhouding, die zelfs de kleinste Europeesche vorst er op nahoudt. Men heeft er in 't geheel geen hofhouding, want men vindt er geen hofdames, geen kamerheeren, geen grootwaardigheidsbekleeders en hoe die ambtenaren aan andere Europeesche hoven heeten mogen, want het jaarlijksch inkomen van den president bedraagt niet meer dan 60,000 dollars, wat door bijinkomsten tot 85,000 dollars stijgt (in onze Hollandsche munt ongeveer 2 ton). En daar tot op den huidigen dag in het land van den dollar nog geen rijk man President der Vereenigde Staten was (eenigen, zooals Lincoln, Grant, Garfield, Cleveland en Mac-Kinley waren zoogoed als onbemiddeld), kan hij niet eens die weelde hebben, welke in honderden privaat-huishoudens van Amerikaansche millionairs heerscht.
Om deze reden worden er in het ‘Witte Huis’ weinig partijen gegeven of recepties gehouden. Op Nieuwjaarsdag heeft er zonder uitzondering eene receptie plaats, en op dat tijdstip komt alles wat in Washington tot de politieke partij behoort, van den Staatssecretaris af tot de ondergeschikte ambtenaren toe, om den President de hand te drukken en geluk te wenschen met het Nieuwe Jaar.
De vertegenwoordigers van vreemde mogendheden, de senatoren en congresleden rijden in hun equipages voor, vullen met de officieren van leger en vloot de groote ontvangkamersen zijn de gasten van den President. De overige beambten, vele duizenden in getal, vormen als 't ware een keten en defileeren voor den President, terwijl ieder afzonderlijk een kleinen wensch uitspreekt en den President de hand drukt.
Dit is nog slechts een kleinigheid, vergeleken bij de vreeselijke marteling die den nieuw gekozen President te wachten staat bij het aanvaarden van zijn ambt. Ieder Amerikaansch burger heeft namelijk het recht zijn nieuwen President te begroeten, en wanneer het hem gelukt zich op den inauguratie-dag in het ‘Witte Huis’ te dringen en zich aan te sluiten bij den stoet, die in onafzienbare lengte van 5 tot 10 uur in den namiddag in de ontvangkamers voorbij den President defileert, dan kan hij hem de hand schudden en getuige zijn van al de drukte.
Roosevelt zelf is wel geen zeer rijk, maar toch bemiddeld man, en daarom zal hij waarschijnlijk gedurende zijn pre-