Een verongelukte strafpredikatie.
De gewoonte van te rooken was omstreeks het jaar 1830 in Frankrijk al zeer weinig in aanzien. Te Parijs was het zelfs in publieke tuinen verboden. Ook de koning was er geen voorstander van, en natuurlijk beijverden de hovelingen zich om het hooge voorbeeld te volgen.
Op een zomeravond gebruikten meerdere gasten van het kasteel, na het diner in een priëel van het park te Neuilly, de koffie. Louis Bertin, de chef-redacteur van het ‘Journal des Débats’, was juist van plan tegen het rooken uit te varen en de rookers te vervloeken, die hij de vijanden der sociale beginselen en de verstoorders van het zedelijk leven noemde. Plotseling meende hij tabakslucht te ruiken en zag hoe er een ironisch lachje over het gelaat van koning Karel X streek. Hij keerde zich om en zag achter zich den jongen prins de Joinville, die een sigaar in den mond hield.
Dadelijk staakte hij zijn strafpredikatie, lachte den prins toe en ging voort: ‘Ik kan mij best begrijpen dat men rookt als men bij de marine behoort, daar is het een hygienische behoefte geworden.’ Toen de koning evenwel nog luider begon te lachen, wendde hij zijn blikken naar een anderen