Vuur maken!
Met illustratiën.
Er zijn niet veel blanken, die de primitieve kunst verstaan om, door met twee houtjes tegen elkaar te wrijven, vuur te maken. Dr. Walter Hough, verbonden aan de antropologische
het maken van vuur door middel van twee stokjes.
afdeeling van het Nationaal Museum te Washington, verstaat die kunst zoo goed, dat, als hij gelijk Robinson Crusoë op een onbewoond eiland geworpen werd, het ontberen van lucifers hem in 't minst niet zou hinderen. Hij zou eenvoudig een paar droge stukjes hout opzoeken en binnen weinige minuten zou hij zijn avondeten koken op een helder brandend vuur.
Dr. Hough houdt vol, dat zijn kunst volstrekt geen bizondere gave is, maar dat iedereen met een weinig geduld en wat moeite ze kan leeren. In alle geval is het een vaardigheid, welke door ieder verstandig mensch geleerd kan worden, die de moeite wil nemen de aanwijzingen te bestudeeren, die in dit artikeltje gegeven worden. De waarde ervan is gemakkelijk te overzien.
Zelfs geleerde menschen zijn in de veronderstelling geweest, dat het zeer moeilijk was op deze primitieve wijze vuur te krijgen, en dat er een bizondere handigheid toe noodig was, die alleen sommige wilden door langdurige oefening kunnen verkrijgen. Dit is evenwel niet waar. Het is heel gemakkelijk vuur te maken, als men maar
werktuig bij de eskimo's in gebruik.
eerst het kunstje heeft geleerd, waartoe niet veel tijd noodig is. Dr. Hough heeft vuur gemaakt in twintig seconden met twee stokken, en met een beter werktuig, de drilboor, heeft hij het op het horloge af in vijf seconden gedaan.
De schrijver heeft Dr. Hough vuur zien maken met twee stokken, en het ging tamelijk gemakkelijk. Een van de stokken, waarin men te voren een kleine indeuking had gemaakt, werd op den grond gelegd, en in deze indeuking werd de punt van een tweeden stok geplaatst. Toen werd de tweede stok vlug rondgedraaid tusschen de palmen van de handen, die voorwaarts en achterwaarts gingen, bijna tot aan de vingertoppen, terwijl er tegelijkertijd een sterke drukking naar omlaag werd uitgeoefend.
Een zeer belangrijk punt bij het klaarmaken van het eenvoudige werktuigje is de gleuf, die langs den rand van den ondersten stok moet gesneden worden, en welke gemeenschap heeft met de indeuking, waarin de andere stok moet ronddraaien.
In deze gleuf verzamelt zich het stof, dat men onaangeroerd laat liggen, en dat dienst doet als een soort bedekking om de uitstraling der warmte te beletten, waardoor het houtpoeder spoediger gloeit.
Een vlam komt bij deze verrichtingen nooit voor; de gloeiende massa moet in contact gebracht worden met tonder, en zeer omzichtig tot een vlam worden aangewaaid. Gewoonlijk wordt er bij deze bewerking veel rook ontwikkeld. Sommige wilde stammen hebben een groote handigheid in het maken van vuur uit versch gemaakte houtskool, en dit vereischt evenveel zorg als het voortbrengen van de vonken.
Een van de eerste mannen, die deze methode van vuurmaken beschrijft, was Père Lafitau, die in zijn werk over ‘Zeden van Amerikaansche Wilden’, in 1724 uitgegeven, zegt: ‘De Hurons, Iroquois en andere stammen maken vuur door met twee stukken hout tegen elkaar te wrijven. Zij nemen stukken droog en licht cederhout, houden een ervan met de knie op den grond, en in een holte, die zij met de punt van een mes in den rand van een dezer stukken hout, dat glad en een weinig grooter is, gemaakt hebben, plaatsen zij het andere stuk, dat rond en puntig is, en draaien en drukken het naar omlaag met zulk een snelheid en hevigheid, dat stofdeeltjes van het hout losraken, die in een vuurregen neervallen in een gleuf of kanaal, dat loopt van de holte naar een lont van fijngewreven cederhout.
De Eskimo's volgen met een kleine wijziging dezelfde methode; zij hebben namelijk twee personen noodig om vuur te maken. De stokken, die zij gebruiken, zijn dezelfde, en in hoofdzaak verschilt het weinig; maar de staande stok wordt draaiende gehouden door een band, die er tweemaal wordt omgewonden; de uitvoerder houdt in iedere hand een eind van den band. Hierdoor kan de stok met groote snelheid worden omgedraaid, maar hij moet staande gehouden worden door een helper, die voor dat doel een uitgeholden steen in de hand houdt, waarmee hij den stok stijf naar omlaag drukt.
Een andere wijze van vuurmaken maakt het gebruik van de pomp-boor noodzakelijk, die, evenals de drilboor, een zeer oude uitvinding is. Deze beide werktuigen waren bij