In 't voorbijgaan.
Morgen zal er weer uitgezeild worden; de schuit ligt reeds in de haven gereed, de laatste benoodigdheden worden er heen gebracht.
Mientje weet wel dat Dirk om die reden voortdurend heen en weer loopt, nu dit, dan dat aanbrengend, en onder voorgeven van een kruik water te gaan halen, is zij naar de kade gegaan; maar de breikous werd meegenomen, ze was dus van plan niet zoo heel spoedig terug te komen.
En ‘in 't voorbijgaan’ worden er heel wat woorden gewisseld. Voor de beide jongelui op ons plaatje willen we hopen, dat ze tot een goed resultaat zullen leiden.