die verloren portemonnaies een groote verleiding zijn voor de 30,000 koetsiers en conducteurs van trams en omnibussen.
Stel u voor dat de slecht betaalde omnibus-conducteur
Niet minder dan 2809 tasschen werden in 1899 in Londen vergeten. 't Is aardig een vergelijking te maken tusschen den gewonen man en al die tasschen, tot één geheel gevormd.
een portemonnaie vindt met 250 pond! Zoo iets had kort geleden plaats, en de man achtte het zijn plicht ze op de daartoe aangewezen plek terug te brengen. Maar aan welk een verleiding staat zoo'n man bloot. Tweehonderd vijftig pond! Zulk een som zou hem in staat stellen zijn baantje van conducteur er aan te geven, en zelf een zaak te beginnen als bakker, slager enz.
Bij andere gelegenheden zijn er portemonnaies gevonden met sommen, varieerende van tien tot twintig pond in klein geld, om nog niet eens te spreken van het bankpapier. Ja, er moet iets aan gedaan worden! Zou er geen vrouw willen opstaan, die een geldzakje uitvindt, dat één geheel uitmaakt met het damestoilet?
Zijn de vrouwen vergeetachtiger dan de mannen?
Een delicate vraag, en die ongetwijfeld iedere man en vrouw ontkennend zal beantwoorden. Maar zijn zij het werkelijk?
Laten de feiten voor zichzelf spreken.
Het jaar 1898 leent zich daar het best toe. Toen werden er door vrouwen 1793 voorwerpen achtergelaten, door de mannen 1647. Het verschil is niet groot, maar in ieder geval is er verschil, en dus dient de vraag bevestigend beantwoord te worden.
In het jaar 1899 werden er 2809 tasschen op het Bureau voor Verloren Goederen gebracht, en wel tasschen van verschillenden vorm, verschillend soort en verschillende waarde. Om hen gezelschap te houden werden er 876 wandelstokken gebracht, en in de schouwburgen, omnibussen, cabs en voertuigen, die personen naar wedrennen brachten, werden niet minder dan 763 binocles gevonden.
Vergeten reisdekens bereikten het aantal van 278.
De waarde van het artikel schijnt geen invloed uit te oefenen op de memorie van de menschen; kranten en boekjes van geen beteekenis en juweelen van vele ponden waarde schijnen voor hen hetzelfde te zijn. Men vond genoeg horloges, kettingen, armbanden, ringen en halskettingen om er een winkel mee te vullen. Hoe iemand zijn horloge kan vergeten, gaat boven ons verstand, en toch werden er 210 achtergelaten.
De andere kleinoodiën bereikten het verbazende getal van 1000.
Onder al deze onbezielde voorwerpen waren twee honden - verliezen, die onverklaarbaar schijnen, en die ook niet spreken voor de dieren zelven. 't Is een vergeeflijk feit dat een man zijn hond vergeet, maar welk een benaming te geven aan den hond, die zijn meester vergeet!
Met katten is dat een ander geval; deze wijden geen onverdeelde attentie aan alles wat hun eigenaar doet.
Met katten en honden vinden verschillende levende vogels hun weg naar het Bureau voor Gevonden Voorwerpen, en onder deze een uil. Hoe is het in Godsnaam mogelijk, om een uil in een omnibus achter te laten? Het schijnt ons toe, dat zulk een bizonder pakje wel de aandacht moet trekken van alle reizigers. Welk voorval moet er wel hebben plaats gehad, dat den eigenaar van den uil noodzaakte, om zijn vogel achter te laten in de hoede van den conducteur en de beambten van Scotland-Yard?
De vergeetachtigheid in Londen neemt verbazend toe, en wel met 30 percent in de laatste jaren.
Het geheele aantal achtergelaten voorwerpen was in 1894 29,716 en in 1898 bereikte het de hooge som van 38,201 en in 1899, het laatste jaar, waarvan wij verslag kunnen uitbrengen, was het 39,551.
Maar dat is nog niet alles. Tijdelijke vergeetachtigheid in het rumoer van het dagelijksch leven kan men zich gemakkelijk voorstellen. Maar wat te zeggen van het feit, dat van de 39,000 voorwerpen er slechts 19,804 later werden opgeëischt?
De belooningen in 1899 toegekend aan koetsiers en conducteurs bedroegen 2929 pond, geen groote som als men bedenkt wat een enorme massa voorwerpen daarvoor naar Scotland-Yard moesten worden gebracht.
Zeven belooningen van 5 pond werden uitbetaald, een van 6, een van 7, twee van 8, een van 9, twee van 10, een van 12, en een van 30.
Meer dan 19,000 voorwerpen werden aan hun eigenaars
De wandelstok is 28 voet 4 inches lang en is een samenstelling van al de wandelstokken gedurende één jaar in Londen verloren.
teruggegeven; de rest, die niet werd opgeëischt, werd na drie maanden aan de conducteurs en koetsiers, die ze in Scotland-Yard gebracht hadden, cadeau gegeven.