Varia. Twee briefjes.
Een oom ontving van zijn neef het volgend schrijven:
‘Beste Oom!
U zoudt medelijden met mij hebben, als u zag hoe ik van schaamte bloos terwijl ik u zit te schrijven. Weet u waarom? Omdat ik graag een vijf en twintig gulden van u zou willen leenen, en niet weet hoe mij uit te drukken. Ik kan het u onmogelijk vertellen. Ik zou willen sterven. Ik zend u dit met een knecht, die op antwoord zal wachten. Geloof mij, beste Oom,
Uw gehoorzame en toegenegen Neef.
P.S. Overweldigd door schaamte, over wat ik geschreven heb, heb ik den knecht nageloopen, om hem het briefje af te nemen, maar ik kon hem niet inhalen. Geve de hemel, dat er iets moge gebeuren, dat hem belet u te bezoeken, of dat mijn brief verloren moge gaan.’
Natuurlijk was de oom geroerd door het verhaal, en zond zijn neef onmiddellijk het volgende antwoord:
‘Beste Jongen!
Troost jezelf en bloos niet langer. De Voorzienigheid heeft je gebed verhoord. De knecht verloor je briefje.
Je toegenegen Oom.’