bizonder lang en ook zeer hard loppen kan en bovendien een goed zwemmer is.
Daarbij komt nog, dat hij onder zekere omstandigheden ook een verstandig werker is. De ouden reeds wisten, dat de olifant niet van verstand ontbloot was, en kenden hem daarenboven
hoe olifanten een balk opheffen.
een zekere mate van sluwheid, maar ook van goedmoedigheid en trouw toe.
Zoo maakt men bijv. in Indië van den olifant gebruik als trouw huisdier, dat men kleine kinderen kan toevertrouwen, die hij laat wandelen en bewaakt; wij zien hem daar ook in veld en bosch bezig, overal dat werk verrichtend, hetwelk verstand, geduld, ja zelfs dikwijls scherpzinnigheid eischen. Al is dat werk ook nog zoo zwaar, toch blijft het reuzendier in een goed humeur, en weet dikwijls door zijn dwaze invallen de menschen op te vroolijken. Zelfs uit zijn kleine oogen spreekt de schalk, die allerlei gekke streken in den zin heeft. Dit geldt evenwel niet voor alle soorten olifanten, evenmin als men iederen olifant voor arbeidsdoeleinden gebruiken kan.
Terwijl bijv. tot heden de Indische olifant (die uit Ceylon komt) bewezen heeft een goed werkdier te zijn, is de Afrikaansche in deze richting volstrekt niet
na gedanen arbeid. maaltijd der olifanten.
te gebruiken; het is althans nog niemand gelukt een Afrikaner als werkdier aan te wenden.
Bij het werk moet iedere olifant zijn eigen geleider hebben. Deze loopt naast het dier, dat hij bij den snuit houdt, of zit op diens kop, terwijl hij het door roepen of met een ijzeren met weerhaken voorzienen staf aanzet. Eenige krachtige slagen op den kop of snuit zijn doorgaans voldoende; is dit niet het geval, dan wordt de staf in den snuit gehaakt en het dier op die wijze op den rechten weg gebracht. Is het werk afgeloopen, dan wordt, zooals op ons plaatje te zien is, gemeenschappelijk de maaltijd gebruikt. De geleiders hurken voor de dieren neer, en deze laatsten beginnen langzaam en vol aandacht te eten, wat zeer veel tijd vordert, want wat een olifantenmaag verdragen kan, grenst aan het wonderbaarlijke.
Een onzer afbeeldingen doet ons ook zien hoe een olifant aan boord van een schip geheschen wordt. Meer dan honderd handen zijn in de weer om het groote dier met touwen en stoomkraan op te heffen en naar dat deel van het schip te brengen, waar men een goede standplaats voor hem ingericht heeft. Deze luchtvaart schijnt hij nogal aardig te vinden, want was het hem onaangenaam, dan zou hij zijn snuit rechtuit steken of opheffen, en ten teeken van zijn rechtmatigen toorn, hard brullen. Zoolang een olifant zijn snuit laat hangen, is het een bewijs dat hij goed gehumeurd is.