op den voorgrond staan. De kracht hangt voor een groot gedeelte af van het gewicht van den persoon; deze hoedanigheid is van zulk een groot belang, dat het zeer onrechtvaardig zou zijn
de verdraaide arm.
twee personen tegenover elkaar te plaatsen, die veel in gewicht verschillen. De handigheid wordt verkregen door het dikwijls oefenen en door aangeboren vlugheid, behendigheid, het voorzien van de slagen, die toegebracht zullen worden, enz. Van de wetenschap hangt voor een groot deel het slagen van den strijd af; hij, die goed de slagen kent, die de middelen weet om ze te vermijden, die er in slaagt zijn tegenstander aan den gang te maken, 't zij door list of door verrassing, is bijna zeker van de overwinning. En eindelijk heeft ook de eerlijkheid hierin haar belang, want als het worstelen ontaardt in een strijd, zooals wij hierboven reeds zeiden, dan blijft er van den sport niet veel meer over, en alle middelen, die de verwonding of den dood van den tegenstander ten gevolge zouden kunnen hebben, zijn streng verboden.
In Frankrijk onderscheidt men slechts twee cathegorieën van worstelaars; zij, wier gewicht onder de 170 pond is, en zij die zwaarder wegen. Maar toch is er altijd nog een vergelijk noodig, want het zou zeer onrechtvaardig zijn om iemand van 172 pond te laten worstelen met iemand van 240.
In Amerika is de verdeeling beter; daar heeft men vier klassen, de eerste voor mannen van nog geen 100 pond, de tweede voor mannen van 100 tot 120 pond, de derde voor hen die van 120 tot 140 pond wegen, en de vierde voor mannen boven dat gewicht.
Het eind van den strijd hangt heel dikwijls van de uitdaging af, en vandaar dat men in het begin van de worsteling dikwijls handgrepen ziet uitvoeren, welke hen, die niet van de partij zijn, belachelijk toeschijnen. Men ziet den worstelaar, die de regels goed kent en die van zijn physieke krachten weet te profiteeren, dikwijls den arm toesteken, ten einde een slag uit te lokken, waarvan hij van te voren zeker is, dat hij in zijn voordeel uitvalt; degeen, die dat niet weet, loopt er in, maar treft hij een tegenstander, die even handig is als hij, dan doet die eveneens zijn best zooveel mogelijk partij te trekken, en dan ziet men in den beginne van den strijd het vaak gebeuren, dat de tegenstanders inplaats van de slagen te vermijden, ze zelfs uitlokken.
Het is niet ons plan alle slagen op te noemen, want ze varieeren tot in het oneindige, maar er zijn twee hoofdbewegingen, waarvan alle anderen worden afgeleid: de greep om het midden en de draaiïngen.
De greep in het midden (van voren), die in den loop van een worstelstrijd meermalen voorkomt, bestaat hierin, dat men het midden van den tegenstander met de beide armen omvat, hem van den grond opheft, hem zachtjes naar links en daarna snel naar rechts doet overhellen om geen last te hebben van zijn beenen; men brengt vervolgens den linkervoet naar achter en legt de linkerknie op den grond, om op die wijze den tegenstander op de rechterdij te houden; het is dan gemakkelijk hem op den grond te brengen door den rechterschouder op zijn borst te leggen, teneinde hem te beletten zich om te keeren.
De greep om het midden (van voren) is aan alle worstelaars bekend; op het oogenblik dat men tracht uw midden met de armen te omvatten, moet gij de vuisten onder de kin van den tegenstander plaatsen, teneinde hem te noodzaken het hoofd achterover te buigen, als gij er de kracht toe hebt; strek dan de armen uit en ge zijt vrij.
De draaiïngen zijn zeer verschillend: men heeft de draaiïng van het hoofd, de draaiïng van den arm, de draaiïng van de heup, enz.
Zij bestaan hierin, dat men den tegenstander brengt achter hem, die uitdaagt, en in die positie moet mem hem bij het hoofd, de heup, de beide armen, of zelfs één arm grijpen, vervolgens hem in die positie houdende, zich op de knieën leggen, en een intrekking van het lichaam uitvoeren, die hem een cirkelvormigen luchtsprong doet maken; dan valt hij op den grond, waar het gemakkelijk is hem de schouders te drukken. Deze toeren hebben veel succes bij de vertooningen en worden door de worstelaars dikwijls uitgevoerd.
Het is even vermakelijk om het afweren te zien; - wanneer de tegenstander zich in de lucht voelt slingeren, moet hij trachten zich zoo te strekken, dat hij niet rechtuit op den grond komt te vallen, maar blijft liggen in de positie, die men de
overwonnen.
brug noemt, wanneer het hoofd en de voeten alleen den vloer aanraken; door een snelle omwenteling kan hij dikwijls vrijkomen.
De worstelaars verdienen veel geld; als zij eenigszins naam gemaakt hebben is het dikwijls 75 gulden per avond; wanneer er een sensatie-voorstelling plaats heeft moet de directeur wel eens tot 250 gulden toe betalen.
Tot voor korten tijd scheen worstelen een tak van sport te zijn, die slechts door mannen van beroep beoefend werd; tegenwoordig evenwel nemen veel jongelieden en zelfs mannen op leeftijd worstellessen, niet zoozeer om als zelfverdediger te kunnen optreden, maar zuiver uit een oogpunt van sport; het zou inderdaad ook moeilijk zijn oefeningen te vinden, die beter voor de lichaamskrachten zijn, dan juist het worstelen; alle spieren komen tegelijkertijd in beweging, die van de armen, de beenen, van den hals en die van den geheelen romp.