podagra geleden en steeds een zeer eenvoudig middel gebruikt, dat weliswaar weinig of niets gebaat, maar hem toch in alle geval nooit geschaad had.
De gevangen spion verklaarde dus, dat indien men hem zijn leven en vrijheid wilde laten, hij bereid zou zijn den keizer een bizonder grooten dienst te bewijzen.
‘Kunt ge hem mogelijk de vesting Metz in handen spelen?’ werd hem gevraagd.
‘Dat niet!’ antwoordde hij, ‘maar ik kan hem van het podagra genezen.’
‘Op welke manier?’
‘Dat is mijn geheim!’
‘Zijt ge dan dokter?’
‘Neen!’
‘Wie heeft je die kunst dan geleerd?’
Bouchain hield het niet voor raadzaam zijn ouden grootvader als autoriteit te noemen. Hij moest er dus iets anders op verzinnen en loog leukweg: ‘Ik heb het middel gekregen van den koninklijken lijfarts Paré, wiens dienaar ik langen tijd geweest ben.’
Dit klonk niet onwaarschijnlijk, want Ambroise Paré, lijfarts van den koning
hr. ms. torpedoboot ‘scylla’, naar oost-indië vertrekkende. (Door den photograaf Kloens.)
van Frankrijk, een zeer beroemd dokter en heelmeester, die zooveel nieuwigheden en verbeteringen had uitgedacht in zake van schot-, houw- en steekwonden, bevond zich werkelijk te Metz. Op dringend verzoek van den hertog De Guise, den commandant van de vesting, had koning Hendrik II den bekwamen heelmeester in allerijl er heen gezonden, vóór de stad door het vijandelijk leger geheel was ingesloten. - Dat wist men ook in de vijandelijke legerplaats.
De beroemde naam liet niet na den gewenschten indruk te maken en men meldde den keizer dadelijk dat er iets was voor hem van het grootste belang.
Zonder uitstel werd Bouchain nu op hoog bevel voor Karel V gebracht.
De laatste zag er, door de vele pijn die hij geleden had, zeer slecht uit. Hij lag op een gemakkelijk rustbed en zijn voeten, dik met flanel omwonden, veroorzaakten hem veel smart.
‘Gij weet een middel om het podagra te genezen of althans te verminderen?’ sprak hij tot den spion, dezen doordringend aanziende.
‘Ja, keizerlijke Majesteit,’ antwoordde deze driest.
‘Noem het dan.’
‘Dat wil ik doen, als mij het leven en de vrijheid gelaten wordt.’
‘Dat zal gebeuren en bovendien krijgt ge nog honderd dukaten als het middel helpt, anders wordt ge gehangen. Spreek dus.’
Nu moest Pierre Bouchain voor den dag komen met het huismiddel van zijn grootvader, dat na dien tijd ook door vele achtenswaardige en oude menschen is aangewend geworden.
‘Kattevellen zijn het beste middel, keizerlijke majesteit,’ sprak hij onbeschroomd. ‘Men wikkelt den blooten voet erin, en spoedig merkt men dat de pijn mindert; daarna treedt beterschap in, weldra gevolgd door volkomen genezing.’
‘Flanel is beslist beter,’ sprak de aanwezige keizerlijke lijfarts, terwijl hij misnoegd het hoofd schudde. ‘En waarom juist kattevel? Het vel van een ander dier zal toch wel even goed zijn?’
Maar een door pijn gekwelde zieke klemt zich zelfs aan het kleinste stroohalmpje vast, dat hem vermindering van smart belooft.
Zoo ging het ook met Karel V; er werd besloten, dat het middel beproefd zou worden. Intusschen bracht men Pierre Bouchain weder in de gevangenis.
Men zocht eenige katten, doodde ze en trok ze de huid af, in welke men, nadat ze zorgvuldig schoongemaakt en geprepareerd waren, de voeten van den keizer wikkelde, die men eerst van het flanel ontdaan had.
Het geluk was met Pierre Bouchain. Zijn middel hielp, althans voor eenige dagen. Mogelijk lag het aan het beter geworden weêr, en bovendien komt het bij podagra dikwijls voor, dat zonder een te verklaren oorzaak de pijn voor korten tijd wijkt, zoodat men zich dan weer opgewekt en behaaglijk voelt.
Zoo ging het ook met Karel V; hij voelde zich zoo wel als hij in jaren niet gedaan had en was in de overtuiging, dat deze toestand zich zou bestendigen.
Pierre Bouchain werd met genoegen vrijheid geschonken en kreeg bovendien nog honderd dukaten, waarmee de slimme klant zich ijlings uit de voeten maakte. En gelukkig! Want reeds den vierden dag kreeg de keizer een vernieuwden aanval van de vreeselijke pijn.
De ziekte verliet hem ook niet meer. Waarschijnlijk was het ook daaraan toe te schrijven, dat hij den 26sten December de belegering plotseling opbrak. Metz bleef dus toen in het bezit van de Franschen - dank zij het keizerlijk podagra.