de tunnel direct uit op den dalkant, en aan de zuidzijde is een slechts weinige kilometers lang rotsdal te doortrekken, voordat men aan de groote Lombardische vlakte komt.
een trein met materieel voor den tunnel.
Na lange en zorgvuldige studiën van de bouwvereeniging en langdurige verhandelingen tusschen de beide staten, Zwitserland en Italië (Frankrijk had zich geheel teruggetrokken) kwam eindelijk in 1896 het Simplonverdrag tot stand, en nadat ook de financieele bezwaren overwonnen waren, werd den 13den Augustus 1898 door den Zwitserschen Bondsraad de toestemming tot het bouwen gegeven en dadelijk met het werk begonnen.
Welke enorme vorderingen
het werk bij de beide hoofdingangen van den tunnel.
de techniek in den laatsten tijd gemaakt heeft, blijkt wel het beste uit den bouwtijd der drie grootste tunnels van Europa.
Voor het doorboren van den Mont-Cénis (13.050 Meter) had men 13 jaar noodig, den Gotthardtunnel (14.944 Meter) 7½ jaar en voor den bijna een derde langeren Simplon-tunnel (19.970 Meter) zijn slechts 5½ jaar berekend, want binnen 6 jaar, vóór den 4den November 1904, moet de tunnel gereed zijn.
Voor iederen dag vroegere inwerkingstelling krijgen de ondernemers een premie van 5000 francs; voor iederen dag overschrijding van den afleveringstermijn moeten zij dezelfde som betalen. De bouwkosten zijn op 54.5 millioen francs berekend.
Het werk werd aan beide zijden van den berg gelijktijdig begonnen, maar men maakte aan de noordzijde ten gevolge van gunstiger steenlagen veel sneller vorderingen.
De toevoer van water is zeer groot en geeft aanleiding tot groote moeilijkheden; men heeft er evenwel voor gezorgd, dat de arbeiders aan den tunnel er zoo min mogelijk van te lijden hebben.
Men zal nu ongeveer de helft van de doorboring gereed hebben, want einde Mei had men reeds een lengte van 8942 Meters bereikt, van de noordzijde 5046, van de zuidzijde 3896. Van den noordelijken kant vordert men dagelijks 6.08 Meter, van den zuidelijken kant 4.40 Meter. Het gemiddelde aantal arbeiders bedraagt 3800, waarvan er 2400 in den tunnel zelf en 1370 er buiten werkzaam zijn.
Een voornaam iets bij den bouw van den Simplontunnel bestaat hierin, dat men inplaats van één tunnel met dubbel spoor, men er twee bouwt met enkel spoor. Beiden loopen op een afstand van 17 Meter met elkaar evenwijdig, en zijn op afstanden van 200 Meter door zijgangen verbonden.
Hierdoor wordt het bouwen zelf en ook de ventilatie veel gemakkelijker. Eerst wordt nu de ééne tunnel geheel gereedgemaakt, terwijl de andere als hulpgang doorgeslagen wordt; deze laatste moet evenwel op verlangen binnen vier jaar opgeleverd kunnen worden. De bouwster van den tunnel is de Jura-Simplon spoorweg-maatschappij, en de bouw-