Een interessant tweegevecht.
De natuuronderzoeker Buckland vertelt de volgende geschiedenis:
Eenige jaren geleden ontving ik per post een mandje, waarin zich twee levende schorpioenen bevonden, welke mij door een mijner vrienden in Egypte toegezonden werden.
Ik had het plan een onderzoek in te stellen naar de uitwerking van den beet van den schorpioen, en deed met dit plan voor oogen een dezer boosaardige insecten onder een ruime glazen klok. Korten tijd daarna ving een mijner bedienden een muis in een val en wilde die verdrinken, toen hij op het denkbeeld kwam de muis met den schorpioen te laten vechten.
De schorpioen, in zijn soort een sterk exemplaar, stelde zich dadelijk in een verdedigingspositie op. De muis, die stellig vroeger nooit zoo'n dier gezien had, nam een afwachtende houding aan, daar zij het waarschijnlijk niet met zichzelve eens was, of zij met een vriend dan wel met een vijand te doen had.
Na een poosje begon zij in haar gevangenis rond te loopen, en trachtte ‘gekheid’ te maken. Klaarblijkelijk beviel dit den schorpioen niet, want hij begon met zijn angel te zwaaien. Zoodra de muis hem nu weer te na kwam, gaf hij haar een steek. De muis schrikte er van, en begon in het glas op en neer te springen; na een poosje evenwel liep zij weer kalm in het rond. De schorpioen kroop nu met wijd opengesperde scharen op haar af en trachtte haar opnieuw een steek toe te brengen, wat hem evenwel mislukte, daar de viervoeter op den juisten tijd zich uit de voeten maakte.
Nu was het de muis duidelijk, dat het hier te doen was om een strijd op leven en dood. Toen daarna dan ook de schorpioen klaarblijkelijk met vijandelijke bedoelingen haar weer te na kwam, piepte zij even en beet den tegenstander in den rug, waarbij de schorpioen haar tusschen de ooren in den kop stak. Nu trachtte de schorpioen zich terug te trekken, wat evenwel niet ging, daar de muis hem intusschen een poot had afgebeten en zijn scharen in het vel van de muis gevangen zaten.
Muis en schorpioen hielden elkaar dus vast en rolden met elkaar over den grond, als twee vechtende katten, waarbij de schorpioen met zijn angel, evenals de naald uit een naaimachine, op zijn tegenstander losstak.
Langzamerhand evenwel werd de schorpioen hoe langer hoe vermoeider, en de muis stelde zich niet alleen tevreden met hem een harden beet in zijn staart te geven, maar kneep hem bovendien nog twee pooten af.
Toen zij nu den vijand geheel versuft op den grond zag liggen, trok zij zich terug en begon met bevallige bewegingen heel kalm haar gehavend toilet in orde te brengen.
Ik verwachtte natuurlijk, dat de overwinnares niet lang pleizier zou hebben van haar triomf, maar door het gif van den tegenstander zou sterven.
Dit was evenwel niet het geval. Den volgenden morgen was de muis integendeel zeer goed en opgewekt, en had bovendien haren grimmigen vijand als ontbijt bijna geheel opgepeuzeld.