Moderne Weêrschietapparaten.
Met illustratiën.
Honderd jaar na de uitvinding van den bliksemafleider, door Benjamin Franklin, wordt heden weer een nieuwe proef van het vernuft van den menschelijken geest den volke bekendgemaakt.
Wij hebben hier het oog op de vernieling van het hagelvormingsproces door middel van de verbeterde weêrschietapparaten, die, naar opgaven van den Oostenrijkschen overste v. Mundy, het eerst door Albert Stiger, burgemeester van Windisch-Feistritz (Stiermarken), samengesteld zijn geworden. Deze, door de Italiaansche landlieden kortweg met den naam van ‘Stigerkanonnen’ bestempelde hagelschietapparaten, bestaan werkelijk uit een mortier,
verticaal schot.
die in een bizonder stevig, voor dat doel uitgehold houtblok met zware nagels is vastgemaakt.
Op het houtblok, vlak boven de schietopening van den verticaal in de hoogte gerichten stalen mortier, is een bijna vier meter hooge schiettrechter van 2 millimeters dik plaatijzer vastgeschroefd, boven welks monding bij het afschieten onmiddellijk na den knal uit den rook een witte wervelring te voorschijn komt, die met buitengewone kracht loodrecht tegen de wolken schiet.
Gedurende een kwart tot een halve minuut lang is hierbij een dof suisen hoorbaar, dat, tegen dat de wervelring aan het eind van zijn tocht is, in fluiten overgaat.
Over de groote mechanische kracht van deze kunstmatig opgewekte cycloon heeft Stiger zelf reeds vele waarnemingen gedaan; zoo zag hij eerst een zwaluw, daarna verscheidene andere vogels, die in de baan van de cycloon geraakten, oogenblikkelijk dood uit de lucht vallen.
De eerste proeven, die Stiger hierna nam, om de kracht van den wervelring te bestudeeren, hadden weinig resultaat. Gelukkiger evenwel was professor Roberts in Padua. Aan dezen gelukte het het eerst, om, door middel van een horizontaal schot, cyclonen te doen ontstaan van zulk een kracht, dat zij op een afstand van 70 Meter een sterke papierschijf nog aan stukken reten.
Intusschen had Stiger in den persoon van den directeur der ijzerpletterij te St. Katharein aan de Lamming, den heer G. Suschnigg, een hoogbegaafden en technisch gevormden medearbeider gevonden, en werd hierdoor in staat gesteld, de onderzoeking over de mechanische kracht van den luchtwervelring op groote schaal voort te zetten.
Suschnigg en Stiger richtten voor dit doel te St. Katharein een proefschietplaats op en noodigden talrijke menschen van naam op het gebied van wetenschap uit, om hun verbazingwekkende proefnemingen bij te wonen.
Een autoriteit van eersten rang, prof. dr. J.M. Pernter, directeur van de centraal-inrichting voor meteorologie en de aantrekkingskracht der aarde te Weenen, zegt hieromtrent het volgende:
Bij de proeven van het weerschieten te St. Katharein zagen wij den luchtwervelring met een enorme snelheid in de hoogte schieten, bijna als een kogel uit den trechter naar de wolken gaan, en hoorden het fluiten duidelijk 20 tot 28 seconden lang, zoodra de met de beste kwaliteit kruit geladen mortier afgeschoten werd.
De verbazingwekkende kracht van den luchtwervelring leerden wij evenwel eerst kennen bij het horizontaal schieten. Op een afstand van 40, 60, 80 en 100 Meters werd een rij schijven geplaatst. Waar de ring in deze schijven drong, wierp hij de daar hangende stangen, met lappen linnen bezwaard, naar omlaag, scheurde de uit dik papier gemaakte schijven (het papier had een weerstandsvermogen van 12 K.G.) aan stukken, trok gespijkerde latten los, ja, brak zelfs 3 cM. breede latten in tweeën, slingerde de brokstukken ver uit elkaar - eens zelfs 18 Meter - en zoo meer. (Onze tweede afbeelding stelt laatstgenoemde proefneming voor.) Een groote hond, die getroffen werd, buitelde tweemaal over zijn kop heen, en verloor daardoor allen lust om verder toe te kijken.
In deze mechanische werking van den luchtwervelring hebben wij een kracht gevonden, die voldoende aanleiding geeft om op de vorming van het hagel proces te kunnen inwerken. Ongelukkig evenwel kennen wij de vorming van het hagelproces nog te weinig om eene nadere uitlegging te kunnen geven van de wijze van werking van den luchtwervelring, die zeker op 1500 tot 2000 Meter hoogte nog eene aanzienlijke kracht behoudt. In alle geval kan hij in de wolken schokken teweegbrengen en is het gemakkelijk denkbaar, dat zulke schokken een werking hebben, die de vorming van het hagelproces storen of vernietigen.
Zou er ook nog een andere vorm bestaan, die invloed heeft op de hagelvorming door het weerschieten, dan door den wervelring?
Zou het ook mogelijk zijn, dat door het schieten de wrijving der electriciteit tusschen wolken en aarde vermindert en de electriciteit zich ontlaadt en zoodoende inwerkt op de hagelvorming? Hoe hooger de schoten werken, des te gemakkelijker heeft er wrijving plaats en des te beter werking hebben ook de Stigersche apparaten door hun goede uitvoering, hen door den heer Suschnigg gegeven.
In alle geval is het opvallend, dat volgens herhaalde verklaringen van den heer Stiger, het voornaamste succes van het weerschieten daarin bestaat, dat het ophoudt met bliksemen, zoodra er geschoten wordt. Deze zelfde verklaring